Tsjechië
Marlies Ootes
Het aantal zetels in het Europees Parlement dat onder de Tsjechen wordt verdeeld is als gevolg van het toetreden van Bulgarije en Roemenië gedaald van 24 tot 22. Wie deze zetels zullen bezeten, beslissen de Tsjechen op 5 en 6 juni.
De Tsjechen hebben echter niet al te veel trek in de verkiezingen voor het Europees Parlement. Maar liefst 74 procent van de ondervraagde Tsjechen vindt de Europese verkiezingen niet interessant, zo bleek uit de Eurobarometer van begin dit jaar. Alleen de Letten overtreffen deze score nog: 79 procent van de bevraagde inwoners van Letland interesseert zich niet voor de Europese verkiezingen. Het gemiddelde van alle EU-lidstaten ligt op 53 procent.
Deze uitkomst heeft niets te maken met de huidige politieke crisis in Tsjechië, die tijdens de onderzoeksperiode nog in geen velden of wegen te bespeuren was. De crisis bevestigt wel de positie van Tsjechië als een van de zwakke schakels van de EU door het getalm met de ratificatie van het Verdrag van Lissabon en, in het algemeen, de uiteenlopende meningen over de Europese integratie, die vaak op de meest ongelukkige momenten worden verkondigd door prominente politici als de zeer eurosceptische president Václav Klaus.
Wat de uitwerkingen van deze blamage op de Tsjechische opkomst bij de Europese verkiezingen zullen zijn, valt nog te bezien. Bij het Eurobarometer-onderzoek van begin 2009 noemden de Tsjechen als de belangrijkste thema's die zouden moeten tellen in de campagnes de werkloosheid en de economie.
Maar in plaats van zich met inhoudelijke onderwerpen bezig te houden, richten de twee grootste politieke partijen zich meer op elkaar dan op de Europese campagne. Zo heeft de conservatieve Democratische Burgerpartij (ODS) de website www.cssdprotivam.cz (ČSSD tegen u) opgericht, die de slechte kanten van de Tsjechische Sociaal-Democratische Partij (ČSSD) moet blootleggen, zoals 'schulden maken' en 'cliëntelisme'.
Ook wordt de ČSSD verantwoordelijk gehouden voor de huidige politieke crisis. Op billboards gaat de ODS nog verder: daarop staan ČSSD-topmannen Jiri Paroubek en David Rath afgebeeld met de slogan 'Mijn programma: kwaad doen en angst teweegbrengen'. Niettemin had de ČSSD tegen u in april nog een nipte voorsprong in de peilingen: volgens het Tsjechische opiniebureau STEM kon de ČSSD op dat moment op 23 procent van de stemmen rekenen, gevolgd door de ODS met 21 procent.
De ODS-campagne is een reactie op vergelijkbare slogans van de ČSSD. Op deze manier worden de nationale en de EU-politiek flink door elkaar gegooid. In de herfst zullen de Tsjechen opnieuw naar de stemhokjes worden verzocht om een nieuw parlement te kiezen. Deze strijd is echter nu al begonnen en overschaduwt de verkiezingen voor het Europees Parlement, die hierdoor het karakter van een opiniepeiling voor de landelijke parlementsverkiezingen krijgen.
Hierin speelt de EU echter wel een rol, vooral omdat het laatste woord over de toekomst van Tsjechië in Europa nog niet gesproken is. Dit heikele thema zorgt vooral binnen de ODS voor verdeling. Over het al dan niet ratificeren van het Verdrag van Lissabon zal naar alle verwachting binnenkort een beslissing vallen, maar ook andere integratietekenen, zoals een eventuele invoering van de euro, zorgen voor onrust.
De eerste Europese Parlementsverkiezingen in juni 2004 werden door de ODS gewonnen met 30 procent van de stemmen. De op dat moment regerende sociaaldemocratische ČSSD leed een pijnlijke nederlaag en kreeg slechts 9 procent van de kiezers achter zich, waarmee de partij vijfde werd. Op plek twee tot en met vier stonden respectievelijk de communistische partij KSCM (20 procent), de Europese Democratische Unie (11 procent) en de christendemocratische KDU-CSL (9,6 procent).
Van de 24 afgevaardigden die Tsjechië na de verkiezingen van juni 2004 naar Brussel mocht sturen, wordt Miroslav Ouzky (ODS) als de succesvolste gezien. Hij is momenteel voorzitter van de Commissie Milieubeheer, Volksgezondheid en Voedselveiligheid. Op de kandidatenlijst staat hij echter slechts zesde, met onder anderen voormalig premier Jiří Havel voor zich.
Opvallend is het geringe aantal vrouwen op de kandidatenlijsten van de twee grootste partijen. De ČSSD heeft twee vrouwen bij de eerste tien kandidaten, waarvan de eerste op plaats vijf staat. De ODS heeft slechts één kandidate bij de eerste tien, de 37-jarige Andrea Češková op plaats negen.