Exit Joekos
Bea Mieris
Michaïl Chodorkovski, voormalig topman van olieconcern Joekos en de rijkste man van Rusland, zit al vanaf oktober 2003 in de Moskouse gevangenis Matrosskaja Tisjina (Matrozenstilte). Zijn zakenpartner Platon Lebedev werd in juli 2003 gearresteerd. De heren moeten elke dag urenlang vanuit een metalen kooi in een Moskouse rechtbank naar het voorlezen van de bewijslast tegen hen luisteren. Onlangs werden de eerste getuigen gehoord.
Chodorkovski en Lebedev worden beschuldigd van fraude en belastingontduiking. Ze maken beiden deel uit van het bankconcern Menatep Groep, dat in 1995 een groot en controlerend aandelenpakket Joekos kocht voor 350 miljoen dollar. De frauduleuze privatisering van het petrochemische bedrijf Apatit in 1994 speelt een belangrijke rol in het proces.
Chodorkovski en Lebedev zouden op een oneigenlijke manier 20 procent van het aandelenpakket van Apatit hebben bemachtigd. Vier bedrijven, die alle vier in verband stonden met de Menatep Groep, brachten een bod uit op de aandelen. De drie bedrijven met het hoogste bod trokken zich terug. Het pakket ging naar de laagste bieder. De twee miljardairs hebben alle beschuldigingen ontkend.
Volgens hun advocaten kunnen de twee niet vervolgd worden voor praktijken die in de wilde privatiseringsjaren normaal waren en door de toenmalige regering werden toegestaan. Ze vinden dan ook dat er sprake is van een politiek showproces. Er hangt Chodorkovski en Lebedev een gevangenisstraf van tien jaar boven het hoofd.
Leonid Nevzlin, de inmiddels naar Israël gevluchte compagnon van Chodorkovski en tevens aandeelhouder van Joekos, is aangeklaagd wegens twee moorden en drie pogingen tot moord, die in het belang van Joekos zouden zijn gepleegd. Dit heeft het proces een onaangenaam luchtje gegeven. De Russische bevolking vindt het in meerderheid wel goed dat Chodorkovski, die naar hun mening over de ruggen van de gewone Rus steenrijk werd, wordt aangepakt.
Veel critici denken dat de politieke bemoeienis van Chodorkovski ten grondslag ligt aan zijn vervolging. Poetin heeft vanaf het begin van zijn presidentschap de oligarchen de wacht aangezegd. Er volgden invallen en rechtszaken tegen verschillende grote concerns. Vladimir Goesinski en Boris Berezovski, die in het bezit waren van kritische tv-kanalen, zijn het land ontvlucht om aan rechtsvervolging te ontsnappen.
Poetin heeft daarna een soort herenakkoord met de overgebleven oligarchen gesloten. Hij eist van de tycoons dat ze de economische wetten in acht nemen en dat ze zich niet met de politiek bemoeien. Op deze twee voorwaarden is de president bereid hun bezittingen ongemoeid te laten. Chodorkovski heeft in strijd met deze afspraak gehandeld.
Bekend is dat Chodorkovski de oppositiepartijen Jabloko en Unie van Rechtse Krachten heeft gesponsord, zeer actief heeft gelobbyd binnen het parlement om belastingverhogingen voor de olie-industrie te voorkomen en, tegen de zin van het Kremlin in, in onderhandeling ging met China over een oliepijpleiding. Hij is eigenaar van de kritische krant Moskovskië Novosti. Voor zijn arrestatie ging Chodorkovski in onderhandeling met een Amerikaans olieconcern over de verkoop van een groot Joekos-aandelenpakket. Hij heeft gelobbyd voor een parlementair systeem in plaats van het huidige superpresidentiële systeem. Door de (inmiddels ontbonden) fusie van Joekos en Sibneft wilde Chodorkovski een enorm olieconcern creëren, wat voor het Kremlin, dat voor een groot deel financieel afhankelijk is van olie-inkomsten, een bedreiging was.
Naast dit strafproces loopt er bij het Moskouse Hof van Arbitrage een belastingproces tegen Joekos. Joekos produceert 1,7 miljoen olievaten per dag (20 procent van Ruslands ruwe olie) en staat in het buitenland te boek als een efficiënt opererend en transparant bedrijf. Deze moderne multinational wordt ervan beschuldigd belasting te hebben ontdoken. Joekos' dochterbedrijven zouden olie onder de marktprijs verkocht hebben aan bedrijven gevestigd in gebieden met een lager belastingtarief, die op hun beurt de olie weer voor een hogere prijs doorverkochten.
Joekos heeft inmiddels twee belastingaanslagen over 2000 en 2001 ontvangen, samen bijna 8 miljard dollar. De boeken van de daaropvolgende jaren worden momenteel onderzocht. De rekeningen en bezittingen van de onderneming zijn bevroren. Volgens de Joekos-woordvoerders zijn meerdere pogingen ondernomen om met het Kremlin tot een compromis te komen. Dit is op niets uitgelopen.
Het Ministerie van Belastingen is van plan Joeganskneftegaz te verkopen. Dit is het belangrijkste olieproducerende dochterbedrijf van Joekos. De West-Siberische onderneming produceert één miljoen vaten per dag, zestig procent van Joekos' productie. Hiermee wordt het hart uit de onderneming gehaald. Volgens de commentatoren zijn er verschillende kandidaten die in aanmerking komen voor Joeganskneftegaz, waaronder Gazprom/Rosneft, Soergoetneftegaz en Lukoil. Deze bedrijven staan op goede voet met het Kremlin.
Door de slechte berichtgeving over Joekos is de waarde van het concern op de Russische beurs RTS gekelderd. De waarde van de Joekos-aandelen schommelen mee met de mediaberichten, die meestal niet veel goeds voorspellen voor de toekomst van het bedrijf. Dat de olieproductie van Joekos op korte termijn in gevaar komt heeft effect op de internationale olieprijs. Met name oliehongerige landen als Amerika en China volgen de ontwikkelingen op de voet en hebben het Kremlin verzocht om tot een verstandige oplossing van het conflict te komen.