Grieken in Bulgarije

Svetla Asenova

Grieken vormen in Bulgarije een kleine maar specifieke minderheid. Sveta Asenova, zelf van Grieks-Bulgaarse komaf, onderzocht de geschiedenis van de Grieken in Bulgarije.

In Bulgarije wonen naar schatting 26.000 Grieken. Zij kunnen in drie groepen onderverdeeld worden. Het meest talrijk zijn de in oorsprong nomadische Karakatsjanen, die in 1997 nog rond de 23.000 zielen telden. De tweede groep wordt gevormd door de Grieken die van oudsher op een vaste plaats in het gebied van het huidige Bulgarije leven. En dan is er nog een kleine, derde groep van Grieken die in de jaren van de Griekse burgeroorlog (1946-1949) in Bulgarije hun toevlucht zochten, maar die na 1989 grotendeels terugkeerden naar Griekenland.

Het zuiden van het huidige Bulgarije en het noorden van Griekenland behoorden vanaf 3200 voor Christus toe aan het rijk van de Thraciërs. De geschiedenis van de Grieken in Thracië begint rond de 5de eeuw voor Christus, als de oude Grieken op het territorium van het huidige Bulgarije steden stichten die als de koloniën van verschillende Griekse stadsstaten gaan dienen. Het betreft de steden Apolonia Pontica (tegenwoordig Sozopol), Anchialo (de hedendaagse Pomorie), Pyrgos (Boergas) en Messembria (Nessebur).

In dezelfde tijd ontstonden ook de steden Stenimahos (Asenbovgrad), Aetos (Aytos) en Diampolis (Yambol), destijds in het binnenland van Thracië. Ten noorden van deze steden werd ook Odessos (het huidige Varna) gesticht aan de Zwarte Zee Kust, net buiten de grenzen van Thracië.

In de 4de eeuw voor Christus werd Thracië veroverd door Philippus II van Macedonië. Voor anderhalf eeuw bleef deze regio deel uitmaken van het Macedonische koninkrijk. Daarna werd Thracië ondergeschikt aan het Romeinse rijk. In de middeleeuwen behoorden de genoemde steden toe aan het Byzantijnse rijk.

In de 9de eeuw werd dit gebied voor het eerst door de Bulgaren veroverd. Tot 1018 maakten ze deel uit van het Eerste Bulgaarse Rijk. In 1018 heroverde het Byzantijnse rijk dit deel van het huidige Bulgarije . Dit bleef zo tot 1185. In de periode 1186-1396 werd het gebied nogmaals Bulgaars (het Tweede Bulgaarse Rijk). In 1396 vielen de Turken binnen en kwam het gebied onder Ottomaanse heerschappij. Deze duurde tot 1878, toen de Bulgaren zich wisten te bevrijden van de Ottomaanse bezetting.

Gezien haar lange geschiedenis vol machtswisselingen - van het vroege Thracië tot het huidige Bulgarije - is het bijzonder dat in deze streek aan de Zwarte Zee nog altijd Grieks gesproken wordt. In Sozopol (het oude Apolonia Pontica) en Pomorië (het oude Anchialo) wonen ook nu nog compacte gemeenschappen die de Griekse taal spreken en zichzelf als Grieken aanduiden.

Karakatsjanen
De Karakatsjanen, een etnische groep op het Balkanschiereiland, hebben hun naam uit de Turkse taal. Het betekent 'zwarte rondtrekkende'. 'Zwart' omdat zij zwarte kleren droegen, en 'rondtrekken' of 'zwerven' omdat zij een nomadische stijl van leven hadden.

Wanneer en waarvandaan de Karakatsjanen naar de Balkan kwamen en bij welke etnische groep zij horen is onduidelijk. Over hun afkomst bestaan verschillende theorieën. Volgens een ervan zijn zij de oudste bevolking van Europa. Deze theorie is gebaseerd op het feit dat in hun dialect bepaalde woorden voorkomen die ook in het vroeg-Griekse epos Ilias van Homeros te vinden zijn (en die het moderne Grieks niet meer bevat). In elk geval blijft elke theorie vooralsnog moeilijk te bewijzen.

Wat wel zeker is, is dat de Karakatsjanen een gemeenschappelijke afkomst hebben, wat ze een saamhorigheidsgevoel geeft en dat de taal die zij gebruiken een heel oud dialect van het Grieks is. Ook hun nationaal besef is Grieks.

Het leven van de Karakatsjanen is altijd verbonden geweest met de bergen. Hun nomadische stijl van leven werd bepaald door hun middelen van bestaan, de schapen die zij hielden. 's Winters trokken zij met hun schaapskuddes naar het zuiden, naar het Pindusgebergte rond de stad Ioannina, om de koude winters van Bulgarije te ontlopen. 's Zomers keerden zij terug naar het noorden, vooral naar de zuidelijke berghellingen van de berg Stara Planina, maar ook naar andere berggebieden, omdat de zomers in het noorden van Griekenland weer veel te warm waren.

De Karakatsjanen woonden in kleine tijdelijke hutten met rieten dak, die zij op de berghellingen bouwden. Wat zij van de schapen produceerden - wol, melk, zuivelproducten en vlees - ruilden zij in de naburige dorpen en steden tegen andere levensmiddelen.

Eeuwenlang konden de Karakatsjanen vrij van de ene plaats naar de andere trekken. In 1936 kregen zij voor het eerst een identiteitsdocument. Hierin waren hun namen en achternamen veranderd. In plaats van de Griekse suffixen werden aan hun achternamen Bulgaarse suffixen toegevoegd. Maar ondanks hun Bulgaarse suffixen klonken de nieuwe achternamen nooit Bulgaars. De Karakatsjanen zijn nog altijd herkenbaar aan hun achternaam, zeker in vergelijking met de gebruikelijke Bulgaarse achternamen.

De komst van het communisme in Bulgarije in 1944 bracht een grote verandering in het leven van deze bevolkingsgroep. Door de nationalisering van het particuliere eigendom werd hen de schapen, hun middel van bestaan, afgenomen. Van de Karakatsjanen werd ook vereist zich op een vaste plek te vestigen. Op deze manier werden zij gedwongen in de naburige dorpen en steden te gaan wonen en hun leven voorgoed te veranderen.

In 1947 werd de Karakatsjanen het verbod opgelegd om de grens met Griekenland over te steken. Op deze wijze werd de communicatie van de Bulgaarse Karakatsjanen met de Karakatjanen in Griekenland voor meer dan veertig jaar onderbroken. Na de val van het communisme in 1989 kregen de Karakatsjanen in Bulgarije ook Griekse identiteitsdocumenten. Sindsdien mogen zij de landsgrenzen vrij oversteken.

Een jaar na de val van het communisme werd in Sliven de Bond van de Verenigingen voor Cultuur en Onderwijs van de Karakatsjanen in Bulgarije opgericht. Dat gebeurde juist in Sliven, omdat hier het grootste aantal Karakatsjanen in het land woont. Op het berggebied Karandila nabij Sliven wordt elk jaar op 7 en 8 juli het Jaarfeest van de Karakatsjanen in Bulgarije georganiseerd. Dit jaar was het de 18de keer dat dit feest plaats vond.

Er verzamelen zich niet alleen Karakatsjanen uit verschillende streken in Bulgarije, maar ook Karakatsjanen uit Griekenland die speciaal voor het feest hier naartoe komen. Er worden traditionele instrumenten bespeeld en volksdansen gedanst. De dansers zijn in volksdracht gekleed. In de open lucht worden grote vuren aangestoken waarop vlees wordt gegrild. Hiermee wordt een sfeer gecreëerd die laat zien hoe belangrijk het verleden voor deze mensen nog steeds is. Hun samenhorigheidsgevoel is niet alleen tijdens het jaarfeest in het berggebied Karandila duidelijk te zien, maar ook in iedere stad waar nog hechte gemeenschappen Karakatsjanen overgebleven zijn: in de steden Sliven, Kotel, Kazanlak, Samokov, Doepnitsa, Berkovitsa en Vratsa.

Vluchtelingen burgeroorlog
De Grieken die gedurende de Griekse burgeroorlog van 1946-1949 naar Bulgarije vluchtten - Bulgarije was een van de eerste landen geweest die politieke vluchtelingen uit Griekenland had opgenomen - mochten na 1989 terugkeren naar hun vaderland. Griekenland herstelde het hun afgenomen burgerschap en herstelde bovendien de pensioenrechten die hun eveneens tijdens de burgeroorlog waren afgenomen.

Hierdoor nam het aantal Griekse vluchtelingen in Bulgarije na 1989 drastisch af. Hoewel de meesten de beslissing namen om terug te keren naar hun vaderland, is een relatief klein aantal Griekse politieke vluchtelingen in Bulgarije gebleven.

De afgelopen vijftien jaar raakte de Bulgaarse economie steeds meer verbonden met die van Griekenland. Griekenland is een van de grootste en de belangrijkste buitenlandse investeerders in Bulgarije, vooral in het bankwezen en de bouwsector. Naar de zich snel ontwikkelende economische relaties worden ook de banden tussen beide landen op cultureel gebied versterkt. Er wordt steeds meer Griekse literatuur in het Bulgaars vertaald, maar ook Bulgaarse literatuur in het Grieks.

Omhoog
Terug naar archief