Dynamo Kiev: Oekraïnse voetballegende

Bert Wiskie

De harten van de voetballiefhebbers in Kiev kloppen heftig voor de enige club die Oekraïne en de voormalige Sovjet-Unie begeerde Europese trofeeën heeft gebracht: Dynamo Kiev. Dynamo is bovendien de legende van het vroegere nationale sovjetvoetbal. Het record van dertien landstitels kan immers nooit meer worden gebroken. Portret van een voetbalclub.

Bijna iedere voetballiefhebber, Oekraïner of buitenlander, springen twee historische internationale topprestaties onmiddellijk voor de geest: het behalen van de Supercup als houder van de Europese beker voor bekerwinnaars in 1975 en de tweede Europacup-II overwinning in 1986.

Vanaf haar vroegste bestaan was Dynamo Kiev veel meer dan een voetbalclub. De successen van de ploeg waren het succes van de inwoners van Kiev dat hun de mogelijkheid gaf om een lange neus naar Moskou te trekken.

Dat ging bepaald niet altijd eenvoudig. Het regionale Dynamo werd vaak achtergesteld bij de clubs uit Moskou, te vergelijken met de rivaliteit tussen de Spaanse clubs Barcelona en het hoofdstedelijke Real Madrid.

Kiev was niet de wieg van het Oekraïnse voetbal. De eerste wedstrijd vond op 14 juli 1894 plaats in Lviv, in de toen nog door de Oostenrijkers gedomineerde noordwestelijke provincie Galicië. Een lokale ploeg en een team uit Krakow speelden tegen elkaar ter gelegenheid van het tweede congres van Sokil, het Oekraïnse sportgenootschap. De populariteit van de sport verspreidde zich bliksemsnel door Oekraïne en overal schoten de clubs als paddestoelen uit de grond.

Dynamo Kiev zag pas in november 1927, rijkelijk laat dus, het licht. Twee leden van de landelijke sportclub voor de politie en het Ministerie voor Binnenlandse Zaken, Dynamo, richtten een plaatselijke afdeling op.

In die beginjaren speelde de middelmatige ploeg in de schaduw van de voetbalclub van de spoorwegen, Lokomotiv, toentertijd de plaatselijke rivaal bij uitstek. De echte grote teams kwamen echter uit het oosten van Oekraïne, uit de toenmalige hoofdstad Charkov.

In 1936 werd Kiev hoofdstad van Oekraïne. Dynamo was toen de beste club in de stad en werd dus de natuurlijke keus om deel te nemen aan het eerste officiële kampioenschap van de Sovjet-Unie. Tot de Duitse invasie in 1941 eindigde de club een keer als tweede en een keer op de derde plaats.

Van dat team werden in 1942 na de gewonnen wedstrijd tegen de voetbalploeg van de Duitse luchtmacht sterren als Nikolaj Troesevitsj, Ivan Koezmenko, Aleksej Klimenko en Nikolaj Korotkitsj door de nazi's geëxecuteerd. Die wedstrijd staat nu bekend als 'de wedstrijd des doods'.

Pas in 1960 behaalde Dynamo het eerste nationale sovjetkampioenschap, in een tijd dat de Sovjet-Unie (met de legendarische Moskouse keeper Lev Jasjin in het doel) de eerste Europese kampioen van landenteams werd. Vier spelers van Dynamo behaalden op het WK in Engeland van 1966 de vierde plaats met het nationale sovjetteam. Enige jaren later vond een gebeurtenis met verreikende gevolgen plaats: de komst van oud-speler Valeriy Lobanovskiy als trainer.

Stadions
Ter nagedachtenis aan de spelers die in de oorlog door de nazi's werden vermoord is bij het Dynamo-stadion een monument opgericht. Dit eigen kleine stadion ligt net om de hoek bij de kop van de Kresjtsjatik, de brede hoofdstraat van Kiev.

Het voldoet met zijn 15.000 plaatsen niet voor belangrijke, internationale wedstrijden en de club wijkt dan ook uit naar het Stadion van de Republiek. Dit stadion kan dan meer dan 80.000 toeschouwers bergen en is, zoals de traditionele Britse stadions, in het centrum van de stad gelegen. Zo vanuit het café naar het stadion.

Bij een goedbezochte wedstrijd, zoals op 23 oktober afgelopen jaar tegen Feyenoord voor de Champions League, is het een genot hier te zijn. Het ouderwetse, oorverdovende lawaai van toeters dat het thuisfront produceert jaagt tegenstanders de stuipen op het lijf.

Uitgezonderd rond het vak van de supporters van de tegenpartij zijn er geen hekken. Kiev-fans tonen veel belangstelling en respect voor buitenlanders op de tribune. 'Kennen jullie spelers van Dynamo?', vragen ze. Als je de namen van Blochin, Michajlitsjenko, Sjevtsjenko of de legendarische coach Lobanovskiy ratelt is het ijs gebroken. Je ziet ze denken: 'Die hebben er verstand van!'

Dynamo weet - of het een wetmatigheid is - ieder decennium opnieuw te verrassen. Het eerste internationale succes van de club lag in het midden van de jaren zeventig. Onder aanvoering van de sterspeler van dat moment, de bliksemsnelle linkeraanvaller Oleg Blochin, behaalde de ploeg in 1975 de Europese beker voor bekerwinnaars.

Het was de eerste keer dat een clubteam uit het sovjetvoetbal een Europese hoofdprijs won. Dynamo, berucht en befaamd om het countervoetbal, versloeg in de finale te Bazel het Hongaarse Ferencvaros met 3-0. De onverslaanbaar geachte winnaar van de Europacup-I, Bayern München, met sterren als Beckenbauer, Breitner en Müller, werd vervolgens in twee wedstrijden om de Supercup verslagen. Blochin werd daarop bijna unaniem door de informanten van France Football tot Europees voetballer van het jaar verkozen.

Jaren tachtig
In de jaren tachtig beleefde de club opnieuw een gouden periode. In 1986 greep de club wederom de Europacup voor Bekerwinnaars: Atletico Madrid werd met 3-0 afgedroogd.

Zo groot was de suprematie van de ploeg in de nationale competitie, dat zij bijna voltallig de Sovjet-Unie op het Europees kampioenschap van 1988 vertegenwoordigde. In de finale verloor die ploeg met 2-0 van Oranje, dat in de eerste ronde nog verrast werd door de verdedigende tactiek en perfect uitgevoerde counters van de sovjets.

Spelers als Michajlitsjenko, Zavarov, Belanov, Protassov en Rats konden in tegenstelling tot de generatie van Blochin nu wel hun marktwaarde in het buitenland verzilveren. Daar kwamen ze echter nooit meer zo tot hun recht als binnen het tactisch concept van coach Valeriy Lobanovskiy.

De prestaties van Dynamo in de jaren zeventig en tachtig worden in hoge mate toegeschreven aan deze legendarische coach, Loban voor de kenners. Lobanovskiy was in zijn jonge jaren zelf een begenadigd voetballer, maar werd als coach een levende legende. Stuurs voor zich uitkijkend en voortdurend met het hoofd knikkend groeide hij uit tot 'de professor' die Oekraïnse voetbaltalenten zijn systeem met de paplepel bijbracht.

In het tegenwoordige Dynamo, getraind door voormalig sterspeler Aleksej Michajlitsjenko, is de hand van de 'lepe vos' nog altijd zichtbaar. Diep achteroverleunend op een goed georganiseerde verdediging laat Dynamo graag het spel aan de tegenstander om met levensgevaarlijke counters toe te slaan.

Een simpel spelletje, zo lijkt het, maar het vereist veel fysiek vermogen, een niet aflatende concentratie, discipline en in aanvallend opzicht veel technisch vernuft. Het is geen catenaccio en zeker geen afbraakvoetbal, het is simpelweg zoals Dynamo het spel traditioneel speelt. Lobanovskiy overleed in mei 2003. Zó groot is het respect voor de trainer dat zijn naam nu prijkt op de toegangspoort naar het stadion.

Onafhankelijkheid
Met de onafhankelijkheid van Oekraïne in 1991 is er ook voor Dynamo veel veranderd. Net als bij ons wreekt zich de realiteit van een land dat over te beperkte financiële middelen beschikt om nationale toppers in eigen huis te houden. Dat gold bijvoorbeeld Andriy Sjevtsjenko en Sergiy Rebrov, die eind jaren negentig de klok luidden voor een nieuw gouden tijdperk van de club. Zij vertrokken respectievelijk naar AC Milan en Tottenham Hotspur.

Zelfs het kapitaal van de flamboyante en steenrijke voorzitter Grigoriy Soerkis, een van de tycoons in Oekraïne, kan dat niet verhelen. Tegenwoordig spelen er dankzij dat geld niet meer alleen Oekraïners in de ploeg, maar zelfs gekleurde Zuid-Amerikanen als Rincon en Leandro. Maar of dat voldoende is voor nieuwe Europese successen, valt sterk te betwijfelen.

Omhoog
Terug naar archief