Het flessenvolk
door Charles Hoedt
Haar trimschoenen heeft ze zelf weer aan elkaar genaaid met naald en draad toen
het schoeisel na jarenlange dienst uit elkaar dreigde te vallen. Een zestal
veiligheidsspelden houdt haar schort bijeen. Anders zouden de naden van het
kledingsstuk uit ouderdom loslaten. Nee, vertel Galina niets over de eindjes
aan elkaar knopen. Daar weet de 61-jarige Russin alles van.
Bijna dagelijks loopt ze rond op de goederenmarkt Joenona. Hier aan de rand van de stad, tussen hoge grijze flatgebouwen, worden zelfgebrande cd's voor drie gulden per stuk verkocht, software voor computers, elektronica, maar ook kleding en lichte wapens. Galina zelf verkoopt er niks. Aan kopen doet ze ook niet.
Galina jaagt op lege flessen die bezoekers achterlaten op het marktterrein. Het statiegeld dat ze krijgt bij het inleveren van de flessen kan ze goed gebruiken voor haar levensonderhoud. Haar pensioentje bedraagt immers maar 700 roebel (ongeveer 65 gulden) per maand. Zonder de lege flessen heb ik geen leven, vertelt ze me nadat ze eerst heeft gevraagd of ze mijn bierfles mag hebben. Vanuit twee goed gevulde plastic tassen komt een klingend geluid van tegen elkaar botsend glas.
Galina zoekt vooral naar lege bierflessen van een halve liter, bijvoorbeeld van Baltika of Botsjkarjov. Die leveren het meeste op: 1,20 roebel per fles. Met dat beetje geld kan Galina een hoop doen. Reken maar uit: van de opbrengst van drie lege flessen kun je al een brood kopen, vijf flessen is al bijna een kilo aardappelen. Voor een kilo worst zijn minstens veertig lege flessen nodig.
Het verzamelen van lege flessen beschouwt Galina als haar baan. Zes van de zeven dagen is ze ermee bezig. 'Het is geen bedelen. Ik vind ook vaak bierflessen in vuilnisbakken of gewoon op de grond. Door ze op te rapen en in te wisselen help ik mee het terrein schoon te houden.'
De concurrentie onder het 'flessenvolk' is groot. Ook op Joenona is Galina lang niet de enige. Er zijn zeker vier vaste concurrenten. Daarnaast zijn er een hoop 'amateurs' die zo af en toe op zoek zijn naar een paar flesjes - als de financiële nood hoog is.
De vaste 'verzamelplek' van Galina is het centrale marktplein van Joenona. Daar staan bankjes waar mensen op neerstrijken om te eten en te drinken. Als Galina iemand een biertje ziet drinken, vraagt ze beleefd of ze het flesje mag hebben als het leeg is. Daarna laat ze de bezoeker rustig zijn bier opdrinken. 'Want ik wil ze niet lastig vallen.' Wel houdt ze de persoon in kwestie scherp in de gaten. Bij de laatste slok stuift ze naar de eigenaar toe om de fles in ontvangst te nemen. Want voor je het weet gaat iemand anders er met de buit vandoor.
Vroeger werkte ze als bouwvakster. Vandaar dat Galina grote ruwe handen heeft. Het werken in de bouw werd haar te zwaar. Om toch aan geld te komen, verkocht ze op de rommelmarkt van Joenona alles wat ze van haar huisraad kon missen: haar oude pannen, lepels, kopjes, glazen, boeken. 'Op gegeven moment had ik niets meer om te verkopen. Dan moet je wat anders bedenken.'
Galina verdient per maand ongeveer 500 roebel aan de lege flessen. In het weekeinde verzamelt ze er ongeveer vijftig. Op doordeweekse dagen tussen de tien en vijftien per dag. In de zomer prijst ze zich gelukkig. 'Dan werk ik buiten, lekker in de open lucht. Op zaterdag treden er op het centrale plein lokale artiesten en cabaretiers op. Ik geniet dan van de muziek en van de jongeren die dansen.'
De winter is een ander verhaal, hoewel er dan op zaterdag ook muziek wordt gemaakt. 'In het weekeinde is het er altijd druk. Maar doordeweeks niet. Dan moet ik soms uren in de kou en sneeuw wachten tot ik eindelijk een fles te pakken heb.'
Helaas voor Galina is er onlangs op het marktplein een officiële inleverkraam gekomen voor lege flessen. Russen die normaal niet de moeite nemen om de lege bierfles helemaal mee te nemen naar een inleverpunt in de stad, kunnen nu op de markt zelf terecht voor hun statiegeld. 'De laatste weken haal ik daardoor minder op. Gelukkig kom ik hier al een paar jaar, dus veel mensen kennen mij en bewaren hun bierfles speciaal voor mij.'
Buitenlanders zijn vaak gul. 'Ik kan me nog herinneren dat een Amerikaanse mij een plastic flesje Fanta aanbood. Die wilde ik eerst niet aannemen, want voor een plastic flesje krijg je niets. Toen ik goed keek, zag ik dat het nog halfvol met Fanta zat. Tegen de dorst, zei de Amerikaanse. 'Omdat u al zo lang in de hitte staat te wachten op een flesje.'