Sergej Bortkiewicz: een vergeten romanticus

Onno van Asten

Onlangs kwam bij het muzieklabel Hyperion een cd uit met twee symfonieën van de Russische componist Bortkiewicz. Zijn romantische pianoconcert en werken voor solo piano werden al eerder door dit label uitgebracht. Wie is deze componist? In de Russische muziekliteratuur is zijn naam nergens te bekennen. Hoog tijd voor een herwaardering van deze vergeten romanticus.

Sergej Eduardovitsj Bortkiewicz werd in 1877 te Charkov (tegenwoordig in Oekraïne) geboren in een gezin van rijke grondbezitters. Zijn gelukkige jeugd bracht hij door op het familielandgoed Artjomovka, zo'n 24 kilometer van Charkov. Van jongs af aan interesseerde de jonge Sergej zich voor muziek.

Vandaar dat zijn vader hem na zijn schooltijd toestond om naast rechtenstudie in Sint Petersburg lessen te nemen aan het conservatorium. Bortkiewicz had niet beter kunnen kiezen. In die tijd waren de meest gezaghebbende componisten van Rusland, Rimski-Korsakov, Ljadov en Glazoenov, als hoogleraar aan dit gerenommeerde instituut verbonden.

Na drie jaar besloot Bortkiewicz zijn vierjarige rechtenstudie af te breken om zich volledig aan de muziek te kunnen wijden. Hij wilde zijn muziekstudie in Duitsland voortzetten, het land van Wagner en Goethe. Om aan een paspoort te komen, moest hij van de autoriteiten eerst een jaar dienst nemen in het leger.

In 1899 begon Bortkiewicz zijn diensttijd in Sint Petersburg, maar al gauw bleek dat hij niet tegen het harde militaire leven was opgewassen. Hij kreeg een longinfectie en werd uit het leger ontslagen vanwege een slechte gezondheid. Zijn buitenlandse plannen konden een aanvang nemen.

Bortkiewicz ging naar Leipzig om lessen te nemen bij Alfred Reisenauer. Deze pianist was de favoriete student van Liszt geweest. Bortkiewicz werd op zijn beurt favoriet van Reisenauer en droeg zijn Etudes op. 15 aan hem op. Reisenauers alcoholmisbruik leidde tot zijn voortijdige dood op 43-jarige leeftijd.

Ook leerde Bortkiewicz de beroemde Hongaarse dirigent Arthur Nikisch kennen. Deze was zeer onder de indruk van Bortkiewicz' Eerste pianoconcert op. 16 en drong aan op publicatie van dit werk.

In juli 1902 sloot Bortkiewicz zijn studie aan het Leipziger Conservatorium af en keerde met de Schumann-prijs op zak naar Artjomovka terug. Hier leerde hij Elisabeth Geraklitova kennen, met wie hij in 1904 in het huwelijk trad.

Ondanks successen als pianist in Charkov, besloot hij samen met zijn vrouw naar Berlijn te verhuizen. De zomers werden elk jaar doorgebracht op zijn familielandgoed in Oekraïne.

Vanuit Berlijn reisde hij als pianist door heel Europa, maar weldra besloot hij zich meer met componeren bezig te houden. Nadat zijn Etudes op. 15 waren gepubliceerd raakte hij bevriend met de Nederlandse pianist en componist Hugo van Dalen.

Van Dalen vertelde aan Bortkiewicz hoe hij door het spelen van één van diens etudes (no. 8) zijn vrouw had leren kennen. Ze vond het zo'n mooi stuk dat ze na afloop van het concert naar Van Dalen toeging om naar de naam van de componist te vragen. Deze ontmoeting leidde tot hun huwelijk, hetgeen Bortkiewicz ertoe inspireerde de etude voortaan de Verlobungsetude te noemen.

Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd Bortkiewicz verdacht van spionage en hij moest naar Rusland terugkeren. In Moskou ontmoette hij de door hem zo bewonderde componist Skrjabin, die hij omschreef als een 'Chopin of Raphael met een snor à la Wilhelm II'.

Ondertussen verslechterde de situatie in het zuiden van Rusland. Er was een tekort aan alles. Nadat de bolsjewieken zijn landgoed Artjomovka hadden geplunderd, verhuisde Bortkiewicz naar Sevastopol. Hij had besloten het door chaos verscheurde Rusland te verlaten, maar moest tot 1920 wachten voor een plaatsje op een overvol stoomschip naar Constantinopel.

Hij kwam aan met twintig dollar op zak. Gelukkig was zijn reputatie hem vooruitgereisd, zodat hij les kon geven aan kinderen van welgestelde families in de stad.

Bortkiewicz lachte om de strikte zeden van de oosterlingen. 'Ik moest lesgeven in het bijzijn van moeders en tantes, die mij niet alleen wilden laten met de jongedames. Terwijl zij een boek lazen, wierpen ze verdachte blikken op mijn handen.' Bortkiewicz bleef onverstoorbaar lesgeven, zelfs toen er eens een jaloerse echtgenoot de kamer binnenkwam.

Na twee jaar had Bortkiewicz genoeg geld verdiend om naar Wenen te emigreren. Spijt zou hij niet krijgen; enkele maanden na zijn vertrek veroverde Kemal Pasja Constantinopel en trad de sultan af. De meeste van zijn studenten, Grieken en Armeniërs, werden gedwongen de stad te verlaten.

Op 22 juli 1922 kwamen Bortkiewicz en zijn vrouw in Wenen aan. In 1928 reisden ze naar Berlijn, zijn lievelingsstad. De opkomst van de nazi's maakte hun verblijf hier niet makkelijk. Russen waren niet geliefd bij Hitlers mannen. Bortkiewicz' naam werd van alle programma's geschrapt.

In 1935 vertrokken hij en zijn vrouw weer naar Wenen. De Tweede Wereldoorlog maakte ook hier het leven moeilijk. De stad werd door de geallieerden met bommen bestookt. Een briefkaart aan Van Dalen maakt de situatie duidelijk: 'Ik schrijf je vanuit de badkamer, waarin we onze intrek hebben genomen. Ik geloof niet meer in geluk, eerder nog in de dood.'

Bij het bombardement van Leipzig werden veel van zijn manuscripten vernietigd. Zijn financiële situatie was alarmerend. Van Dalen liet niet meer van zich liet horen in de jaren na de oorlog.

Bortkiewicz overleed op 25 oktober 1952 aan een maagziekte, waarschijnlijk kanker. Hij werd begraven op het Zentralfriedhof in Wenen, vlakbij de graven van zijn grote collega-musici: Beethoven, Schubert en Brahms.

De muziek van Bortkiewicz werd beïnvloed door de grote componist Tsjajkovski, die de jeugdige Sergej eens in Charkov had gezien. Maar ook Liszt, Chopin, Wagner en de vroege Skrjabin lieten hun sporen na in zijn muziek.

Desondanks had hij een eigen stijl met een typisch 'Bortkiewicz-geluid': laatromantische muziek waaruit een grote verbeeldingskracht spreekt, met een vaak tragische of melancholische ondertoon. De Russische en Oekraïense folklore hebben een duidelijk stempel gedrukt op veel van zijn composities. Met een weelderige instrumentatie schetst Bortkiewicz een beeld van herders met hun schaapskuddes en vrolijke meisjes die dansen op de wilde klanken van balalaikaspelers; een herinnering aan het tsaristische Rusland uit zijn jeugd.

Na zijn dood is Bortkiewicz' oeuvre in vergetelheid geraakt. In de jaren negentig werden manuscripten van Bortkiewicz ontdekt in de nalatenschap van Van Dalen in het Haagse Gemeentemuseum en deze wachten nu op herwaardering. Gelukkig komen er steeds meer cd's uit met Bortkiewicz' muziek.

Enkele cd's met muziek van Bortkiewicz:
- Symfonieën nos. 1 en 2, BBC Scottish Symphony Orchestra o.l.v. Martyn Brabbins Hyperion CDA67338
- Pianoconcert no. 1, Stephen Coombs (piano), BBC Scottish Symphony Orchestra o.l.v. Jerzy Maksymiuk Hyperion CDA66624
- Pianomuziek door pianist Stephen Coombs Hyperion CDA66933 en Hyperion CDA67094

Omhoog
Terug naar archief