Werkplek: Europees Parlement
Ivana Petričević
Ivana Petričević behaalde een MA Europese Studies aan de Universiteit van Amsterdam. Zij werkte als projectmedewerkster voor vertrekkend Europees parlementslid Jan Marinus Wiersma (PvdA). Nu werkt ze als medewerkster voor Emine Bozkurt, nummer twee op de PvdA-lijst voor de Europese verkiezingen. Petričević vertelt hoe een werkdag in het Europees Parlement eruit ziet.
Het is acht uur in de ochtend in de hoofdstad van Europa. Op straat haast iedereen zich naar het werk. Metro's, trams en bussen zitten tot negen uur helemaal vol. Toch lopen ook veel mensen naar kantoor, want in Brussel kun je makkelijk wonen in de buurt waar je werkt. Woonruimte is zo gevonden. Iedere buurt heeft voor elk wat wils. Woningen zijn vergeleken met Amsterdam veel ruimer en doorgaans voordeliger.
Helaas kan je in Brussel niet naar hartelust fietsen. Alleen een enkele dappere Nederlander durft de fiets naar zijn werk te nemen. Fietspaden zijn in Brussel namelijk een sporadisch verschijnsel.
Eenmaal in de buurt van je werkplek, voorbij de vroege straatmuzikanten en de bedelaars, word je elke keer overrompeld door de monumentale grootte van het glazen bouwwerk dat het Europees Parlement heet. Dat immense bouwwerk is voortdurend aan het uitbreiden, net als de Europese Unie zelf. Hoe meer parlementariërs er komen, hoe meer ruimte er nodig is. Na de toetreding van Bulgarije en Roemenie is er een nieuwe vleugel bijgebouwd.
Naast de ingang zie je dan de fiets van die ene dappere Nederlander vastgeketend aan het hek, te herkennen aan de kleur rood-wit-blauw. Als je de hoofdingang neemt, zie je uiteraard ook het rood-wit-blauw van de Nederlandse vlag, op een rij met de andere 26, alsof die iedere dag speciaal voor jou opgehangen wordt. Dat heeft iets plechtigs, elke dag opnieuw.
Bij de ingang is het dan dringen om door de drukte naar binnen te komen. Elke dag komen er honderden bezoekers die zich bij binnenkomst moeten identificeren. De beveiliging is over het algemeen streng. Stagiaires bijvoorbeeld moeten elke keer als ze binnenkomen door de beveiligingspoorten heen.
Als je eenmaal binnen bent, neem je naar goed Frans (Belgen zouden zeggen 'Belgisch') gebruik een croissant en een 'petit' espresso als ontbijt. Bij de koffiebars kan het behoorlijk druk worden, want in het Europees Parlement werken ruim vijfduizend mensen. Met je 'petit' in de hand loop je dan naar de postvakjes om de post van je parlementariër op te halen. Op de derde verdieping vind je de postvakjes van alle 785 parlementsleden.
In de lift heb je kans om alle 23 officiële talen van de 27 EU lidstaten te horen, wat soms ook gebeurt als je op de vijftiende verdieping werkt. Overal om je heen zie je posters met aankondigingen van conferenties, hoorzittingen en allerlei bijeenkomsten. Je zou makkelijk de hele dag enkel conferenties kunnen bijwonen, variërend van onderwerpen als energievoorziening en gezondheidszorg tot vrouwenrechten.
Onderweg in de gang en op je kantoor word je verwelkomd door Nederlandse collega's. Ook al is het Europees Parlement heel internationaal, parlementariërs van een bepaalde politieke groep die uit hetzelfde land komen worden, bij elkaar gezet. Zo zitten de PvdA-leden naast elkaar. Hun collega's sociaaldemocraten uit andere landen zijn op dezelfde verdieping te vinden. Dat is wel praktisch voor overleg, want als politieke groep draag je meestal een gezamenlijk standpunt uit.
Daarnaast sluit je coalities met andere groepen. Nu bestaan er zeven groepen, waarvan de christendemocraten, de sociaaldemocraten en de liberalen de grootste zijn. Er is geen vaste coalitie zoals in de Tweede Kamer, maar er worden steeds verschillende coalities per onderwerp gevormd.
In het Europees Parlement overheerst de verdeling in politieke groepen. Je bent eerst socialist, christendemocraat of liberaal en dan pas Nederlander, Hongaar of Pool. Toch is er vijf jaar na de grote uitbreiding nog steeds een verdeling tussen oost en west merkbaar. Aan beide kanten worden bepaalde zaken nou eenmaal anders bekeken. Neem bijvoorbeeld het Europees gezinsbeleid: gaan we in Europa uit van het traditionele gezinsbeeld of houden we ook rekening met nieuwe gezinsvormen, zoals die van ouders van hetzelfde geslacht?
Ook als het om verdere uitbreiding van de EU gaat zijn de twee kanten enigszins verdeeld. Oost-Europeanen zijn over het algemeen positiever op dit punt. Elke keer als een Oost-Europees land voorzitter is van de EU komt de uitbreiding hoog op de agenda te staan, ook in het Europees Parlement.
Hoe dan ook, gedurende de werkdag is het eerst nodig dat je met je partijgenoten overlegt, vervolgens met je groepgenoten en dan sluit je coalities met andere groepen. Daarnaast krijg je ook te maken met verschillende lobbygroepen die willen dat hun standpunt in je beleid wordt meegenomen. Als medewerker van een Europarlementariër, doorgaans MEP genoemd, ofwel Member of the European Parliament, krijg je daar veel mee te maken.
Als projectmedewerker zorg je ervoor dat een bepaald rapport van je MEP zo breed mogelijk gesteund wordt. Verder ben je als medewerker heel nauw betrokken bij alles wat je MEP doet. Je schrijft speeches, bereidt debatten voor, staat bezoekersgroepen te woord, verzorgt rondleidingen, volgt de parlementaire commissie, schrijft persberichten en onderhoudt contacten in je nationale parlement en in het Europees Parlement in het algemeen.
Tijdens je werkdag verloopt de communicatie meestal in het Engels, maar Frans is ook erg handig. De meeste mensen die praktische diensten verlenen spreken alleen Frans. Als je bijvoorbeeld een zaal wilt reserveren, hoor je toch een woordje Frans te spreken. Soms moet je op een dag een parlementariër spreken die alleen Frans of Grieks spreekt. Dat is vooral de oudere generatie. Gelukkig komen de medewerkers er met elkaar meestal wel uit. Over het algemeen wordt het erg op prijs gesteld als je iemand in zijn moedertaal aanspreekt, dus hoe meer talen je kent hoe beter.
In Brussel wordt doorgaans weinig Nederlands gesproken. De hoofdtaal is Frans, ook al is Brussel officieel tweetalig. Overigens zijn er taalcursussen in overvloed, ook aangeboden door het Parlement zelf.
Bij de lunch kun je ook aanschuiven bij een conversatietafel om je Frans of je Spaans te oefenen. In het beroemde Mickey Mouse-café (genoemd naar de fel gekleurde stoelen in de vorm van Mickey's oren) worden regelmatig vrijblijvend lessen georganiseerd. Tijdens de lunch gaat het werk ook vaak gewoon door, want dat is juist het moment om informeel je plannen met collega's door te nemen.
Als je stage loopt in het Europees Parlement kun je werken voor een MEP, voor het Parlement zelf, voor een politieke groep of bijvoorbeeld voor een persvoorlichter. De meeste stages duren een half jaar, maar er bestaan ook 'snuffelstages' van een paar dagen. Stagevacatures voor MEP's en vacatures voor medewerkers verschijnen op de websites van de landelijke politieke partijen. Het Parlement zelf neemt in twee termijnen stagiaires aan.
De werkzaamheden verschillen sterk per stage. Meestal wordt de opleiding Europese Studies, Politieke Wetenschappen of Internationale Betrekkingen gevraagd, maar soms zijn er juist specialisten voor een bepaald onderwerp nodig. Als je niet als stagiair of medewerker werkzaam wilt zijn, moet je slagen voor het concours om direct bij het Europees Parlement in dienst te kunnen treden.
Wanneer de werkdag ten einde loopt, is de verleiding groot om nog even rond te blijven hangen. Je kan zó aanschuiven bij een debat, een opening van een tentoonstelling of een boekpresentatie. Natuurlijk kun je ook op het Luxemburgplein pal voor het Parlement in een van de vele cafés genieten van een Belgisch pintje. Daar kom je ongetwijfeld weer je Nederlandse, Franse en Griekse collega's tegen. Avondeten doe je dan ook op z'n Frans, rond een uur of acht. Met het Europees Parlement als werkplek voel je je vast een zeker een echte Europeaan.
Werk of stage in het Europees Parlement? Kijk op www.europarl.europa.eu