Een eigenzinnige ultraliberale econoom

Andrej Illarionov, adviseur van president Poetin

door Jan Limbeek

Een grote verrassing van Poetin was de aanstelling van Andrej Illarionov (38) als zijn economisch adviseur. Illarionov is één van de liberaalste en bekendste economen van Rusland en één van de zeer weinigen zonder connecties met oligarchen.

Andrej Illarionov was in de beginjaren van het onafhankelijke Rusland de zeer liberale leider van de 'Groep voor analyse en planning', die de premier van economisch advies voorzag. In navolging van het vertrek uit de regering in januari 1994 van vice-premier Jegor Gajdar en minister van Financiën Boris Fjodorov, gaf hij zijn post op en werd directeur van het Centrum voor Economische Analyse.

Sindsdien bekritiseerde hij in talloze publicaties het gebrek aan hervormingen en de veel te grote omvang van de staat, die efficiënt functioneren van de economie in de weg staat. Veel vrienden heeft hij daarmee niet gemaakt.

Zijn kritiek richtte zich vóór 1996 vooral op de hoge inflatie en daarna, na het beteugelen van de inflatie en vóór het feitelijk staatsbankroet van augustus 1998, op de sterk groeiende staatsschuld. Tegenwoordig dringt hij vooral aan op het vergroten van de economische vrijheid.

De analyses van Illarionov zijn van hoog niveau en zeer begrijpelijk. Zijn prognoses komen vaak uit. Hij was één van de weinigen die voor 1996 een voortgaande krimp van de economie verwachtte.

Hij stelde in 1996 dat zonder verandering van het beleid Rusland op een crisis afstevende, die na twee jaar inderdaad zou plaatsvinden. Augustus 1998 dus. Hij schijnt dat eerst achter gesloten deuren naar voren gebracht te hebben tegen topbewindslieden. Zij bleven devaluatie voor de buitenwereld uitsluiten, maar haalden wel hun eigen geld van de bank. Devaluatie bleef uit en de crisis volgde. Er is dus alle reden om goed op de woorden van Illarionov te letten.

Leningen
Illarionov houdt zich uitsluitend bezig met economie. Weliswaar is hij in veel geïnteresseerd, maar hij geeft overal een sterke economische draai aan. Ook als het gaat over schijnbaar niet-economische onderwerpen als de staatsveiligheid of de uitbreiding van de NAVO, alles beziet hij door dezelfde economische bril.

De NAVO werd volgens hem uitgebreid omdat die organisatie profiteerde van de steeds zwakker wordende Russische economie (door de omvang van de staat) en omdat Rusland afhankelijk was geworden van de buitenlandse goedgezindheid om haar leningen te verstrekken. Hij is dan ook tegen het aangaan van nieuwe leningen, met name buitenlandse en inclusief die van het IMF.

Naast zijn opvatting dat Rusland in het buitenland niet serieus genomen wordt als het daar de hand ophoudt en afhankelijk is, heeft hij nog twee redenen. Buitenlandse financiering verzwakt de begrotingsdiscipline. Bovendien, als de lenigen terugbetaald moeten worden vloeit er geld uit Rusland.

Het economische gedachtegoed van Illarionov laat zich eenvoudig samenvatten: de staat moet een zo klein mogelijke rol spelen op economisch terrein, geen schulden maken en de Russische economie moet zo snel mogelijk integreren in de wereldeconomie.

Poetin was gecharmeerd van Illarionovs openhartigheid toen hij bij hem geïntroduceerd werd door de huidige minister van Financiën Aleksej Koedrin en topeconoom Pjotr Aven.

Heeft Poetin niet slechts goede sier willen maken met de benoeming van Illarionov? Zijn aanstelling had immers positieve invloed op het vertrouwen van het zakenleven. Dat lijkt onwaarschijnlijk. Als Illarionov het idee krijgt dat het economisch beleid te zeer afwijkt van zijn visie, kan hij zijn functie snel neerleggen. En dan zal hij zich niet meer terughoudend opstellen, zoals hij nu nog doet in officiële uitspraken. Poetin weet dat natuurlijk.

Men mag aannemen dat Poetin nog steeds zeker is van zijn zaak, want op 26 mei werd Illarionov benoemd als presidentieel afgevaardigde bij de G-7.

Illarionov heeft altijd gezegd dat Rusland een aanzienlijk primair overschot op de begroting (exclusief de betaling van rente en aflossing) nodig had om economische groei te bereiken. Toeval of niet, in 1999 ging de groei van de Russische economie vergezeld van een primair overschot op de begroting.

In de eerste vier maanden van dit jaar groeide de economie nog harder en was het overschot op de begroting nog groter. Volgens premier Kasjanov bedroeg het overschot in de eerste vier maanden 1,4 procent (4,6 procent primair).

In mei waarschuwde Illarionov dat de economische groei kan dalen of stoppen als de totale overheidsuitgaven niet worden verminderd. Ze moeten dalen van 38 procent van het BBP naar ten hoogste 30 procent. Liever nog naar 20 procent. Zodoende blijft er meer geld in de particuliere sector van de economie, die productiever is.

Illarionov vindt dat Rusland prioriteit moet geven aan een diepgaande hervorming van het pensioensysteem, bijvoorbeeld naar Chileens model. Rusland geeft bijna acht procent van het BBP uit aan pensioenen, hetgeen een zware last vormt voor de federale begroting.

Andere voorstellen van hem zijn bijvoorbeeld gelijke rechten voor buitenlandse investeerders en banken, reductie van de kostbare subsidies op volkshuisvesting en onbeperkt particulier eigendom van land. Illarionov stelt dat de economie met misschien wel acht à tien procent per jaar kan groeien als de hervormingen plaatsvinden volgens zijn recepten.

Staat
De Russische economie is volgens hem nog steeds niet in staat de huidige last van de staatsuitgaven te dragen. In vergelijking met landen met hetzelfde niveau van inkomen per hoofd van de bevolking, geeft de Russische staat twee keer zoveel uit. De last die door de staat op de economie wordt gelegd, ontneemt de economie de middelen om te investeren en beperkt de economische groei.

De staat moet volgens Illarionov daarom afzien van alle niet-essentiële verplichtingen en zich alleen bezighouden met defensie, buitenlandse politiek, binnenlandse orde, justitie, het garanderen van eigendomsrechten, basisgezondheidszorg, middelbaar onderwijs, het behoud van de belangrijkste culturele schatten, de ondersteuning van de fundamentele wetenschap en de bediening van de staatsschuld. Alle overige staatsverplichtingen moeten geprivatiseerd worden.

Een punt van kritiek kan zijn dat Illarionov voor elk land ter wereld hetzelfde zeer liberale economische model aanbeveelt zonder enige rekening te houden met nationale bijzonderheden en het karakter van de bevolking. De gedachte dat het niveau van de overheidsuitgaven geen autonome grootheid kan zijn, maar onder meer moet afhangen van de rol die de overheid volgens haar onderdanen moet spelen, is aan hem niet besteed. De gemiddelde Amerikaan is bijvoorbeeld individualistisch ingesteld en verwacht weinig van de overheid. De Amerikaanse overheidsuitgaven zijn dan ook laag. Russen daarentegen zijn collectivistisch en verwachten veel van de overheid. De uitgaven moeten dan hoger zijn.

Is de aanstelling van Illarionov daarom teveel van het goede? Nee, want de opvattingen van Illarionov zullen slechts in verwaterde vorm weerslag krijgen in het beleid. En dat is precies goed. Bovendien kan Poetin een onafhankelijk, kritisch en eerlijk persoon als Illarionov goed gebruiken.

Omhoog
Terug naar archief