Keerpunt 1999

De gunstige economische erfenis van Vladimir Poetin

door Jan Limbeek

Op oudejaarsochtend maakte Jeltsin bekend terug te treden en de presidentiële macht tot aan de verkiezingen over te dragen aan premier Poetin. De aandelenmarkt reageerde dezelfde dag met een koersstijging van 17 procent. Een duidelijk bewijs dat de tijd voorbij was dat Jeltsin de enige garantie was tegen de communistische dreiging. Blijkbaar vonden de beleggers Poetin een betere man voor de Russische economie.

In de begintijd van Jeltsin had Rusland vrijwel geen harde valuta meer en torste het een enorme schuldenlast. De feitelijke macht van de staat was nihil, de roebel was waardeloos, de winkels waren leeg en er dreigde hongersnood. Toen het liberaliseringsbeleid van Jegor Gajdar Rusland midden 1992 weer een beetje op de been had geholpen, was het grotendeels afgelopen met de hervormingen. De tegenkrachten waren te groot geworden. Het grote kwakkelen begon.

Russische hervormingsgezinde economen en het buitenland vreesden voor een links-nationalistische reactie. Volkomen terecht zagen ze in Jeltsin de enige garantie voor het voortbestaan van de markteconomie. Vele potentiële investeerders bleven weg.

Pas in 1997 begon de economie aarzelend te groeien, onder andere vanwege de toestroom van buitenlandse leningen. Maar in 1998 waren de binnen- en buitenlandse kapitaalverstrekkers niet meer bereid op voldoende grote schaal leningen te verstrekken. Gepaste reacties, bijvoorbeeld extra bezuinigingen en devaluatie van de roebel, bleven uit. Midden augustus kondigde de Centrale Bank aan niet meer aan haar verplichtingen te kunnen voldoen.

De gevolgen waren rampzalig. De roebel verloor in korte tijd de helft van zijn waarde en de inflatie in september was de hoogste na januari 1992, de eerste maand van de vrijlating van de prijzen. De financiële chaos leidde tot een desastreuze krimp van de productie.

In 1999 herstelde de economie zich spectaculair. Aldus was het achtste jaar van Jeltsins bewind eindelijk het begin van gezonde groei. Niet alleen groeide de economie, ook stegen de belastinginkomsten, werd de geplande begroting voor het eerst in acht jaar meer dan gehaald en was het primaire overschot op de begroting (exclusief rente en aflossing) 2,2 procent. Het handelsoverschot steeg naar een recordhoogte van 32,6 miljard dollar, de kapitaalsinvesteringen namen voor het eerst in tien jaar toe en de werkloosheid daalde terwijl omvang van de beroepsbevolking toenam.

Het enige slechte nieuws is de voortgaande grote kapitaalvlucht. Volgens de Centrale Bank bedroeg die in 1999 vijftien miljard dollar, volgens economen van het Ministerie van Financiën 23 à 25 miljard. Wel keert een klein deel van dat kapitaal weer terug: Cyprus is de één na grootste investeerder in Rusland. Poetin kan verder oogsten. In januari 2000 was de industriële groei 10,7 procent hoger dan in januari 1999.

  1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999
Investeringen -40 -12 -27 -13 -18 -5 -6,7 1
Werkloosheid (einde jaar)* 4,9 5,5 7,5 8,2 9,3 9 11,8 11,7**
Export (mld. $) 53,6 59,7 68,1 81,3 88,4 86,7 73,9 73,4
Import (mld. $) 43 44,3 50,5 60,9 61,5 66,9 59,5 40,8
*   Definitie van de Internationale Arbeids Organisatie (ILO)
** Eind januari 2000 waren 9,1 miljoen Russen werkloos, dat is 9,7 procent minder dan in januari 1999
Bron: Goskomstat, Centrale Bank

Optimisme
Veel deskundigen doen nogal schamper over de groei van het Bruto Binnenlands Product (BBP), omdat die slechts zou berusten op importsubstitutie als gevolg van de devaluatie van de roebel. De liberale econoom Andrej Illarionov wijst er echter op dat er wel vaker in de recente Russische geschiedenis grote devaluaties plaatsvonden die geen enkel positief effect hadden op de productie. Het economisch herstel is volgens hem voornamelijk te danken aan de lagere staatsuitgaven. Als het economische beleid van 1999 voortgezet wordt, gaat de economische groei ook door.

Vooralsnog is er weinig reden om aan te nemen dat Poetin het liberale economische beleid wil terugdraaien, hoewel zijn plannen vaag zijn. Weliswaar spreekt hij regelmatig over versterking van de staat, maar dat doet hij in de betekenis van liberale hervormers als Anatoli Tsjoebajs: een sterke staat is nodig om de belastingdiscipline te versterken, de corruptie te bestrijden en gehoorzaamheid aan de wet af te dwingen.

Als Rusland economische groei kan bereiken zonder structurele hervormingen, wat voor groei zou er dan in het verschiet kunnen liggen als het belastingstelsel eindelijk hervormd wordt, als bijvoorbeeld de eigendomsrechten van minderheidsaandeelhouders vorm krijgen en meer van dergelijke maatregelen?

Op 18 februari 2000 zei de eerste vice-premier, Michaïl Kasjanov, voor dit jaar een groei te verwachten van 2,5 à 3 procent. Op 9 februari zei de eerste vice-minister van Financiën dat een jaarlijkse groei van vijf tot acht procent goed mogelijk is over ongeveer vier jaar. Het Ministerie van Economische Zaken verwacht dit jaar een investeringsgroei van minimaal vijf procent.

Schulden
Tot en met 1995 betaalde Rusland niets terug aan het IMF. Vanaf 1996 veranderde dat. In dat jaar betaalde Rusland een zevende deel terug aan het IMF van het bedrag dat het Fonds dat jaar aan Rusland leende. In 1997 ging het om een kwart en in 1998 weer om een zevende deel. In 1999 kwam de omslag. Rusland betaalde het IMF zes keer meer dan het ontving, in dollars uitgedrukt 3,6 miljard om 641 miljoen.

Rusland betaalde niet alleen tijdig zijn IMF-leningen af, ook de rest van de buitenlandse schuld werd netjes bediend. Volgens het credit rating bureau FitchIBCA betaalde Rusland in 1999 in totaal 9,5 miljard dollar, waarvan 5,1 aan het IMF en de Wereldbank, 1,7 miljard aan westerse regeringen, 1,7 miljard rente op eurobonds, 400 miljoen aan de Club van Parijs, 300 miljoen rente op MinFins en 250 miljoen aan handelskredieten. Alleen bij de terugbetaling van een deel van de oude sovjetschulden bleef het land in gebreke.

Dit jaar moet Rusland 10,3 miljard dollar terugbetalen, waarvan drie miljard in het eerste kwartaal. Dat is exclusief de betalingen aan de Club van Londen, de vereniging van buitenlandse commerciële banken die de Sovjet-Unie destijds geld geleend hebben.

Nadat de Sovjet-Unie uiteengevallen was, nam Rusland alle sovjetschulden over. Afbetaling was echter problematisch zonder herstructurering. Jarenlang werd daarover onderhandeld. In 1996 bereikte Rusland een overeenkomst met de Club van Parijs, waarin de overheden vertegenwoordigd zijn die de Sovjet-Unie geld hadden geleend. In 1997 volgde een overeenkomst met de Club van Londen, de commerciële banken.

Na de crisis van 1998 staakte Rusland de betalingen die het met de clubs overeengekomen was. Wederom wilde Rusland de oude sovjetschuld herstructureren. Op 2 augustus 1999 sloot het een akkoord met de Club van Parijs over een betalingsregeling voor de schuld tot eind 2000. Over de rest (het grootste deel) beginnen waarschijnlijk in de tweede helft van dit jaar de onderhandelingen.

Op 11 februari 2000 bereikte Rusland een principeakkoord met de Club van Londen. In totaal wordt 11,6 van de 31,8 miljard dollar kwijtgescholden. Het akkoord bestaat uit twee delen. De 2,8 miljard dollar die Rusland moest betalen sinds augustus 1998 wordt omgezet in tienjarige eurobonds met een rente van 8,5 procent. De hoofdsom wordt omgezet in eurobonds met een looptijd van dertig jaar en een rente die oploopt van 2,25 procent voor de eerste zes maanden tot 7,5 procent in het achtste tot en met het dertigste jaar.

Rusland streeft naar een dergelijke definitieve regeling met de Club van Parijs. Het heeft dan ruim de tijd om deze schulden af te lossen en hoeft de eerste jaren slechts weinig te betalen.

Rusland hoopt met definitieve schuldenregelingen en met herstel van de relatie met het IMF betrouwbaarder over te komen en meer - ook buitenlandse - investeerders te lokken. Minder gunstig is dat er in leidende kringen nogal wat hoop bestaat op hernieuwde toegang tot de binnen- en buitenlandse kapitaalmarkt. Zo lanceerde het Ministerie van Financiën voor het eerst sinds augustus 1998 op 23 februari twee uitgiftes van kortlopende staatsobligaties. Dat zijn de beruchte GKO's, die het grootste deel van de vroegere schuldenpiramide uitmaakten. Geleend geld kan makkelijk een verslavend effect krijgen. Toekomstig president Poetin lijkt dat te beseffen, want hij keerde zich onlangs tegen het aangaan van nieuwe schulden.

Omhoog
Terug naar archief