Het Moskou van Boelgakov

Nicole de Boer

Eind 1921 verruilt Michaïl Boelgakov zijn geboortestad Kiev en zijn loopbaan als arts voor Moskou en het schrijverschap. Hij komt aan in een door zeven jaar oorlog uitgeputte stad. Toch is Moskou voor hem 'de enige stad die er wat toe doet'. Neem een kaart van Moskou en 'Volg mij lezer!', om met Boelgakov te spreken.

Eerst schrijft Boelgakov feuilletons voor verschillende tijdschriften. Later schrijft hij toneelstukken, waarvan slechts drie de toets der kritiek en de censuur kunnen doorstaan. Van zijn proza wordt zo goed als niets uitgegeven. Vrienden troosten hem door te zeggen dat hij na zijn dood vast erg beroemd zal worden.

Inderdaad is er tweemaal sprake van een Boelgakov-renaissance in de Sovjet-Unie: eind jaren vijftig, tijdens 'de dooi', als De Meester en Margarita in gecensureerde versie verschijnt, en eind jaren tachtig, tijdens de glasnost, als de rest van zijn werk gedrukt en geënsceneerd kan worden.

Boelgakovs grote talent is dat hij zijn indrukken en teleurstellingen weet om te zetten in satire. Hij werkt tijdens de repressie in de jaren dertig in het geheim aan De Meester en Margarita. Het is, in de woorden van de Nederlandse vertaler Marko Fondse, 'een brok geestelijk dynamiet'. Boelgakov neemt erin wraak op de sovjetliteratoren die hem dwarszaten. Tegelijkertijd is het een verheerlijking van de vrijheid en een prachtig liefdesverhaal.

Boelgakov is misschien wel de meest geliefde Russische schrijver van de twintigste eeuw. Hij heeft veel sporen nagelaten in Moskou.

Malaja Bronnaja Oelitsa
'Op een broeihete lentedag daagden omtrent zonsondergang twee burgers op in het park rond de Patriarchvijver.' Zo opent De Meester en Margarita. Literatuurbons Berlioz en de jonge dichter Bezdomny zitten op een bankje te debatteren over het bestaan van Jezus als een derde persoon zich in het gesprek mengt, die zich later zal voorstellen als professor Woland. Hij voorspelt dat Berlioz diezelfde avond nog onthoofd zal worden door een Russische vrouw die lid is van de Komsomol.

En inderdaad, als Berlioz even later haastig het parkje verlaat, glijdt hij uit over een plas zonnebloemolie (die Annoesjka daar gemorst heeft). Hij komt onder de tram terecht, die net de hoek om kwam gillen, waarna een rond voorwerp op de klinkers van de Bronnaja-straat gemikt wordt: het afgehakte hoofd van Berlioz. Hiermee is de toon gezet voor het hele boek. Woland is niemand minder dan de duivel zelf, die met zijn metgezellen gedurende enkele dagen Moskou op stelten zet.

Het Patriarchpark is nog steeds een zeer geliefde plek in Moskou, niet in de laatste plaats vanwege de associatie met Boelgakov. Om die reden plaatsten de sovjetautoriteiten er in de jaren ´70 een standbeeld van de klassieke fabeldichter Krylov. Het mocht niet baten. Al heel lang zit tegenover het park Café Margarita, een cultcafé voor liefhebbers van Boelgakov en zwarte magie.

De afgelopen jaren was het Patriarchpark onderwerp van dispuut in Moskou. Er was sprake van de bouw van een parkeergarage, winkels en een casino. Bij de herinrichting zou het beeld van Krylov verdwijnen en vervangen worden door een eerbetoon aan Boelgakov, namelijk een beeldengroep die een paar miljoen euro moest gaan kosten. Een twaalf meter hoge primus zou de pompinstallatie van de vijver camoufleren. Eromheen zouden Woland en consorten, evenals de meester, Margarita en Pontius Pilatus verrijzen. Jeshua Ha-Nozri, Boelgakovs of eigenlijk de meesters versie van Jezus, zou over het water komen te lopen.

Meer dan een jaar lang was het rustieke park een bouwput. Niemand wist wat er zou gaan gebeuren. De omwonenden verzamelden handtekeningen tegen de plannen. De parkeergarage werd afgeblazen en onlangs, eind mei 2004, nam de Raad voor Stadsvernieuwing het besluit de beeldengroep elders te plaatsen.

Inmiddels is de plek in oude luister hersteld, maar waar Krylov gebleven is, is niet bekend. Van de hele beeldengroep komt waarschijnlijk alleen Boelgakov zelf op een bankje aan de Patriarchvijver zitten.

Bolsjaja Sadovaja Oelitsa 10, woning nr. 50
'Het huis waar het niet pluis is.' Kort na zijn aankomst in Moskou woonde Boelgakov zelf enige tijd in dit huis, dat hij omschreef als 'een nachtmerrie, waar de kamers vreselijk zijn en de buren ook'. Het is het prototype van het huis van de overleden Berlioz, waar Woland zijn intrek neemt. En wat zich daar niet allemaal afspeelt… Bij gebrek aan een officieel Boelgakov-museum werd deze plek een soort pelgrimsoord voor Boelgakov-fans, die het trappenhuis verfraaiden met tekeningen en citaten uit De Meester en Margarita.

Onlangs werd het hele blok huizen gerenoveerd en begin 2004 slaagde het Moskouse Boelgakov-fonds er eindelijk in van dit appartement een museum te maken. De uitvoering van de tentoonstellingen doet enigszins geïmproviseerd aan, waarschijnlijk omdat nog altijd niet duidelijk is of de behuizing van het museum tijdelijk is, of definitief.

Tverskoj Boelvar 25
Hier staat het Herzen-huis, waar Aleksandr Herzen in 1812 werd geboren. Tegenwoordig is hier het Gorki Literair Instituut gevestigd, dat aspirant-schrijvers opleidt. In De Meester en Margarita wordt dit 'crèmekleurige herenhuis van twee woonlagen' het Gribojedov-huis genoemd en behoort het toe aan de Moskouse Literaire Club, waarvan Berlioz de voorzitter was. Tegen het einde van de roman bezoeken de kat Behemoth en Korovjev dit schrijvershuis en steken er de boel in brand.

Arbat
De straat zelf en 'het mysterieuze web van steegjes rondom de Arbat' komen herhaaldelijk voor in de roman. Ivan Bezdomny´s wilde achtervolging op Woland voert er doorheen, tot hij aan het eind van de Ostozjenkastraat het spoor bijster is. Margarita bewoont met haar echtgenoot 'de hele bovenverdieping van een prachtige villa met een tuin eromheen in een zijstraat van de Arbat'.

Mansoerovski Pereöelok 9
De meest waarschijnlijke plek voor het huisje van de meester, waar Margarita hem iedere dag komt opzoeken. Hier woonden twee vrienden van Boelgakov, bij wie hij regelmatig op bezoek kwam en waar hij ook af en toe aan De Meester en Margarita zat te werken.

Alexandertuin
Aan het begin van het tweede deel zit Margarita hier op een bankje en krijgt ze van Azazello eindelijk de bevestiging dat haar geliefde meester nog in leven is. Hij nodigt haar uit om gastvrouw te spelen op het satansbal bij Woland.

Vorobjovyje gory (Mussenheuvels)
'Op de Mussenheuvels', heet het op een na laatste hoofdstuk van De Meester en Margarita. Woland, Korovjev, Azazello en Behemoth nemen vanaf deze plek afscheid van Moskou, gezeten op donkere paarden. Ook de meester en Margarita keren vanaf de heuvels in volle galop door de lucht de stad de rug toe. De Moskouse Raad voor Stadsvernieuwing heeft besloten de eerder genoemde beeldengroep te plaatsen bij de Mussenheuvels, in een parkje aan de rivier de Moskva, tussen de Andrejevskaja Naberezjnaja en de Kosygina Oelitsa in.

Herzenstraat (nu weer Bolsjaja Nikitskaja Oelitsa)
'Op de avond van 16 april 1928 betrad professor Persikov, hoogleraar in de zoölogie aan de IV-de Staatsuniversiteit en directeur van het Zoölogisch Instituut te Moskou, zijn werkkamer in genoemd instituut aan de Herzenstraat.' Dit is de openingszin van De eieren der Rampp-spoed, een novelle die Boelgakov in 1924 schreef. Het is een van de weinige satirische werken die tijdens zijn leven gepubliceerd werden.

Persikov ontdekt in dit verhaal een rood lichtstraaltje in zijn microscoop, dat in staat is organismen enorm uit te vergroten. Het experiment dat volgt, loopt - door toedoen van de partijman Rampp - volledig uit de hand. Slechts door de (in augustus) plotseling intredende winter wordt Rusland voor een ware ramp behoed.

Kamergerski Pereöelok 3, het MChAT
Op deze plek bevond zich van 1902 tot 1973 het Moskouse Kunsttheater (MChAT), beroemd geworden omdat hier Tsjechovs vier grote toneelstukken in première gingen. Boelgakov was lange tijd verbonden aan het theater, eerst als toneelschrijver, later als assistent-regisseur en een enkele keer speelde hij een rol in een stuk.

In 1936 nam Boelgakov ontslag bij het MChAT en ging werken in het nabijgelegen Bolsjoj Theater als librettoschrijver. Boelgakov schreef over zijn dikwijls frustrerende ervaringen in de theaterwereld het boek Zwarte sneeuw - een theaterroman.

Pretsjistenka Oelitsa
De Pretsjistenka was in de jaren ´20 de plek waar de intelligentsia zich verzameld had. Het huis op de hoek met de Tsjisti Pereöelok werd bewoond door een oom van Boelgakov. Het komt voor in de novelle Hondehart, waarin professor Preobrazenski experimenten uitvoert op de onfortuinlijke hond Sjarik, waarna deze zich ontwikkelt tot mens, een proletariër van de ergste soort. Vrijwel alle handelingen spelen zich in dit huis af. De indeling, zoals beschreven in Hondehart, is dezelfde als in het huis van Boelgakovs oom. Hij was arts en stond model voor professor Preobrazenski.

Bolsjaja Pirogovskaja Oelitsa
Hier woonde Boelgakov van 1927 tot 1934. Gedurende de twintig jaar dat hij in Moskou woonde, is hij meer dan tien keer verhuisd. Een woning was tijdelijk, te klein, er was geen gas of Boelgakov ging scheiden of hij wilde voor zijn ex een goed onderdak achterlaten.

Woland zegt in De Meester en Margarita dat het woonruimtevraagstuk de Moskovieten heeft verpest. 'Inwonertalverdichting', een eufemisme voor opgedrongen inwoning, was een oplossing van de communisten voor de nijpende woningnood. Mensen moesten in geïmproviseerde kamertjes wonen en telefoon, keuken en sanitair delen met hun 'buren'. De woonruimteverdeling is een terugkerend thema in Boelgakovs werk. Ook schreef Boelgakov enige tijd onder het pseudoniem Bezdomny, de Dakloze.

Het huis aan de Bolsjaja Pirogovskaja staat er niet meer. Hier kreeg Boelgakov in 1930 een telefoontje van Stalin. Het is een reactie op zijn brief aan Stalin, die hij enkele dagen daarvoor schreef. De brief is gesteld in prachtig proza en schetst het beeld van een schrijver die 'uitgevlakt' is, nederig om emplooi vraagt en, indien dat onmogelijk is, om een uitreisvisum.

Als kameraad Stalin belt, durft hij niet toe te geven dat hij Rusland wil verlaten. Maar misschien kan Stalin hem wel aan werk helpen? Kort daarna kan Boelgakov beginnen bij het Kunsttheater.

Toen Stalin Boelgakov belde, was het nog maar enkele dagen geleden dat Majakovski zich van het leven had beroofd. De gedachte dat meer literatoren het lot in eigen hand zouden nemen is de meest gegeven verklaring voor Stalins reactie op Boelgakovs brief.

Novodevitsji Kerkhof
Boelgakov ligt begraven op het kerkhof van het Novodevitsji-klooster, samen met zijn (derde) vrouw Jelena Sergejevna Boelgakova. Hij stierf in 1940 aan de gevolgen van een erfelijke nierziekte.

Toen Jelena Sergejevna op zoek ging naar een mooie steen voor op zijn graf, trof ze een brok graniet, afkomstig van de Krim. Later bleek dat dit de grafsteen van het oorspronkelijke graf van Gogol was geweest.

Gogol lag begraven op het kerkhof van het Danilov-klooster, maar begin jaren ´30 werd zijn graf, evenals dat van Majakovski en Tsjechov, verplaatst naar het kerkhof van Novodevitsji. De steen (met een kruis erbovenop) werd vervangen door een borstbeeld van Gogol. Boelgakov zou zich vereerd hebben gevoeld: naast Saltykov-Sjtsjedrin was Gogol zijn grote voorbeeld.

Omhoog
Terug naar archief