Auto-industrie staat onder druk

Herman W. Hoen

Slowakije is in korte tijd een belangrijke autoproducent geworden. Met een liberaal investeringsklimaat werden Volkswagen, Kia Motors en de PSA-groep (Peugeot en Citroën) overgehaald grote assemblagelijnen in Slowakije te starten. Per hoofd van de bevolking produceert Slowakije meer auto's dan welk land dan ook in de wereld. De financiële crisis gooide echter roet in het eten. Autoverkopen staan wereldwijd sterk onder druk en remmen dus ook de groei van de Slowaakse economie. Een impressie van een uit de bocht gevlogen industrie.

Slowakije behoort tot de snelste groeiers in de Europese Unie (EU). Het bruto binnenlands product (bbp) steeg sinds zijn toetreding tot de EU in 2004 onafgebroken met meer dan 7 procent per jaar. In 2007 steeg het bbp zelfs met 10 procent. Door zijn hoge groeicijfers slaagt Slowakije erin de welvaartskloof met de 'oude' lidstaten van de EU snel in te lopen. In 2004 bevond het welvaartspeil van het land zich nog op 60 procent van het EU-gemiddelde, inmiddels bedraagt dat bijna 80 procent. Natuurlijk is met de toetreding van Bulgarije en Roemenië 2007 de EU gemiddeld wat armer geworden, maar dat laat de gezwinde Slowaakse inhaalslag onverlet.

De verklaring voor de snelle catch up schuilt in een degelijk macro-economische beleid (lage inflatie en geringe begrotingstekorten), dat het land per januari van dit jaar zelfs de eurozone binnenloodste, en een liberaal investeringsklimaat. Dit laatste werd mede vormgegeven door de introductie in 2004 van een zogeheten flat tax. De BTW, inkomstenbelastingen en bedrijfsbelastingen werden gelijkgeschakeld op 19 procent en speciale regimes en uitzonderingen werden afgeschaft. Zodoende werd Slowakije met zijn hoogopgeleide en goedkope arbeidskrachten nog aantrekkelijker voor buitenlandse investeerders.

Auto's en nog meer auto's
De buitenlandse investeerders bleken vooral autofabrikanten te zijn. Volkswagen (VW) produceert al sinds 1991 auto's in Slowakije, nog voordat het in 1993 onafhankelijk werd van Tsjechië. VW produceert momenteel in Bratislava vooral de zogeheten Sports Utility Vehicles (SUV's), zoals de VW Touareg, de Audi Q7 en de Porsche Cayenne, maar sinds kort rolt er ook de Škoda Octavia van de band. VW heeft eveneens fabrieken geopend in Martin en Košice, waar met name onderdelen geproduceerd worden, terwijl in Bratislava de assemblagelijnen staan. Eind 2008 rolden er in Slowakije bijna 250.000 auto's van VW van de band.

De Franse PSA-groep (Peugeot en Citroën) volgde in 2003 met een grote investering. In Trnava, zo'n 45 kilometer ten noorden van Bratislava, is een fabriek neergezet voor de assemblage van de goedkope en populaire Peugeot 207. In korte tijd is de productie opgeschroefd tot ongeveer 200.000 auto's per jaar en de jaarcapaciteit van de fabriek kan zelfs uitgroeien tot meer dan 400.000 exemplaren.

Nog geen jaar na het investeringsbesluit van de PSA-groep startte het Koreaanse Kia Motors met de bouw van een fabriek in Žilina, nabij de grens met Tsjechië. Het betrof de eerste assemblagelijn die het Koreaanse autoconcern in Europa opzette. De vestiging is bewust nabij de grens met Tsjechië gekozen, omdat de Koreaanse autoproducent wil profiteren van de nog dit jaar te bouwen Hyundai-fabrieken in het Tsjechische Nosovice. De Fransen, Koreanen en Slowaken verwachten auto-onderdelen, met name versnellingsbakken, te kunnen uitwisselen. De capaciteit van de autoassemblage in Žilina is vergelijkbaar met die Trnava.

In iets meer dan een decennium is Slowakije uitgegroeid tot een belangrijke autoproducent. Sterker nog, per 1000 inwoners werden er in 2007 106 auto's gemaakt en daarmee werd Slowakije per hoofd van de bevolking 's werelds grootste autoproducent. In 2008 verstevigde Slowakije die positie. De auto-industrie is inmiddels goed voor meer dan een kwart van Slowakije's industrieproductie; 90 procent van de geproduceerde auto's wordt geëxporteerd. Rond de 100.000 arbeiders vinden emplooi aan de assemblagelijnen, een veelvoud aan werknemers is voor zijn brood indirect van de autobranche afhankelijk.

Conjunctuur
De Slowaakse economie is sterk afhankelijk geworden van autoverkopen. Geen wonder dat de mondiale financiële crisis de op volle toeren draaiende Slowaakse auto-industrie niet onberoerd laat. Eind 2008 kelderden wereldwijd de autoverkopen en de eerste helft van 2009 liet geen herstel zien.

In eerste instantie leek de vraaguitval geen dramatische gevolgen voor Slowakije te hebben. VW stelde dat er in Slowakije over 2008 maar 6000 auto's minder waren geproduceerd dan voorzien. Bovendien had het bedrijf investeringsplannen voor de productie van gezinsauto's. VW koos voor Slowakije als vestigingsplaats en niet Tsjechië. Die keuze had alles te maken met de euro. VW wil wisselkoersrisico's zoveel mogelijk beperken.

VW voorziet echter wel een terugval in de productie in Bratislava van auto's voor het duurdere segment. De bedrijfsleiding denkt weliswaar nog niet aan massaontslagen, maar ze heeft de verwachting over uitbreiding van de productiecapaciteit naar beneden bijgesteld. Datzelfde geldt voor de PSA-groep en Kia Motors.

De nagelnieuwe fabriekshallen van beide autoproducenten zijn gebouwd met het oog op een snelle uitbreiding van de productiecapaciteit, maar deze wordt uitgesteld. De PSA-groep ziet voor dit jaar af van de geplande groei van 200.000 naar 300.000 auto's en hoogstwaarschijnlijk zullen ook de 200.000 bij lange na niet worden geproduceerd. Kia Motors kampt met hetzelfde. In plaats van de geplande 250.000 auto's verwacht men in Žilina er in 2009 maximaal 170.000 te produceren. Onduidelijk is of de daling met ontslagen gepaard zal gaan.

Vooralsnog beperkt de schade zich tot het niet verlengen van tijdelijke contracten en een tijdelijke verkorting van de werkweek. De vooruitzichten voor de Slowaakse auto-industrie zijn evenwel een stuk somberder geworden.

De autobranche is een conjunctuurgevoelige industrie en de Slowaakse Associatie van Automobielindustrie (Ždruženie Automobilového Priemyslu) verwacht dat de Slowaakse perspectieven sterk afhankelijk zijn van de duur en ernst van de vraaguitval. Hoe milder de recessie, des te groter is de kans dat autoproducenten gaan schuiven in hun mondiaal beschikbare productiecapaciteit.

Volgens de associatie zou dit juist een voordeel voor Slowakije kunnen zijn. Omdat Slowaakse arbeiders relatief goedkoop zijn, zullen autoproducenten in geval van een milde recessie productiecapaciteit van West-Europa naar Slowakije overhevelen. Het grote manco van de Slowaakse auto-industrie is echter het gemis aan R&D voor het zelfstandig kunnen ontwerpen van nieuwe modellen.

Sloopregeling
Vanzelfsprekend doet de Slowaakse regering ook het één en ander om de autosector te steunen. Net als elders kwam de regering van Robert Fico begin dit jaar met een soort sloopregeling. De autoverkopen in Slowakije stegen hierdoor aanzienlijk. In de eerste helft van 2009 werden met 41.000 verkochte exemplaren bijna 20 procent meer auto's verkocht dan in dezelfde periode van het jaar ervoor. In de zomermaanden piekte de Slowaakse autoverkoop met meer dan 10.000 nieuwe exemplaren per maand, terwijl gebruikelijk ongeveer 5000 worden verkocht.

De vraag is natuurlijk of het helpt. 'Cash for clunkers'-acties hebben uitgewezen slechts kortdurend resultaat te hebben. Bovendien is het zeer de vraag of de maatregel de auto-industrie weet te ondersteunen. Voor een land waarin 90 procent van de geproduceerde auto's voor de export bedoeld is, kunnen slooppremies van maximaal 1500 euro moeilijk als vliegwiel voor de grootste autoproducent ter wereld gaan fungeren.

Omhoog
Terug naar artikelen