Russisch Berlijn

Hellen Kooijman

Russen die naar het Westen emigreren, komen vaak in Berlijn terecht. Russen vormen een onlosmakelijk deel van de Duitse hoofdstedelijke bevolking.

Op hoge hakken manoeuvreert het meisje tussen de tafeltjes door. Ze draagt een miniscuul zwart serveerstersrokje waar haar benen als dunne houtjes onderuitsteken. Haar haren, gortdroog geblondeerd, heeft ze opgeduwd tot een strakke paardenstaart. Iedere vijf minuten komt ze met een dienblad de hoek om, door het knerpende grint. De tuin achter het theehuis is deze ochtend druk bezocht door toeristen. Aan houten tafels eten ze Russiche versnaperingen: pirosjki, blini. Ze drinken Georgische thee uit de samovar.

Het theehuis is het eindpunt van een rondgang langs de dertien houten huizen van de kolonie Alexandrowka in Potsdam. De kolonie werd gebouwd tussen 1826 en 1827 op speciaal verzoek van de Pruisische koning Friedrich Wilhelm III.

De eerste bewoners waren Russische muzikanten, krijgsgevangen gemaakt door de Pruisische troepen die rond 1812 aan de kant van Napoleon in Rusland vochten. Het Russische gezang moest dienen als vermaak voor Wilhelms manschappen. Naar het voorbeeld van de Russische soldatendorpen uit het einde van de achttiende eeuw liet de koning in Postdam huizen neerzetten voor het Russische koor. Later kwam daar een orthodoxe kerk bij, de Alexander Nevski kerk. Nog steeds wonen er nazaten van de Russische muzikanten in de sierlijke houten huizen van de kolonie.

Alexandrowka is niet de enige plek in en rond Berlijn die herinnert aan Rusland. Wie de geschiedenis van Berlijn doorneemt, ziet dat Russen eeuwenlang een substantieel deel van de bevolking van de Duitse hoofdstad hebben uitgemaakt.

De grootste golf kwam in de jaren twintig van de vorige eeuw naar Berlijn. Rond 1925 woonden er zo'n 300.000 Russen op een totaal van vier miljoen inwoners. Ter verglijking: in datzelfde jaar woonden in Berlijn slechts 688 Fransen en 1437 Britten.

De Russen vluchtten voor het bolsjewistische regime. Dat ze in Berlijn terechtkwamen lag voor de hand. Het was de eerste grote westerse stad die ze op hun reis tegenkwamen.

Het waren Russen uit alle lagen van de bevolking, van arbeiders tot intellectuelen uit de witte beweging, die het Rode Leger hadden bestreden. Van schrijvers en kunstenaars tot rebellerende mensjewieken. Van Russische joden tot de Wolga-Duitsers.

Ze vonden elkaar in de vele café's die Berlijn rijk was, maar ook in kerken en op de redacties van door Russen geleide en uitgegeven kranten, zoals de Sozialistitscheski Westnik van een groep gevluchte mensjewieken of de krant Dni, het belangrijkste orgaan van de Russische sociaalrevolutionaire partij in ballingschap.

In Berlijn verbleven - al was het tijdelijk - vele schrijvers en kusntenaars, zoals Boris Pasternak, de symbolist Andrej Bely, de joodse schrijver Ilja Ehrenburg, de detectiveschrijver Batalin en de prozaïst Roman Gul.

Degene die wellicht het langst in Berlijn vertoefde was Vladimir Nabokov: met korte onderbrekingen van 1922 tot 1937. Veel van zijn romans uit die jaren, geschreven onder het pseudoniem Sirin, hebben een Berlijnse achtergrond.

Nabokov trouwde met een jodin en dat zou voor hem reden geweest zijn om Duitsland te verlaten. Maar in zijn werk laat Nabokov al eerder een duidelijke afkeer van Duitsers doorschemeren.

Met walging beschrijft hij in het boek De Gift de lichamen van een aantal badgasten aan de Wannsee: 'En hij zag met afschuw de kromme (...) lichamen van de badgasten (kleinburgerlijk en werkloos) die zich neergelegd hebben in het vuilgrijze zand... Troosteloos zijn de benen van de oude mannen, bedekt met gezwollen aderen; platvoeten; roze varkensbuiken.' Ook de vrouwen ontkomen niet aan zijn neersabelende pen. Ze hebben: '...borsten als kogels, dikke achterwerken, blauwige spataderen en kippevelletjes.'

Niet iedere Rus liet zich zo negatief uit over de Duitser. Immers, in hun tweede thuisland konden ze tot aan de Tweede Wereldoorlog toch redelijk vrij en aangenaam hun plek vinden. Tijdens de oorlog moesten veel Russische joden echter het land verlaten. Ook niet-joodse Russen kregen het moeilijk, want ook het Slavische ras werd door Hitler als minderwaardig gezien.

Met de bevrijding of bezetting - het is maar hoe je het ziet - van het oosten van Berlijn kwamen veel sovjetsoldaten de hoofdstad binnen. Berucht zijn de verhalen over de lompe Russische soldaten die Duitse vrouwen verkrachtten.

Maar, zo vertellen Duitsers die jong waren in die tijd, het was vaak erg aangenaam met de Russen. Duitse meisjes gingen dansen of wandelen met Russische soldaten in een van de talloze parken die Berlijn rijk is.

Anno 2003 is Berlijn in sommige wijken Russischer dan ooit. Met name de buitenwijken waar het wonen goedkoop is, zijn geliefd bij de nieuwe Russen. Wie in de West-Berlijnse wijk Spandau door een winkelstraat loopt hoort overal Russisch om zich heen. Hier wonen de rijkere Russen, zo wordt gezegd. De armere Russen leven in de buitenwijken van Oost-Berlijn, ver weg van het centrum.

Marzahn is zo'n wijk, de grauwe hoge flatgebouwen zijn er uit de grond gestampt tijdens de DDR-tijd voor de socialistische arbeiders. Veel van de appartmenten staan nu leeg. De Russen die hier intrekken zijn geen echte Russen, zeggen Russen die al langer in Berlijn wonen want zij zijn nazaten van Wolga-Duitsers die door Stalin naar Kazachstan zijn verbannen.

Wie kan aantonen dat hij of zij Duits bloed heeft, krijgt automatisch een Duits paspoort. Daarom weet niemand precies hoeveel Russen er momenteel in Berlijn wonen. Al na een paar maanden verdwijnen ze onder de Duitsers. Wat overigens niet wil zeggen dat ze hun Russische gebruiken en gewoontes afschaffen.

Russen zijn te vinden in de vele Russische winkeltjes in Berlijn. Zoals bij Svetlana in Spandau of Larisa aan de Berliner Allee in de Oost-Berlijnse wijk Weissensee. Daar kunnen Russen alles uit hun thuisland vinden: grote zakken sovjetsnoepjes, kvas en de typische rood-wit-blauw geruite plastic tassen. In de diepvries wachten ingevroren pelmeni en blikken Baltika-bier. Russische kranten zijn er ook. De bekendste is Russki Berlin, met nieuws in het Russisch van over de hele wereld, Duitsland en Rusland, reclames van Russische reis- en huwelijksburo's en aankondigingen van Russiche popgroepen, circussen en speciale discoavonden.

Russen zijn ook te vinden op de dansparties van Vladimir Kaminer, de Rus die met zijn Russendisko in het Berlijnse Kaffee Burger alle touristische gidsen weet te halen. De poppy sounds van de Russendisko worden sinds kort afgewisseld door de Datschadans, een avond waarop gedraaid wordt door de Russische dj Gregor Rajewskij. De formule is nieuw: Oost-Europese Romamuziek en blazersmuziek van de Balkan afgewisseld met Kalinka-uitsmijters in een nieuw jasje. Alles inclusief, ook de wodka in plaats van Duits bier.

Omhoog
Terug naar archief