Moeizame militaire hervormingen

Peter de Muralt

In Rusland vormt het leger een wezenlijk onderdeel van de maatschappij. Maar het eens zo glorieuze Rode Leger is tegenwoordig nog maar een schim van wat het eens was. De lijdensweg van Rusland's strijdmacht bestaat uit een opeenstapeling van corruptie, geldgebrek en gewelddadigheden, zowel binnen als buiten de eigen gelederen. Hoewel hervormingen moeizaam lijken, wordt er de laatste jaren onder Poetin toch enige voorzichtige vooruitgang geboekt.

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie zag het kersverse kapitalistische Rusland zich in een klap opgezadeld met een miljoenenleger van bijna twee miljoen man. Tegenwoordig vormen de strijdkrachten een blok aan het been, want Rusland is simpelweg niet in staat een dusdanig groot leger te financieren. Zo is het Russische leger nu even groot als dat van de Verenigde Staten, 1, miljoen man, maar is haar budget ongeveer dertig maal zo klein (13 miljard dollar tegenover bijna 400 miljard dollar).

Daarbij komt dat er in Rusland nog steeds de dienstplicht geldt, waarmee de krijgsmacht zichzelf in stand heeft weten te houden. Iedere jongeman tussen de 18 en 27 jaar oud wordt geacht gedurende twee jaar zijn vaderland te dienen.

Maar het merendeel weet de dienstplicht te ontlopen door steekpenningen te betalen of met medische dan wel universitaire documenten aan te tonen dat zij ongeschikt zijn om dienst te doen. Dit resulteert in het feit dat het veelal de laagopgeleide, armere jongeren zijn die ten prooi vallen aan de willekeur van de keuringscommissies, door wie de keuringscriteria niet zelden met voeten worden getreden om zo toch het beoogde aantal dienstplichtigen binnen te halen. Jeltsin beloofde al in 1996 met de verkiezingen afschaffing van de dienstplicht, maar daar is toen nooit iets van gekomen.

Wat is er nu zo vreselijk aan de Russische dienstplicht? Eén van de redenen is de zogenaamde dedovsjtsjina: pesterijen en ontgroeningsrituelen die de eerstejaars soldaten moeten ondergaan. In het ergste geval hebben deze praktijken de dood tot gevolg.

Het is echter een systeem dat zichzelf handhaaft, want wanneer de militairen enige tijd meedraaien, is het aan hen om de nieuwelingen toe te takelen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ieder jaar weer vele militairen deserteren om aan deze wantoestanden te ontsnappen.

Naast desertie tiert ook de corruptie welig binnen de Russische gelederen. Nu is corruptie binnen de Russische samenleving geen op zichzelf staand fenomeen, maar binnen het leger wordt het 'bijverdienen' onder diensttijd wel heel normaal gevonden.

Behalve de eerdergenoemde omkopingen om de dienstplicht te ontlopen, zijn er ook gevallen bekend van militairen die door hun superieuren onbetaald te werk worden gesteld. Er bestaan ook verhalen over officieren die militairen verhuren of zelfs verkopen aan firma's. Daarnaast blijkt de verkoop van brandstof of wapens een welkome manier te zijn om het magere salaris aan te vullen. Zo gebeurt het niet zelden dat een aanslag op Russische soldaten in Tsjetsjenië gepleegd wordt met Russische wapens.

Afgezien van de manschappen zelf die onderbetaald zijn, is ook veel van het gedateerde Russische materieel slecht onderhouden en daardoor nauwelijks inzetbaar. Piloten hebben weinig tot geen gevechtservaring omdat er geen brandstof beschikbaar is. Russische kernonderzeeërs zijn uit de vaart genomen en liggen al jaren voor anker, omdat geld om ze te ontmantelen ontbreekt.

Nog altijd is Rusland het land met het grootste kernarsenaal ter wereld, maar kan het geen hoogopgeleide mensen betalen die gekwalificeerd zijn om deze kernwapens te ontmantelen. Hulp van buitenaf wordt aangeboden, onder andere door de Verenigde Staten. Zij hebben in hun oorlog tegen het terrorisme baat bij een vermindering van het aantal kernwapens dat praktisch voor het grijpen ligt, maar daarmee is het probleem nog niet opgelost.

De problemen waar het Russische leger mee te kampen heeft zijn dus groot. Rusland is niet in staat de strijdmacht te bekostigen die ze van de Sovjet-Unie geërfd heeft. Deze is te groot, te weinig mobiel en door de jarenlange bezuinigingen is het een gevaar voor zichzelf geworden. Hervormingen zijn simpelweg onontkoombaar.

Waarom heeft het dan zo lang moeten duren voordat men met hervormingen kwam? Eigenlijk komt het er op neer dat men jaren over hervormingen heeft gepraat maar nooit iets wezenlijks heeft gedaan. En als er al een poging gedaan werd het leger te hervormen, dan verdween het overgrote deel van de daarvoor bestemde fondsen op geheimzinnige wijze uit het defensiebudget.

Zo hebben onder Jeltsin de politieke leiding in Moskou en de krijgsmacht vooral langs elkaar heen gepraat. De toenmalige president liet het leger vrijwel ongemoeid (de gebeurtenissen van de coup in 1991 stonden hem nog vers in het geheugen) en zo raakte het leger verder in verval.

Aanvankelijk wist ook president Poetin zich geen raad met de situatie. 'Ik wist niet dat ons leger er zo beroerd aan toe is,' zei hij op een persconferentie naar aanleiding van het zinken van de onderzeeër Koersk. Maar het aanstellen van Sergej Ivanov als minister van Defensie bleek een eerste stap in de juiste richting.

Het was voor het eerst dat een niet-militair deze post bekleedde en Ivanov deinst er niet voor terug - in tegenstelling tot zijn voorgangers - de veelal antihervormingsgezinde legertop tegen zich in het harnas te jagen. Poetin kan een vertrouweling als Ivanov op deze post goed gebruiken om datgene te realiseren wat hij zich voor de komende jaren tot doel heeft gesteld: de hervorming van het huidige inefficiënte krijgsapparaat tot een modern gecontracteerd beroepsleger.

Dit brengt met zich mee dat het leger moet inkrimpen, dat de dienstplicht dient te worden ingekort (afschaffen lijkt vooralsnog onmogelijk) en dat de levensomstandigheden van de soldaten verbeterd moeten worden. Daarnaast moet er nieuw materieel worden aangeschaft om de Russische strijdmacht te moderniseren.

Naast geldgebrek stuit de president hierbij op hevig verzet van de vele generaals (1200 man) die het Russische leger rijk is. De legertop is van mening dat een groots miljoenenleger een onvervreemdbaar onderdeel vormt van de Russische militaire traditie.

Zo menen zij dat Rusland bij de verdediging van zijn lange grenzen geen soldaten kan missen en dat ze reserves achter de hand moeten hebben. In feite is dit een overblijfsel uit de tijd van het communisme en pretendeert men nog steeds een grootmacht op de been te houden.

Men houdt nog steeds vast aan de idee dat men te allen tijde gereed zou moeten zijn voor een grote oorlog waarin het Westen de potentiële vijand is. Zo schreef een Russische militaire journalist: 'Ze zijn zo verstokt en gefocust op de archaïsche opvattingen over legeropbouw dat zij zich niet realiseren dat een miljoenenleger in toekomstige oorlogen in feite net zo effectief zal blijken te zijn als de cavalerie ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.'

Toch is er de laatste tijd onder Poetin en Ivanov sprake van enige vooruitgang. Zo zei Ivanov begin dit jaar: 'Het leger is inmiddels gekrompen tot 1,2 miljoen mensen en daarmee is de periode van fundamentele hervorming voltooid.' Hij zei daarbij wel dat er doorgegaan moest worden met 'regimentatie': dat wil zeggen modernisering van wapens, verbetering van de legerstructuur en de uitwerking van en nieuw militair statuut.

De komende vier jaar zullen de hervormingen Rusland zo'n 84 miljard roebel kosten (2,5 miljard euro). Hiervan wordt zo'n tachtig procent besteed aan infrastructuur, de rest gaat naar salarissen. Verder hoopt Ivanov tegen 2008 de dienstplicht te kunnen inkorten van twee naar anderhalf jaar. De eerder voorgenomen afschaffing ervan in 2010 lijkt onwaarschijnlijk.

Uit een vorig jaar gehouden opinieonderzoek blijkt dat slechts tien procent van de bevolking een volledig vertrouwen in het leger heeft. Op de vraag of Rusland moet overstappen op een beroepsleger, stemde zestig voor en dertig procent tegen. Op de vraag of officieren die dedovsjtsjina binnen hun gelederen toe staan moeten worden vervolgd antwoordde 77 procent positief. Verder vond een merendeel, 44 procent van de ondervraagden, dat de hervormingen moeten bestaan uit een verhoging van de begroting van de Russische strijdmacht. Tenslotte kwam uit de enquête naar voren dat vrouwen en hoog opgeleiden het meest hervormingsgezind zijn.

Met het afslanken van de krijgsmacht naar een beroepsleger is Rusland er nog niet. Om de hervormingen echt te kunnen realiseren is ook een mentaliteitsverandering nodig binnen het Russische leger. Het heeft hierbij nog een lange weg te gaan.

Desalniettemin zijn zaken als publieke steun voor militaire hervormingen op zijn minst bemoedigend te noemen. Gecombineerd met datgene wat Poetin en Ivanov tot op heden bereikt hebben, is er wellicht toch hoop.

Zo lijkt Poetin ook na zijn herverkiezing erop gebrand de dedovsjtsjina binnen het leger aan te pakken. Maar het gegeven dat het voormalig Rode Leger tegenwoordig vrijwel geen rode cent meer heeft, ervaren velen uiteindelijk als de kern van het probleem.

Omhoog
Terug naar archief