Demografie: Tsjechië
Marlies Ootes
Tsjechië zal de euro voorlopig nog niet invoeren. Hoewel de inflatie en rente laag zijn - een belangrijke voorwaarde voor invoering van de gezamenlijke Europese munt - moeten er nog vele andere financiële hervormingen worden doorgevoerd. Oorzaak: een sterke vergrijzing.
Vergrijzing is een probleem waar alle EU-landen mee kampen. Zo ook Tsjechië. Na de val van de Muur namen de mogelijkheden om te studeren, te reizen en carrière te maken toe. Dit leidde tot een sterke daling van het geboortecijfer in de jaren negentig, met een absoluut dieptepunt van 1,1 kind per vrouw rond 2000. Een vruchtbaarheidscijfer onder de 2,1 leidt op de lange duur tot een afname van de bevolking.
Als gevolg van dit dalende geboortecijfer nam de Tsjechische bevolking jarenlang af. Sinds het begin van deze eeuw is er echter weer een stijgende tendens te bespeuren: op het moment is het aantal inwoners zelfs groter dan ooit tevoren.
Dit is niet zozeer aan het licht aantrekkende geboortecijfer te danken, maar aan de stijgende levensverwachting en vooral aan het relatief grote aantal immigranten. De levensverwachting is sinds het begin van de jaren negentig met ongeveer vier jaar toegenomen, waardoor het aantal ouderen in de bevolking sterk toeneemt.
Vooral de migratiecijfers zijn opvallend. In 2007 was er een sterke stijging van het aantal immigranten, terwijl het aantal emigranten de afgelopen jaren gedaald is. Vorig jaar was het aantal immigranten meer dan de cijfers van de drie jaren ervoor bij elkaar opgeteld.
Deze immigranten zijn voornamelijk afkomstig uit Oost-Europese landen die niet tot de EU behoren, zoals Oekraïne en Moldavië. Maar ook uit buurland en mede EU-lidstaat Slowakije verhuizen nog altijd veel mensen naar Tsjechië, naast veel Chinezen, Vietnamezen en Russen. Als een van de koplopers van de voormalig communistische landen heeft Tsjechië de afnemende emigratie- en toenemende immigratiecijfers waarschijnlijk aan de economische opbloei te danken.
Verwacht wordt echter dat de toename van de Tsjechische bevolking van niet al te lange duur zal zijn. Cijfers van de EU duiden op een continue afname tot een verwachte 8,9 miljoen inwoners in 2050. Daarvan zal het aandeel 65-plussers twee keer zo hoog zijn als vandaag de dag het geval is. Dit kan grote problemen opleveren voor het pensioenstelsel.
Naar aanleiding van in 2004 geschilderde doemscenario's van de OESO, waarin geschat werd dat het aantal 65-plussers zo groot zou zijn als tweederde van het bevolkingsaandeel van de mensen tussen twintig en 64 jaar, waarmee de zogenoemde old-age dependency ratio na Japan de hoogste van de OESO-landen zou zijn, werden al enkele maatregelen getroffen ten behoeve van de duurzaamheid van het sociale zekerheidsstelsel. Zo wordt de leeftijd om met pensioen te gaan, wat in 2004 als man nog met zestig kon en als vrouw, afhankelijk van het aantal kinderen, tussen het 53ste en 57ste levensjaar, langzaamaan verhoogd tot 63 in 2013 voor beide geslachten. Ook wordt de periode van verplichte meebetaling aan het pensioenfonds verlengd van 25 tot 35 jaar. Deze en andere maatregelen worden getroffen door een speciale commissie onder leiding van minister van Arbeid en Sociale Zaken Petr Necas, opgezet om het sociale zekerheidsstelsel te hervormen.
De problemen rond de vergrijzing worden niet alleen aan de kant van de gevolgen aangepakt. De Tsjechische overheid probeert sinds een aantal jaar ook het krijgen van kinderen sterk te stimuleren. Hierbij wordt bepaald niet gierig gedaan: per kind ontvangen de ouders 17.500 kronen, zo'n zeshonderd euro, wat in Tsjechië bijna een bruto maandloon betekent. Daarnaast zijn er belastingvoordelen en een betaald ouderschapsverlof dat kan oplopen tot vier jaar, met terugkeergarantie op het werk.
Deze maatregelen lijken vruchten af te werpen: het geboortecijfer nam de afgelopen jaren weer toe. Dit kan echter ook te danken zijn aan de uitgestelde zwangerschappen van de huidige dertigers. De leeftijd van moeders bij de geboorte van het eerste kind, die tijdens het communisme bij ongeveer 22,5 jaar lag, is in de laatste jaren gestegen tot 27,1. Bovendien is het systeem erg duur, en daardoor op de lange duur niet houdbaar.
Er zijn echter nog vele andere mogelijkheden voor verbetering, zoals het creëren van parttime banen en interventie op de woningmarkt. Met name in de hoofdstad worden al jaren veel te weinig grotere woningen die geschikt zijn voor gezinnen opgeleverd. Dergelijke pragmatische maatregelen zullen op de lange duur naar verwachting het beste werken.