De kunsten van een chauvinist
Een tentoonstelling van Ilja Glazoenov
door Pauline Michgelsen
Onlangs was in de grootste tentoonstellingsruimte van Moskou, de Manege, een
overzichtstentoonstelling van Ilja Glazoenov te zien. Onder de titel God, red
Rusland! werden meer dan 700 werken van de controversiële kunstenaar getoond.
De titel is veelzeggend: vooral sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie heeft
Glazoenov met steeds luidere stem verkondigd dat Rusland zich moet ontdoen van
de verwerpelijke invloeden uit het Westen en moet terugkeren naar de waarden
van het prerevolutionaire Rusland: God, Tsaar en Vaderland. 'Rusland is voor de
Russen'; slechts kerk en tsaar (of althans een autocratie) kunnen dit
realiseren. Zijn boodschap spreekt veel Russen aan. De tentoonstelling werd
druk bezocht.
Ilja Sergejevitsj Glazoenov werd in 1930 in Leningrad geboren. Op achtjarige leeftijd bezocht hij aldaar de Kinderkunstschool (detskaja choedozjestvennaja sjkola). Nadat al zijn familieleden in de eerste oorlogsjaren van de honger waren gestorven, werd hij in 1942 naar het dorpje Greblovo in de provincie Novgorod geëvacueerd.
In 1944 keerde hij terug naar Leningrad. Hij ging studeren aan de Middelbare Kunstacademie van het Repin Instituut. Van 1951 tot 1957 studeerde hij op het Repin Instituut zelf, naast het Moskouse Soerikov Instituut de meest prestigieuze kunstopleiding in de Sovjet-Unie. Glazoenov legde zich toe op portretten, landschappen en historische werken, meestal van enorme omvang. Ook ontwierp hij decors voor opera's en illustreerde hij diverse Russische klassiekers, zoals Dostojevski. In 1957 verhuisde Glazoenov naar Moskou, waar hij nog altijd woonachtig is.
Hoewel Glazoenov niet Ruslands meest getalenteerde kunstenaar is, is hij sinds de jaren '60 zeker de meest populaire. Hij werkt niet zozeer volgens de regels van het socialistisch realisme, als wel in een eigen, zeer herkenbare 'heroïsch' realistische stijl. Het is 'de hoogste vorm van realisme', al combineert hij dan personen die nooit samen kunnen zijn geweest.
Op zijn doek De twintigste eeuw, dat destijds veel opzien baarde en in 1986 nog niet op zijn toenmalige overzichtstentoonstelling getoond mocht worden, staan onder andere Lenin, Aleksandr Solzjenitsyn, Charlie Chaplin en John Lennon. Op Eeuwig Rusland uit 1988 staan onder andere Stalin, Trotski, Anna Pavlova, Aleksandr Blok en Jezus naast elkaar. Héél beroemde mensen combineert hij met iets minder beroemde mensen, als om het intrigerend te houden: 'Wie is die man daar eigenlijk, die moet ook bekend zijn'.
Glazoenov laat er geen twijfel over bestaan wie voor hem 'het Goede' en wie 'het Kwade' representeert. (Voor alle duidelijkheid: Stalin en Trotski staan voor 'het Kwade'). Hij is dol op filmische effecten: weidse panorama's worden afgewisseld met indringende close ups en tussen grote mensenmassa's springt het individu eruit. Het gaat hem om de boodschap en het directe effect; een dubbele laag, of een 'ziel', hoeft men bij zijn werken niet te zoeken.
Glazoenovs talenten reiken verder dan de kwast. Hij schildert niet zomaar portretten, hij schildert portretten van mensen die hem van pas kunnen komen. In de sovjettijd portretteerde hij dus graag de sovjetelite, zowel de politieke als de intellectuele. Van buitenlandse beroemdheden was hij ook niet vies: staatshoofden (Kekkonen, Indira Gandhi, Salvador Allende), filmers (Antonioni, Bondarsjoek) en andere sterren (Gina Lollobrigida bijvoorbeeld) werden door hem vereeuwigd. Beroemdheden hoefden niet voor hun portretten te betalen, gewonere mensen wel.
Hoewel er altijd geruchten gingen dat Glazoenov zou samenwerken met de KGB, ging hij zelf graag prat op problemen met en tegenwerking van 'het systeem'. Ook al werd hij reeds in 1973 benoemd tot 'Volkskunstenaar van de Sovjet-Unie' (een belangrijke eretitel) en kon hij veelvuldig naar het buitenland reizen, wat ook lang niet voor iedereen was weggelegd. Daarvoor had hij zo zijn contacten.
En hij moest - net als de officiële kunstpolitiek - niets van de historische avantgarde hebben. Malevitsj en consorten zijn voor hem 'kunstterroristen' en 'trotskisten', van wie de invloed nog immer in de Russische kunst voelbaar is.
Zelfs de officiële Kunstenaarsbond vond Glazoenov destijds te patriottistisch en accepteerde hem niet als lid. Uit onvrede met de sovjetkunst richtte Glazoenov daarom in 1989 - ten tijde van de perestrojka - zijn eigen 'Russische Academie van Schilder-, Beeldhouw- en Bouwkunst' op, waar de leerlingen een zwaar programma volgen in het waarlijk nationalistisch schilderen.
Door de kunstkritiek wordt hij verguisd. Eén van zijn fans verwoordde het als volgt: 'Het is slecht dat ze niet over hem schrijven, maar als ze over hem schrijven, schrijven ze alleen slechte dingen'. Maar door de massa wordt hij nog steeds op handen gedragen. Zijn tentoonstellingen worden immer zeer druk bezocht en het gastenboek puilt altijd weer uit van de lovende uitroepen.
Glazoenovs voorlaatste grote tentoonstelling in 1994, ook in de Manege, werd door honderdduizenden bezocht. Mensen stonden uren in de rij voor ze naar binnen konden. Zijn nationalistische boodschap was ook toen: het Westen hebben we niet nodig en Rusland is voor de Russen. Zijn doek Ontwaak Rusland! uit 1994 bijvoorbeeld (250 x 400 meter groot), toont op de voorgrond een jongen met in zijn ene hand de Bijbel en in zijn andere een kalasjnikov. Om hem heen figureren heiligen, ikonen, Russische vlaggen en een strijdbare blondine. 'U bent een grote geest, een artiest die precies verbeeldt wat het Russische volk op dit moment voelt', schreef een bezoeker.
Anno 2000 is het niet veel anders, al staan er geen lange rijen meer voor de manege. Olga Kabanova, kunstmedewerkster van Izvestija, verklaart dat als volgt: 'Iedereen kan tegenwoordig publiekelijk zijn liefde voor de monarchie verklaren. Voor de leuze 'Rusland voor de Russen' hebben we Ilja Sergejevitsj niet meer nodig. Glazoenov is niet meer gevaarlijk. O ja, de mensen blijven komen naar zijn tentoonstelling. Maar slechts uit inertie. Ter herinnering aan zijn heldendaden uit het verleden.'