Armenië koos parlement
René Does
Op zondag 25 mei moesten de Armeniërs alweer naar de stembus voor landelijke
verkiezingen. Na de presidentsverkiezingen van afgelopen winter, die werden
gewonnen door zittend president Robert Kotsjarjan, stonden er die dag
parlementsverkiezingen op het programma.
Het Armeense parlement telt 131 zetels. Hiervan worden 75 zetels gevuld via proportionele partijverkiezingen, waarbij een kiesdrempel van 5 procent bestaat; de overige 56 zetels worden verdeeld door districtsverkiezingen met de kandidaat met de meeste stemmen als winnaar.
De Armeense politiek draait heel sterk om personen. Er zijn twee machtige politieke functionarissen: de president (nu Robert Kotsjarjan) en de minister van Defensie (Serzj Sarkisjan).
In de berichtgeving over de recente presidents- en parlementsverkiezingen speelden inhoudelijke thema's geen rol. Bijna alle politieke partijen hebben een programma dat men liberaal en nationalistisch zou kunnen noemen. Zij willen de sociaal-economische ellende aanpakken en de exclave Nagorno-Karabach voor Armenië behouden in het slepende en verlammende territoriale conflict met buurland Azerbeidzjan.
Het gaat in de Armeense politiek voornamelijk om het paaien of aanvallen van de personen die de functies van president en minister van Defensie vervullen.
De Armeense kiezers geloven steeds minder dat de huidige politici iets aan de economische en maatschappelijke stagnatie kunnen veranderen. Dit blijkt uit de lage opkomstcijfers bij verkiezingen (50 procent bij de parlementsverkiezingen van 25 mei) en uit de groeiende emigratie. Emigreren blijft voor Armeniërs een belangrijke mogelijkheid om de narigheid in hun vaderland te verlaten. Miljoenen Armeniërs leven in de diaspora.
Aan de afgelopen parlementsverkiezingen namen 18 partijen en 5 verkiezingsblokken deel. Ze kunnen worden verdeeld in de partijen die president Kotsjarjan steunen en de partijen die tegen hem oppositie voeren.
De belangrijkste pro-presidentiële partijen waren dit keer de regerende Armeense Republikeinse Partij (HHK), de Armeense Revolutionaire Federatie (de Dasjnaken) en de nieuwe partij Orinats Jerkir (Ordelijk Armenië). De belangrijkste oppositiegroeperingen waren de partijencoalitie Artaroetjoen (Gerechtigheid) en de Armeense Communistische Partij.
Verkiezingen in Armenië worden ontsierd door verkiezingsfraude. Dat was zeker het geval tijdens de afgelopen presidentsverkiezingen. Het Amerikaanse Nationale Democratische Instituut, dat wereldwijd democratisering bevordert, stelt dat Armeense verkiezingen verlopen 'in een sfeer van cynisme, frustratie en bezorgdheid'. Internationale waarnemers van de OVSE en de Raad van Europa concludeerden dat de recente parlementsverkiezingen 'weer niet aan de internationale democratische standaarden voldeden'.
De regerende HHK werd wederom de grootste partij: ze kreeg 23,7 procent van de stemmen in de partijverkiezingen en won in totaal 45 zetels. Nog eens 20 partijloze parlementariërs steunen de HHK. Samen met Orinats Jerkir (18 zetels) en de Dasjnaken (11) heeft de HHK een meerderheidsregering gevormd. HHK-leider Andranik Markarjan blijft premier en zijn partijgenoot Serzj Sarkisjan blijft minister van Defensie.
Kortom, de afgelopen presidents- en parlementsverkiezingen in Armenië hebben
eigenlijk niets nieuws opgeleverd.