Een villa om in te luieren
Charles Hoedt en Jerke Verschoor
Geen veldjes met aardappelen en kool, maar klaterende watervalletjes,
idyllische tuinpaden en hoge hekken met daarachter een grommende hond. Voor
gefortuneerde Russen is dat het ware datsja-leven. Ook de jongere generatie,
hoe armlastig ook, lijkt meer te kiezen voor luxe en luiheid. 'De datsja is
voor mij een lekker glas wijn, een goed boek en een hangmat.'
Ruslands grote steden Moskou en Sint Petersburg worden omringd door gordels van nieuwe datsja's. Nou ja, datsja's? Zeg maar gerust hele en halve villawijken. Het ene buitenhuis is nog groter dan het andere, en vrijwel alle zijn omringd door hoge hekken met elektronische bewaking. Niet zelden sieren een bewakingsgebouw en een hondenkennel het terrein.
Het traditionele datsjavolk, de datsjniki, rijdt nog elk weekend in bomvolle boemeltreintjes van het dorp terug naar de stad, met zakken aardappels en weckflessen kool. De meer gefortuneerde Russen rijden in hun grote jeeps van en naar hun kottedzji, de nieuwe datsja's voor de rijke Rus.
In tegenstelling tot de ouwe datsja's - houten huisjes, met vaak alleen een kachel, stoffig, geen douche, geen stromend water, toilet in de tuin - zijn de nieuwe van alle gemakken voorzien. Ze zijn gebouwd op prestigieuze plekken, aan de Finse Golf bijvoorbeeld, aan de rand van een oud tsarenpark, en zelfs meer en meer in de historische parken zelf. Dit leidt tot protesten van landschapsarchitecten, die vinden dat het Russisch historisch erfgoed met de komst van de nieuwe datsja's wordt verkwanseld.
De bekendste cottages van Rusland staan naast het pas gerenoveerde Konstantinovpaleis, dat de Russische president Poetin tijdens het 300-jarige jubileum van Sint Petersburg gebruikte om de staatshoofden onder te brengen. Zo overnachtte de Nederlandse premier Balkenende in één van de twintig luxueuze datsja's met zwembad, sauna en fitnessruimte. De Russische bewakingsdienst sliep even verder op, in een leeg zwembad. Wie wil kan de huisjes huren voor vakantieplezier: 2000 dollar per nacht.
Glazen vertrekken
Niet alleen de datsja's voor rijke Russen, ook de architectenbureaus schoten
afgelopen jaren als paddestoelen uit de grond. Maar weinigen willen in alle
openheid over hun werk vertellen. Op architectenfeesten gaan echter veelvuldig
de verhalen de ronde over Franse Lodewijk de XIV interieurs op bestelling.
In een oud en rommelig kantoor aan de Miljoenenstraat in Petersburg werkt Danila (31) aan een ontwerp voor een 'nieuwe', rijke Rus. De goedgemutste architect neemt geen blad voor de mond als het om zijn cliënt gaat. 'Dit is al het zoveelste ontwerp dat ik heb gemaakt, zijn vrouw is telkens weer tegen. Hij wilde een huis dat tegelijkertijd modern en historisch is. Dit soort mensen, die afgelopen jaren catastrofaal snel veel geld hebben verdiend, wil een woning waardoor het lijkt alsof ze al generaties lang rijk zijn.'
Danila, hij werkt voor een klein architectenbureau, haalt de maquettes één voor één tevoorschijn. De datsja moet gebouwd worden op 1500 vierkante meter grond, vertelt hij. 'En dat is nog zonder de sportzaal erbij.' De zakenman, voor wie het ontwerp bedoeld is, had aan de noordkant van de Finse Golf, tussen de bossen en vlakbij het strand, een stuk grond gekocht. 'Het derde ontwerp beviel hem goed. Het woongedeelte van zijn vrouw lag namelijk lager dan zijn eigen vertrekken. Speciaal voor zijn kunstcollectie hadden we een toren met glazen dak ontworpen.'
Tientallen ontwerptekeningen trekken op zijn laptop voorbij: het huis van voren, van achteren, van de zijkant, én het overdekte zwembad dat op enkele meters van de villa afligt. 'Vanuit het huis loopt een tunnel naar het zwemgedeelte, met sauna uiteraard.' De kosten bedragen zo'n zeven miljoen dollar. 'Onze klant gaf geen enkele limiet aan en dat is heel lastig ontwerpen. De eerste versie koste nog vijf miljoen.'
Op de plek waar het extravagante ontwerp van Danila moet verrijzen stond vroeger een pensionaat. 'Waar ooit vijfhonderd man leefden, gaan nu vijf mensen wonen. Men wil elkaar zeker niet tegenkomen,' zo grapt de architect. 'Als mijn cliënt me zo hoort praten, zoekt hij vast iemand om me dood te schieten.'
Tijdens de laatste jaren van de Sovjet-Unie kreeg bijna elke Rus via zijn vakbondsorganisatie de mogelijkheid een stukje grond te kopen. Het 'lapje grond' bleek voor de Rus bittere noodzaak om zich in barre economische tijden in leven te houden. De datsja groeide uit tot een fenomeen.
Architect Danila weet te vertellen dat voor nieuwe Russen de datsja als zomerhuisje niet meer bestaat. 'De datsja werd tijdens de Sovjet-Unie geassocieerd met het zomerseizoen. Nu moet de datsja een plek zijn waar je het hele jaar door snel naar toe kunt. Veel nieuwe buitenhuizen liggen daarom niet meer dan veertig minuten rijden van de stad.' Voor de Danila zelf geldt dat overigens niet. Als hij naar zijn datsja wil, moet hij 180 kilometer met een boemeltreintje reizen.
Gouden fonteinen
Wie in een luxueus buitenhuis woont, wil natuurlijk geen veldje met aardappelen
en kool voor de deur, maar een prachtige aangelegde tuin. Ilja - 'leeftijd en
achternaam doen er niet toe' - ontdekte deze gouden business en werkt nu
tijdelijk als tuinarchitect.
Heel enthousiast over zijn baan is hij niet. 'Rijke mensen hebben totaal geen fantasie. Elk idee moeten wij zelf aandragen.' Alles kan ik maken of nabootsen, zo vertelt hij. 'Ben je wel eens in Peterhof geweest? Dat paleis met al die gouden fonteinen is geen probleem voor ons. Dat kost natuurlijk een fortuin. Maar voor duizend dollar leggen we al idyllische paadjes aan.'
Het is in ieder geval beter dan groente verbouwen op de datsja, zoals zijn oma doet. 'Ze hoeft dat helemaal niet te doen, aardappelen kopen we wel op de markt. Maar ze zegt dat het iets is dat ze nu eenmaal van zichzelf moet.'
Zijn vriendin, de 18-jarige Svetlana, studente Russische taal en literatuur, denkt daar net zo over. 'Ik haal absoluut geen voldoening uit fysieke arbeid in de tuin. In mijn beleving is een datsja voor de armen, iets heel anders dan een buitenhuis.' Volgens haar keren steeds meer jongeren zich af van de datsja. 'Die hangen liever rond in de stad, dat is veel meer op zijn westers.'
Of Ilja volgend jaar weer als tuinarchitect gaat werken, weet hij nog niet. 'Het allerergste aan dit werk is vertellen hoeveel het gaat kosten. Hoewel het normale prijzen zijn, kijken die rijke stinkerds je aan alsof je iets van ze aan het jatten bent.'
Svetlana weet al hoe haar latere zomerhuis er uit moet komen te zien. 'Het moet
op een mooie plek staan, met mooie natuur. Het liefste in een bos, vlakbij een
meer. Met elektriciteit, stromend water, een hangmat en een goed boek. Mijn
ideaal is eigenlijk om helemaal niks te doen.'