Harry Potter of Dokter Au-doet-pijn

Nieuwe en oude Russische kinderboeken

Pauline Michgelsen

Net zoals in duizenden andere boekhandels wereldwijd, wordt ook in de Moskouse boekhandels de verschijning van het vijfde deel in de Harry Potter-reeks groots aangekondigd. De vertaling van Garri Potter i orden Feniksa wordt 7 februari 2004 verwacht, maar iedereen kan vast intekenen. De eerdere delen liggen vlak bij de kassa. Rusland heeft een rijke traditie van kinderliteratuur.

Iets verderop liggen de vertalingen van de eerste twee kinderboeken van Madonna. Hoewel de nieuwe activiteit van deze popster in het algemeen weinig enthousiast is ontvangen, worden haar boeken in grote getale gedrukt.

We kunnen in dit geval natuurlijk niet bepaald van een traditie spreken. Integendeel, vijftien, hooguit twintig jaar geleden was een dergelijke aandacht voor westerse kinderliteratuur geheel ondenkbaar. Voor zover er in de sovjetjaren westerse kinderboeken werden vertaald, ging het om klassiekers die ongevaarlijk geacht werden, of om werken van westerse schrijvers die de Sovjet-Unie een goed hart toedroegen.

De kinderafdeling van een sovjetboekhandel had in die jaren vooral grote hoeveelheden Lenin-verhalen liggen, van zijn - natuurlijk verstandige - avonturen als kind tot zijn wijze volwassen woorden voor de sovjetjeugd. In stijl en moraal verschilden dergelijke boekjes weinig van de stichtelijke werken die in christelijke kringen in het Westen gelezen werden, met dien verstande dat Lenin vervangen dient te worden door een (jonge) christelijke heilige. Je kon dergelijke boeken als kind best leuk en spannend vinden, om pas jaren later bij herlezing de propaganda te voelen.

Dergelijke communistische lectuur is geheel uit de Russische boekhandels verdwenen. Geen verhaaltjes meer waarin Lenin vrolijk met wat kindertjes om de kerstboom danst, en er is voorlopig ook geen dansende Poetin voor in de plaats gekomen. Wat wel?

In ieder geval een gigantische hoeveelheid encyclopedieën voor kinderen, over alle mogelijke onderwerpen. Deels vertaald uit het Engels, maar inmiddels zijn er ook vele van Russische makelij en over Russische onderwerpen op de markt gekomen.

Ze zien er aantrekkelijk uit, met veel foto's en plaatjes, en zijn gedrukt op mooi, glanzend papier. Leuk om in te bladeren en te kijken, maar natuurlijk niet geschikt om lekker (voor) te lezen.

En gelezen wordt er nog altijd veel in Rusland. Aan de centrale Moskouse Tver-straat is boekhandel Moskva tot één uur 's nachts open en het is er altijd druk. Daarna kun je nog in enkele kleine nachtboekhandels (met café) terecht, maar dat heeft met kinderboeken niets meer te maken.

Voor de Russische kinderen is er nog niet zoveel keus aan ander echt nieuw leesvoer uit eigen land. Er zijn namaak-Potters: Tanja Grotter bijvoorbeeld, en inmiddels ook een Porri Gatter, een parodie, zoals de achterflap volledigheidshalve meldt. En er zijn enkele jonge schrijvers die veelal in de stijl van Charms (waarover later) proberen te schrijven, wat sommigen heel aardig lukt.

De bulk van het Russische kinderboekenaanbod wordt echter nog altijd gevormd door de traditionele klassiekers. Sprookjes - sinds Aleksandr Poesjkin zeer geliefd in Rusland - in de eerste plaats. Wordt een kwart van het huidige kinderboekenaanbod gevormd door encyclopedieën, sprookjes zijn zeker goed voor de helft. Van Russische sprookjes tot sprookjes uit landen waarvan je niet wist dat ze bestonden en van flinterdunne Bambi's tot loodzware volledige Andersens.

Maar de moderne Russische boekhandel kent nog veel meer klassiekers. Uitgeverij Detskaja Literatura (Kinderliteratuur), één van de weinige kinderboekenuitgevers uit de sovjettijd die nu nog bestaat, publiceert nog altijd en op hetzelfde goedkope papier de werken van Tolstoj, Dostojevski, Toergenev, Gogol en andere Russische meesters voor 'de jonge lezer'. Het gaat hier dan niet om de kinderverhalen die deze schrijvers soms ook schreven, maar om hun klassiekers die de meeste westerlingen pas op volwassen leeftijd tot zich nemen.

Gevraagd naar hun favoriete kinderboek noemen de sovjetkinderen van toen en de Russische kinderen van nu nog vaak dezelfde titels. De avonturen van Boeratino of het gouden sleuteltje bijvoorbeeld, de hervertelling door Aleksej Tolstoj van Collodi's klassieker Pinoccio, geschreven in de jaren dertig van de vorige eeuw.

Tolstoj begint zijn versie met de opmerking dat hij vroeger zo vaak een spannend verhaal hoorde over een houten pop, dat hij zal proberen dit na te vertellen. De naam Collodi valt niet. Net als de Italiaanse Pinoccio is Boeratino aanvankelijk een vreselijk onverstandig jongentje, dat na allerlei avonturen tot de juiste inzichten komt.

Die inzichten waren in Boeratino's sovjetjaren makkelijk als de juiste communistische te zien, maar het houten knaapje heeft de tand des tijds doorstaan. Zijn verhaal staat nog steeds in allerlei vormen (prentenboek, kleurboek, het volledige verhaal, studieboek voor jeugdbibliotheken) in de gemiddelde moderne Russische boekhandel.

Ook kinderklassiekers als Samuel Marsjak en Kornej Tsjoekovski doen het nog altijd goed. Diverse nieuwe Russische uitgeverijen brengen hun verhalen, sprookjes en gedichten in alle soorten en maten uit. Dat geeft natuurlijk niet; de gedichten van Marsjak lezen ook nu nog als een trein en Doktor Aj-bolit (Dokter Au-doet-pijn) van Tsjoekovski maakt Russische kinderen nog steeds aan het lachen.

De vijfjarige Sasja, die ik in een boekhandel aanspreek, noemt Prikljoetsjenija obezjana (De avonturen van een aap) van Michaïl Zosjtsjenko als favoriet. Zosjtsjenko schreef dit verhaal in de jaren veertig. Net als veel andere schrijvers kreeg hij zijn volwassen werk niet meer gedrukt en nam hij zijn toevlucht tot kinderverhalen.

De avonturen van zijn aap zijn inderdaad erg grappig, maar verhalen als Hoe Lenin met roken stopte geven toch een wat minder prettig gevoel. Dat verhaal staat dan ook niet meer in heruitgaves van Zosjtsjenko's werk.

Ook Daniil Charms kon vanaf het eind van de jaren twintig alleen nog maar terecht bij tijdschriften en uitgeverijen voor kinderliteratuur. Nog in de jaren zeventig namen dissidente schrijvers soms hun toekomst tot jeugdliteratuur. Zo bestaat er een - overigens niet geweldig - lang gedicht van Iosif Brodski over een eigenwijs sleepbootje in de haven van Leningrad, dat wel graag eens verre landen zou willen zien, maar toch het liefste thuis is…

Van Charms worden sinds de perestrojka al diens even absurdistische als komische verhalen weer bij alle mogelijk uitgeverijen uitgebracht. De enorme keuze aan heruitgaves van zijn werk zal vast ook te maken hebben met het ontbreken van auteursrechten.

De illustraties van de moderne uitgaves van deze klassiekers zijn er helaas niet op vooruit gegaan. Ze zien er vaak slordig uit en lijken, uitzonderingen daargelaten, allemaal op elkaar.

In de beginjaren van de sovjetmacht leefden veel avantgardistische kunstenaars zich volledig uit op het illustreren van kinderboeken. Het werd een plaats voor experimenten. Later werd het kinderboek, zoals gezegd, een toevluchtsoord voor schrijvers en kunstenaars die in de 'grotemensenwereld' hun ei niet meer kwijt mochten.

De bekende non-conformistische kunstenaar Ilja Kabakov bijvoorbeeld kwam in de jaren '60 en '70 aan de kost als kinderboekenillustrator. Veel plezier beleefde hij daar niet aan. 'Ik hou niet van kinderen en ik hou niet van kinderboeken,' vertelt hij desgevraagd, 'Het was een bron van inkomsten, meer niet.'

Toch wordt het al met al tijd voor een nieuwe generatie van geïnspireerde en getalenteerde Russische kinderboekenschrijvers en illustratoren. Het wordt tijd voor nieuwe klassiekers in de kinderliteratuur.



Hansje Brinker

Bij het woord 'Holland' krijgt menig Rus van boven de 40 een dromerige blik in de ogen en mompelt zachtjes 'zilveren schaatsen…'. Hans Brinker or the Silver Skates van Mary Mapes Dodge verscheen in 1865 (!) in Amerika en nog vóór de revolutie ook in Rusland. Met uitzondering van het verhaal van Hansje Brinker, die, om het extra verwarrend te maken, in dit boek helemaal geen vinger in de dijk steekt (dat blijkt juist een anonieme held te zijn), is het boek in Nederland nauwelijks bekend. De eerste volledige vertaling verscheen hier pas in 1983. Niet alleen in Amerika, maar ook in Rusland droeg het echter zeer bij aan het beeld van de Nederlander die ofwel vecht tegen het water ofwel op schaatsen er bovenop staat.

Omhoog
Terug naar archief