Twee presidenten in Tsjetsjenië
René Does
Over de uitslag van de Tsjetsjeense presidentsverkiezingen van 5 oktober hoeft niet ingewikkeld te worden gedaan. Achmad Kadyrov, sinds drie jaar de vertegenwoordiger van de Russische autoriteiten in Tsjetsjenië, is tot president gekozen. Maar dat wist iedereen vóór de verkiezingen ook al. De regie van deze verkiezingen was geheel in handen van het Kremlin.
De officiële uitslag is dat Kadyrov 80 procent van de stemmen heeft gehaald bij een opkomst van 87,7 procent van de Tsjetsjeense kiesgerechtigden. Naast Kadyrov waren er zes andere kandidaten. Werkelijke tegenkandidaten werden niet tot de verkiezingsstrijd toegelaten. De Tsjetsjeense rebellenleiders accepteren de verkiezingsuitslag niet. Zij zullen hun militaire verzet eerder opvoeren dan verminderen. Het einde van de oorlogsactiviteiten is niet dichterbij gekomen.
De presidentsverkiezingen in het door oorlog verscheurde Tsjetsjenië waren niet bedoeld om te laten zien dat Rusland democratische modelverkiezingen kan organiseren, maar president Poetin wil met de verkiezingen wel de indruk wekken dat er sprake is van enige normalisering en stabilisering van Tsjetsjenië. Met dat doel worden er op 14 maart 2004, de dag van de Russische presidentsverkiezingen, in Tsjetsjenië ook nog regionale parlementsverkiezingen gehouden.
De Russische bevolking krijgt genoeg van de oorlog in Tsjetsjenië. Met de nieuwe Russische parlements- en presidentsverkiezingen voor de deur is het zaak dat Poetin en zijn aanhangers minder direct met de opstandige deelrepubliek in verband worden gebracht. Door de legitieme positie van Kadyrov via verkiezingen te versterken, wil het Kremlin het Tsjetsjeense conflict ‘tsjetsjeniseren’.
De in ouderwetse sovjetstijl afgehandelde Tsjetsjeense presidentsverkiezingen zijn echter geen volledige farce en hebben het doel van normalisering van de toestand in Tsjetsjenië toch een klein stapje dichterbij gebracht. Dat het conflict meer met politieke en minder met militaire middelen wordt beslecht, is ook een wens van de gewone Tsjetsjenen.
Een redelijk betrouwbare opiniepeiling, gehouden door twee Russische onderzoeksbureaus, toonde onlangs aan dat 78 procent van de Tsjetsjenen vindt dat Tsjetsjenië onderdeel van de Russische Federatie moet blijven. Blijkbaar hebben ook de rebellenleiders het bij de Tsjetsjeense burgers verbruid. De gewone Tsjetsjenen snakken naar het einde van de oorlog.
Aan de andere kant is met de ‘verkiezing’ van Kadyrov de situatie in Tsjetsjenië ook weer ingewikkelder worden. Zo heeft Tsjetsjenië nu eigenlijk twee presidenten, want in 1996 hebben de Tsjetsjenen generaal Aslan Maschadov tot president gekozen. De Russische leiders willen echter niks meer met Maschadov te maken hebben.
Tsjetsjenen zien Maschadov als hun legitieme president, niet Kadyrov. ‘Ik ben de democratisch gekozen president van Tsjetsjenië’, was het eerste commentaar van Maschadov op de verkiezingsoverwinning van Kadyrov. Als de Russen tot een politieke oplossing van de strijd met de Tsjetsjeense opstandelingen willen komen, zullen ze toch met Maschadov moeten gaan praten.
Alle commentatoren zijn het erover eens dat Kadyrov in Tsjetsjenië bijzonder impopulair is. Hij had nooit kunnen winnen in werkelijk vrije verkiezingen. Kadyrov leidt een privé-leger van drieduizend man, dat de Tsjetsjeense burgerbevolking minstens even bruut behandelt als het Russische leger en de Tsjetsjeense krijgsheren. Kadyrov voorziet de Russische soldaten in Tsjetsjenië van wodka. Deze wodka wordt gebotteld in zijn woonplaats Tsentoroj en wordt door de Russische soldaten ‘kadyrovka’ genoemd. Het bestuur van Kadyrov is een corrupt clanbestuur.
Kadyrov is niet meer dan een tijdelijk overgangsfiguur, onder wiens bestuur een echte oplossing voor het Tsjetsjeense vraagstuk nogmaals vooruit kan worden geschoven. De Tsjetsjeense presidentsverkiezingen hebben vooral symbolische waarde gehad. De opstandige deelrepubliek is bestuurlijk weer een beetje in de greep van de Russische regering geraakt.