Oligarchen onder vuur

door René Does

Tijdens Jeltsins tweede presidentstermijn, na de verkiezingen van juni 1996, heeft de mening postgevat dat Rusland is veranderd in een oligarchie. Enkele steenrijke ondernemers, met op slinkse wijze en heel goedkoop opgebouwde belangen in de industrie, het bankwezen en de media, zouden achter de schermen de politieke en economische koers van het Jeltsin-bewind hebben bepaald.

Het beleid van de Russische president Vladimir Poetin wordt bepaald door twee doelstellingen: economische modernisering en herstel van de staatsmacht. Onderdeel van dit beleid is het aanpakken van de grote macht van de oligarchen uit de Jeltsintijd.

De oligarchen verkregen hun rijkdom door grote happen uit het staatsbezit te nemen gedurende het privatiseringsproces. In het begin van 2000 controleerden de twintig rijkste Russische ondernemers bedrijven met een totale waarde van 210 miljard dollar.

Toch is Rusland in de Jeltsin-tijd niet veranderd in een volgroeide oligarchie. Daarvoor was - en is - de onderlinge verdeeldheid onder de oligarchen te groot. Men kan zeggen: er zijn in Rusland wel oligarchen, maar er is geen gevestigde oligarchie waarin onderling op rustige wijze gemene zaak wordt gemaakt.

In dit opzicht vertonen de oligarchen een grote overeenkomst met de Russische maffia, die ook gekenmerkt wordt door permanente en harde onderlinge strijd. De oligarchen vormen geen homogene groep.

Bovendien lopen een brede en een nauwe definiëring van de term 'oligarch' constant door elkaar. Oligarchen zijn in de brede definitie grote ondernemers of politici met enorme economische macht.

Gaat men uit van de nauwe definitie van 'oligarch', dan moet hij (vrouwelijke oligarchen kom je nog niet tegen) ook nog persoonlijke toegang tot de president of tot de presidentiële administratie bezitten.

Het antwoord op de vraag wie nu de invloedrijkste oligarchen zijn, verandert regelmatig. Allianties onder oligarchen wisselen snel, evenals hun plaats op de 'invloedsrating' in de Russische politieke en economische wereld.

In de zomer van 1996 was het simpel: toen heerste de semibankirsjtsjina, het 'zevenbankiersbewind'. Het waren Boris Berezovski van het consortium LogoVAZ, Vladimir Goesinksi van de MOST-groep, Vladimir Potanin van de Oneksimbank, Michaïl Chodorkovski van de Menatepbank, Aleksandr Smolenski van de bank SBS-Agro en Michaïl Fridman en Pjotr Aven van de Alfa-bedrijvengroep. Er bestaat een beroemde foto van deze zeven mannen in bespreking met oud-president Jeltsin.

Op 28 december 1999 publiceerde de zakenkrant Kommersant een top 14 van de machtigste oligarchen op dat moment. Op de plaatsen één en twee stonden Aleksandr Mamoet, het hoofd van de toezichthoudende raad van de MDM-bank, en Roman Abramovitsj, lid van de directieraad van het olieconcern Sibneft.

Praktisch niemand in het Westen had op dat moment van deze ondernemers gehoord. Zij bleken gemakkelijk toegang te hebben tot de presidentiële administratie en De Familie rond Jeltsin. Pas op nummer drie kwam een bekende, namelijk Berezovski.

Scenario's
Onder Poetin, zo wordt algemeen verwacht, zal het Kremlin niet langer de gevangene zijn van de oligarchen en zullen de oligarchen een zware tijd tegemoet gaan. De nieuwe president zette inderdaad meteen de aanval in op externe machtsgroepen in de vorm van gouverneurs en oligarchen.

De oligarchen zijn echter bijzonder machtig, zowel financieel als in de media. Zij hebben met hun geldelijke en mediasteun Poetin mede op de presidentstroon geholpen.

Poetin is - anders dan zijn voorganger Jeltsin - geen crisispoliticus. Als hij oligarchen wil aanpakken is dat niet door het inzetten van een frontale aanval, maar door een stapsgewijs en planmatig beleid waarin ook compromissen niet uit de weg worden gegaan.

Een genoemd scenario in de strijd tussen Poetin en de oligarchen is de renationalisering van de bezittingen van de oligarchen onder het motto 'het Kremlin heeft gegeven, het Kremlin heeft genomen'. Hierna kunnen de betreffende bedrijven dan in een nieuwe privatiseringsronde voor een betere marktwaarde opnieuw worden verkocht.

Juridisch is dit wel rond te krijgen, want tijdens het privatiseringsproces zijn rond elk voormalig staatsbedrijf wel wetsovertredingen te vinden. Dit scenario is echter erg onwaarschijnlijk.

Ten eerste is de Russische staat tegenwoordig niet competent genoeg om deze bedrijven goed te besturen. En ten tweede zal renationalisering een grote afschrikwekkende werking hebben op alle potentiële binnen- en buitenlandse investeerders, zelfs al hebben de oligarchen hun bezit op slinkse wijze en veel te goedkoop verkregen.

Wat Poetin wel probeert is om de oligarchen te disciplineren. Gesteund door het Ministerie van Binnenlandse Zaken, het Openbaar Ministerie en zijn voormalige collega's uit de veiligheidsdienst FSB jaagt hij de oligarchen daarom schrik aan.

Tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen verklaarde Poetin dat hij zich zou laten leiden door ravnoöedalennost (het bewaren van een gelijke afstand) jegens alle economische actoren - van een individuele kleermaker tot een oligarch.

In juni van dit jaar deed de belastingdienst een inval in de kantoren van Media-MOST, het bedrijf van mediaoligarch Vladimir Goesinski, die voor korte tijd werd gearresteerd en zich nu beschikbaar moet houden voor justitie wegens beschuldigingen van belastingontduiking en fraude. Goesinski was de enige grote oligarch die Poetin niet steunde tijdens de verkiezingscampagne.

In deze zaak verkeert de westerse buitenstaander in een Catch-22-achtige situatie: aan de ene kant heeft ook Goesinski zijn bezit op dubieuze wijze opgebouwd, maar aan de andere kant behoren Goesinski's mediaorganen, zoals de landelijke televisiezender NTV en het dagblad Segodnja, tot de beste en de meest onafhankelijke van Rusland.

In de afgelopen maanden zijn nog zes rechtszaken gestart tegen bedrijven van oligarchen. Het enorme metaalbedrijf Norilsk Nikkel (van Vladimir Potanin) moet 140 miljoen dollar bijbetalen op de - lage - privatiseringsprijs van 170 miljoen dollar. De grote autofabriek AvtoVAZ (directeur: Vladimir Kadannikov) in Togliatti is beschuldigd van de zwarte verkoop van 200.000 Lada's.

Het grootste olieconcern, Loekoil (Vagit Alekperov), wordt beschuldigd van belastingontduiking, terwijl dit bedrijf, de shirtsponsor van de voetbalclub Spartak Moskou, in 1999 nog de prijs 'Eerlijkste belastingbetaler van het jaar' won. Van aardgasgigant Gazprom (Rem Vjachirev) werd de bedrijfsadministratie gecontroleerd vanwege de nauwe banden met Media-MOST.

Het landelijke energiebedrijf EES Rossii (Anatoli Tsjoebajs) wordt beschuldigd van de ongeoorloofde verkoop van aandelen aan buitenlandse investeerders. En kort geleden werd ook tegen Berezovski vervolging ingesteld wegens vermeende fraude rond de luchtvaartmaatschappij Aeroflot.

Of deze zaken succesvol zullen worden afgerond door justitie in Rusland is de vraag. De gekozen zaken lijken, met uitzondering van die tegen Berezovski en Goesinski, tamelijk willekeurig. Het gaat er echter om dat Poetin de oligarchen uit de Jeltsintijd behoorlijk schrik heeft aangejaagd. Zodoende moeten hun activiteiten voor hem meer beheersbaar worden.

Op 28 juli had Poetin in het Kremlin een ontmoeting met 21 oligarchen. Poetin beloofde niet het initiatief te nemen tot herziening van de gevormde eigendomsverhoudingen als de oligarchen voortaan de economische wetgeving van Rusland netjes naleven. Indien het Kremlin zich aan deze afspraak houdt, dan krijgen de oligarchen grotendeels 'amnestie' voor hun daden tijdens het privatiseringsproces onder Jeltsin. Berezovski en Goesinski waren de grote afwezigen op deze ontmoeting met de president.

Modernisering
In het afgelopen jaar is er weer een nieuwe machtsverdeling in de oligarchenwereld tot stand gekomen, die voor een belangrijk deel het gevolg is van de voorkeuren en antipathieën van de nieuwe president. Het laatste goede oligarchenoverzicht, met zes categorieën, komt uit Argoementy i Fakty, het grootste weekblad van Rusland (zie kader).

Er lijken in ieder geval nauwe banden tussen politiek en bedrijfsleven te blijven bestaan. Het meest waarschijnlijke scenario onder Poetin is de vorming van grote industriële en financiële concerns onder leiding van door het Kremlin gesteunde 'staatsoligarchen'. In de Russische media wordt dit de laatste tijd steeds vaker het 'Zuid-Koreaanse model' genoemd.

Het zogenoemde Zuid-Koreaanse model komt neer op de disciplinering en modernisering van de bedrijven van de gekozen oligarchen. Concreet betekent dit voor de bedrijven: het indammen van de enorme kapitaalvlucht (in het vorige decennium jaarlijks gemiddeld twintig miljard dollar), de openstelling voor kapitaalkrachtige en anderszins sterke buitenlandse partners en het voldoen aan de betalingsverplichtingen (belastingen) jegens de staat.

Ook onder Poetin zullen er - als geërfd begrip uit de Jeltsin-tijd - 'oligarchen' blijven bestaan. Maar in vergelijking met de periode-Jeltsin zullen het deels andere personen zijn en zullen er nieuwe machtsverhoudingen tussen het Kremlin en de oligarchen ontstaan.


De Russische oligarchen nu
1. De 'ontslagen' oligarchen.
Dit zijn Berezovski en Goesinski. Met 'ontslagen' wordt bedoeld dat zij uit de gratie zijn bij het Kremlin.

2. De 'heropgevoede' oligarchen.
Deze categorie bestaat uit de slachtoffers van rechtszaken.

3. De Kremlin-oligarchen, dat wil zeggen oligarchen met een goede persoonlijke band met Poetin.
Dit zijn Aleksandr Mamoet, Roman Abramovitsj en - nieuw - Vladislav Soerkov van de Alfa-bedrijvengroep, die thans eerste vice-voorzitter van de presidentiële administratie is. Soerkov wordt wel de beste lobbyist van Rusland genoemd. In zijn vrije tijd schrijft Soerkov literaire verhalen en componeert hij klassieke symfonische muziek. De Alfa-bedrijvengroep beheert via haar Alfa-bank het leeuwendeel van de overheidskredieten voor de landbouw. In de nauwe definitie van 'oligarchen' vormt dit drietal momenteel de topdrie van de Russische oligarchenwereld.

4. De zogenoemde 'natuurlijke oligarchen'.
Dit zijn bestuurders en ondernemers die natuurlijke monopolies in de economie leiden en dus vanwege hun functie tot de oligarchen moeten worden gerekend. Het gaat om de bazen van EES Rossii (Anatoli Tsjoebajs), Gazprom (Rem Vjachirev), de spoorwegen (Nikolaj Aksanjonko) en de Sberbank (Aleksej Kazmin), de semi-staatsbank die 85 procent van de persoonlijke bankrekeningen van de Russen beheert.

5. De nieuwkomers.
Een nieuwe naam is Dmitri Zimin, de directeur van het telecombedrijf Vympelkom. Ook in Rusland zijn de mobieltjes snel in opkomst. Een andere nieuwkomer in de oligarchenwereld is Timoer Bollojev, de directeur van de Petersburgse bierfabriek Baltika. De Russische bierindustrie kent de laatste jaren hele hoge groeicijfers.

6. De regionale oligarchen.
Deze groep bestaat uit zowel politiek als economisch machtige regionale gouverneurs, presidenten en ondernemers. Bekende voorbeelden zijn de presidenten Mintimer Sjajmijev van Tatarstan en Kirsan Iljoemzjinov van Kalmukkië en gouverneur Aman Toelejev van de Siberische industrieprovincie Kemerovo. Onder deze categorie vallen ook tamelijk onbekende personen, zoals bijvoorbeeld gouverneur Joeri Nelejev van het autonome district Chanty-Mansijsk in West-Siberië. Nelejev is de bestuurlijke beheerder van een voorraad van vijf triljoen kubieke meter aardgas. De regionale oligarchen vormen een behoorlijk omvangrijke categorie.

Bron: Argoementy i Fakty, 2000, nr. 41



Omhoog
Terug naar archief