Zaandam, Romanov en Oranje
door Bruno Naarden
Enkele jaren geleden is in Rusland en Nederland uitgebreid herdacht dat Peter
de Grote driehonderd jaar geleden negen maanden lang in ons land verbleef. De
Prins van Oranje onthulde in Petersburg een monument dat tsaar Peter toont als
scheepstimmerman in Zaandam.
Dit was een copie van een standbeeld dat in 1911 in Zaandam was onthuld. Peter heeft inderdaad in Nederland getimmerd, maar vooral in Amsterdam. Het was zeker niet zijn enige bezigheid. Peter maakte kennis met vele aspecten van de toenmalige Nederlandse samenleving, kocht kisten vol technische instrumenten en andere spullen. Veel Nederlandse zeelieden en vaklui werden in Russische dienst genomen. De tsaar had contact met stadhouder-koning Willem III van Oranje en ook met de Staten-Generaal over de buitenlandse politiek van Rusland en ontving zelfs vele buitenlandse ambassadeurs op de scheepswerf van de VOC in Amsterdam.
Toch is het verbljf in Zaandam in augustus 1697 het meest tot de verbeelding gaan spreken. Peters bezoek aan de Zaanstreek duurde echter maar een week en was bovendien een volledige mislukking. Peter had in Moskou kennis gemaakt met enkele Zaankanters die in Rusland een tijd als vakman werkzaam waren geweest. Een van hen was Gerrit Kist en in diens eenvoudige houten huisje in Zaandam ging de tsaar logeren.
De Zaanstreek met zijn vele windmolens was toen de meest industriële regio in Nederland. Daarom wilde de tsaar er zo lang mogelijk incognito blijven en zoveel mogelijk praktische kennis opdoen. Dat lukte niet. Al spoedig werd bekend wie hij was. De opdringerige nieuwsgierigheid van de Nederlanders maakte hem het werken als timmerman onmogelijk en hij vluchtte na een week naar Amsterdam.
Wel keerde Peter bij zijn tweede bezoek aan Nederland in 1717 nog een keer naar Zaandam terug en bracht opnieuw een bezoek aan Kist. Die verweet de tsaar toen nogal pissig dat hij de vorige keer was vergeten zijn huur te betalen. Peter heeft daarop prompt deze schuld afgelost. Het houten huisje van Kist bleef daarna gewoon door Zaandamse arbeiders bewoond en raakte rond 1750 in verval.
Nederlanders besteedden in de 18de eeuw geen aandacht meer aan Peters verblijf in Nederland. Alleen de Zaandamse lakenkoopman Jan Comeliszoon Noomen had zijn herinneringen aan Peter in Zaandam opgeschreven, maar zijn manuscript is nooit in Nederland uitgegeven. (Noomens aantekeningen werden wel in 1904 door W.Kordt in het Russisch vertaald en in Kiev gepubliceerd.)
Peters verblijf in ons land is aanvankelijk door de Nederlanders niet als iets bijzonders gewaardeerd, maar na 1800 is deze houding volkomen omgeslagen. Het Tsaar Peterhuisje in Zaandam werd in de eerste helft van de 19de eeuw algemeen - niet alleen in Nederland, maar ook in de rest van Europa, inclusief Rusland - gezien als het meest tastbare bewijs dat Holland model had gestaan voor de verwesterlijking van Rusland die onder Peter was begonnen.
Dat was grotendeels fantasie. Peter had zeker een voorliefde voor Nederland getoond, maar zijn verblijf in Zaandam had niets bijgedragen aan de latere verwesterlijking van Rusland. Nederland en Nederlanders hadden daarbij wel een vooraanstaande, maar zeker geen exclusieve rol gespeeld. Andere Westerse landen, en ook Polen en de Oekraïne, hadden eveneens een belangrijk aandeel gehad in de modernisatie van het tsarenrijk.
Het ontstaan van de idyllische 'Peter en Zaandam' mythe is nog nooit grondig onderzocht. Enkele 18de-eeuwse Westerse boeken over Peter de Grote, die door mij zijn geraadpleegd, versterken wel de indruk dat de oorsprong van de mythe buiten Nederland moet worden gezocht.
Het verblijf van de tsaar in Zaandam, het Nederlandse centrum van scheepsbouw en nijverheid, werd al vrij uitvoerig beschreven door Nestesuranoi in zijn Mémoires du Règne de Pierre le Grand uit 1740. Nestesuranoi vertelde, geheel bezijden de waarheid, dat Peter in 1697 zeven maanden in Zaandam had gewoond en per schip dagelijks heen en weer voer naar Amsterdam om daar op de scheepswerf van de Oost-Indische Compagnie te werken. Hij berichtte ook dat het huisje in Zaandam getoond werd aan belangstellende buitenlandse toeristen.
Mauvillon, die in 1742 een Histoire de Pierre I publiceerde, was van mening dat Peter een huis in Amsterdam had gehuurd en in de Zaanstreeek bleef werken en om die reden tussen Amsterdam en Zaandam heen en weer reisde.
Het was niemand minder dan Voltaire die van Peter een soort heilige van de Verlichting maakte. In zijn Histoire de l'Empire de Russie sous Piere le Grand van 1759 werd de tsaar beschreven als een verlicht vorst die met zijn rationele hervormingen de barbaarse Russen voor het eerst enige beschaving had bijgebracht. Voltaire gaf in het negende hoofdstuk van dit boek een uitvoerige beschrijving van Peters verblijf in Nederland 1697-98. Hij wijdde daarbij tamelijk veel aandacht aan Zaandam, maar zonder het huisje van Kist te noemen.
Voltaires hagiografie van de grote tsaar wemelde van de historische onnauwkeurigheden, maar werd wel door een groot publiek in heel Europa gelezen. Het is waarschijnlijk aan dit boek te danken dat er zeer vooraanstaande toeristen naar Zaandam kwamen. Rond 1780 is het Tsaar Peterhuisje een internationaal vermaarde bezienswaardigheid geworden.
Het staat niet helemaal vast of het huisje dat buitenlandse bezoekers toen werd aangewezen inderdaad het huisje van Kist was. De eenvoudige houten arbeidershuisjes in Zaandam leken erg op elkaar en waren niet gebouwd om de eeuwen te trotseren.
De eerste voorname Russische bezoeker was Graaf Orlov in gezelschap van Van Kinsbergen, een Nederlandse admiraal in Russische dienst. Daarna kwam de Oostenrijkse keizer Joseph II en die werd gevolgd door grootvorst Pavel Petrovitsj, de latere tsaar Paul I, en diens vrouw. Ook de koning van Zweden, Gustaaf II, bracht een bezoek.
In de Franse tijd bezocht Louis Bonaparte, die destijds koning van Holland was, het huisje in Zaandam. De broer van Louis, Napoleon deed dat ook in 1811. De Franse keizer had het Tsaar Peter monument met hautaine minachting bekeken, maar bij de Nederlanders ontstond in de periode van de Franse overheersing meer belangstelling voor Peters relaties met Nederland. Napoleons veldtocht naar Rusland waaraan vele Nederlanders deelnamen was daar waarschijnlijk niet vreemd aan.
In 1812 wijdde J.de Meerman, in een Discours sur le premier voyage de Pierre le Grand vooral aandacht aan de diplomatieke activiteiten van de tsaar en zijn gevolg. Hij vermeldde wel dat 'alle buitenlanders' die Nederland bezochten ook het huisje in Zaandam wilden zien. De Nederlandse overheid zou volgens De Meerman in 1809 overwogen hebben het huisje te kopen om het voor afbraak te behoeden.
Dat gebeurde echter niet, zelfs niet in 1814, toen tsaar Alexander I ons land bezocht en daar overal als de bevrijder van Europa werd toegejuicht. Toen deze tsaar het huisje in Zaandam bezocht, kreeg hij een tweedelige studie over Peters bezoeken aan Nederland aangeboden geschreven door de Zaandamse vrederechter en amateurhistoricus Jacobus Scheltema.
De Rus Nikolaj Bestoezjev, die in 1821 een boek over Nederland publiceerde, kwam er een jaar later, in 1815. Hij berichtte dat het huisje in zeer vervallen staat verkeerde en handig commercieel geëxploiteerd werd door de Zaandaamse herbergier Bulsing die het rond 1800 voor f 60 had gekocht. In 1820 werd het huisje voor f 6000 van Bulsing gekocht door de koning van Nederland.
Willem I schonk het vervolgens aan Anna Pavlovna Romanov die door haar huwelijk met zijn oudste zoon zijn schoondochter was geworden. Deze Russische grootvorstin was de zuster van tsaren Alexander I en Nicolaas I en staat in de Nederlandse geschiedenis bekend als Anna Paulona.
Zij restaureerde het Tsaar Peterhuisje en liet er een stenen omhulsel ombouwen, in navolging van haar grootmoeder Katherina II die hetzelfde met het Tsaar Peterhuisje in St.Petersburg had gedaan. Opgeknapt en voorzien van een passende schrijn was het Zaandamse hutje een kostbare reliek geworden die de uniek geachte Nederlandse bijdrage aan de grootheid van Rusland vereeuwigde.
De mythe van de tsaar-timmerman in Zaandam paste in de 18de eeuw geheel bij de door Voltaire gepredikte pedagogische idealen van de Verlichting. Het thema sprak echter niet minder tot de verbeelding van de 19de-eeuwse Romantiek en werd in 1837 met succes gebruikt door de Duitse componist Gustav Albert Lortzing voor zijn komische opera Zar und Zimmermann.
Het verhaal van Peter in Zaandam was de Nederlanders toen ook heel dierbaar geworden. Uiteraard waren zij zeer dankbaar geweest toen bet machtige Rusland hun kleine land bevrijd had van de Franse overheersing. In Den Haag en Amsterdam waren kaden, straten en pleinen naar tsaar Alexander I genoemd. Die dankbaarheid zou in Nederland ook langer duren dan in andere Westeuropese staten. De angst voor een Russische overheersing van Europa die spoedig in Duitsland, Engeland en Frankrijk de kop opstak, ontbrak in Nederland.
Door de grote mogendheden was België in 1814 bij Nederland gevoegd. Voor bet behoud van dit vergrootte koninkrijk rekenden de Nederlanders op de steun van Rusland. Ook de dynastieke verbintenis tussen de Oranjes en de Romanovs verhinderde dat er in Nederland een Russofobe stemming ontstond.
De Nederlanders droomden destijds van een nationale renaissance en een herstel van de glorieuze internationale positie die zij in de 17de eeuw hadden ingenomen. Bij deze nationalistische utopie en de feitelijke afhankelijkheid van een grote mogendheid als Rusland paste ook de Nederlandse verbondenheid met Peter de Grote. Vol trots kon het Nederlandse kikkertje tegen de grote Russische beer zeggen: Vergeet niet dat ik het was die je opgevoed hebt.
Het wetenschappelijke fundament voor deze mythe werd gelegd door het werk van Scheltema die zijn twee delen over Peter en Holland in 1817 uitbreidde tot een vierdelige studie over de geschiedenis van de Nederlands-Russische betrekkkingen. Hij droeg dit boek op aan Anna Paulona. In het voorwoord vroeg Scheltema de aandacht van de grootvorstin voor het 'licht van buiten' waarmee Peter de Grote de strijd tegen de Russische duisternis had aangebonden.
Dat licht had Peter natuurlijk gehaald uit het tweede vaderland van Anna Pavlovna. Nederland had Peter alle mogelijke diensten geleverd ter overwinning van de Russische achterlijkheid. 'U zult verbaasd staan, Mevrouw, over het aantal en de belangrijkheid van deze diensten. U zult verrukt zijn door de overtuiging die ik bij U hoop te vestigen: Holland is de wieg van Ruslands grootheid.'
Opmerkelijk is dat deze Nederlandse grootspraak door de Russen werd geaccepteerd. Ruslands relaties met het Westen waren immers door de overwinning op Napoleon grondig veranderd. Het was niet langer de leerling van het Westen, het was eerder de meester van Europa geworden. Rusland was trots op deze positie.
In het Russische staatpatriottisme van die tijd, samengevat met de leus Autocratie, Orthodoxie en Volkskarakter, werd de voortreffelijkheid en de originaliteit van de Russische tradities onderstreept. Rusland wenste toen een conservatief land te zijn en verzette zich tegen moderne invloeden uit bet Westen.
Tsaar Nicolaas kon onmogelijk als een hervormer worden gezien. Toch voelde ook deze tsaar zich de uitvoerder van Peters testament. Ook hij en zijn broer Michael hebben volgens Scheltema een bezoek aan het tsaar Peter huisje in Zaandam gebracht.
Buiten de hoogste kringen werd de cultus van Peter met dezelfde of nog grotere hartstocht beleden. De conservatieve Russische historicus Pogodin bracht tijdens zijn verblijf in 1839 in Nederland een bezoek aan het huisje in Zaandam en beschreef later dat hij 'dit heiligdom' slechts met bevend hart en tranen in de ogen had kunnen betreden.
In hetzelfde jaar 1839 verbleef Alexander Nikolaevitsj Romanov, de latere tsaar Alexander II, zes weken in Nederland. Hij logeerde bij zijn tante Anna Pavlovna en ging vanzelfsprekend met haar op bedevaart naar Zaandam. De dichter V.A.Zjoekovski, de mentor van de grootvorst schreef bij deze gelegenheid een gedicht dat later op een marmeren gedenkplaat in het tsaar Peter huisje werd aangebracht en daar nog steeds hangt. Zjoekovski geeft de mythe van Zaandam en tsaar Peter precies weer:
Nad bednoj chizjinoj sej
Vitajoet angely svjatye
Velikij knjaz, blagogovej
Zdes kolybel Imperii Tvojej
Zdes rodilas Velikaja Rossija
Buig in deze arme hut, waar Engelen Gods om zweven,
Buig, grootvorst, hier het hoofd in stillen ootmoed neer,
Zij was de wieg uws Rijks, ze omsloot de kiem weleer,
Die grootheid moest aan Rusland geven
In tweede helft van de 19de eeuw verloor de romantische en nationalistische mythe van het Tsaar Peterhuisje veel van zijn aantrekkingskracht voor Nederlanders en Russen en werd gereduceerd tot een aardige anecdote. In Rusland werd de Petrinische mythe ondermijnd door de slavofielen, een groep Russische intellectuelen die meenden dat Peters brute methoden van verwesterlijking Rusland alleen maar meer ellende hadden gebracht.
Toen het onoverwinnelijk geachte Rusland in 1856 de Krimoorlog van Frankrijk en Engeland verloor, werd aan alle Russen, inclusief de tsaar, duidelijk dat er veel schortte aan de grootheid van Rusland. Het tsarenrijk zou opnieuw een periode van grote hervormingen doormaken en zag zich tot op zekere hoogte opnieuw in de positie van leerling van Europa geplaatst.
Maar de rol van Nederland als leermeester was toen vrijwel geheel uitgespeeld aangezien ons land zelf een achterstand op technisch en industrieel gebied had opgelopen. Het belang van de dynastieke band van de Oranjes met de Romanovs verminderde. Rusland had in 1830 de afscheiding van België niet tegen kunnen houden.
Anna Pavlovna had als koningin van Nederland in 1848 meegemaakt dat haar echtgenoot de macht over de Nederlandse staat had moeten overdragen aan bet parlement. Zij overleed in 1865. De liberale en socialistische partijen die in Nederland ontstonden, hadden veel kritiek op de expansionistische Russische buitenlandse potitiek en op bet voortbestaan van de tsaristische autocratie.
Het tsaar Peter huisje bleef bewaard en werd zelfs door tsaar Nicolaas II van een nieuw stenen omhulsel voorzien, maar de honeymoon in de Nederlands-Russische betrekkingen was voorbij. Toen Nicolaas in 1911 de stad Zaandam een standbeeld van tsaar Peter als timmerman aanbood, bleven de socialisten in die stad weg bij de onthulling ervan. Rusland was volgens hen het rijk van het kwaad waar de arbeiders wreed onderdrukt werden.
Deze gewijzigde omstandigheden weerspiegelden zich ook in de geschiedschrijving over Peter de Grote. De Nederlanders leverden daaraan geen grote bijdrage meer in de 19de eeuw. De Russische historici schiepen een subtieler en contrastrijker beeld van Peter de Grote, van zijn hervormingen en zijn relaties met het Westen. Het idee dat Peter Nederlands licht in de Russische duisternis had gebracht en op die manier achterlijkheid door beschaving zou hebben vervangen, verdween naar de achtergrond.