Oezbeeks terrorisme

René Does

Oezbekistan was onlangs opnieuw in de ban van terroristische aanslagen. Tijdens de vier laatste dagen van maart zorgde een keten van twee zelfmoordaanslagen, aanvallen op politiebureaus en een explosie bij een terroristische bommenwerkplaats in de steden Tasjkent en Boechara met het daarop volgende harde tegenoffensief van de autoriteiten voor een oorlogachtige sfeer in de Centraal-Aziatische republiek. In de strijd kwamen 33 terroristen, tien agenten en vier burgers om het leven.

Wat is er precies gebeurd? Dat is in Oezbekistan moeilijk aan de weet te komen. Er doen drie scenario's de ronde. De officiële lezing van de Oezbeekse autoriteiten luidt dat de aanslagen het werk zijn van aan al-Qaida gelieerde terreurcellen en de verboden moslimfundamentalistische organisatie Hizb ut-Tahrir (Partij voor Bevrijding).

De Hizb ut-Tahrir wil een kalifaat in Centraal-Azië stichten en heeft een sterke antiwesterse en antisemitische ideologie, maar heeft ook altijd gezegd geweld af te keuren. In dat laatste kan nu verandering zijn gekomen. Het radicaal islamitische verzet tegen het regime van president Islam Karimov begon in het midden van de jaren negentig vanuit de Fergana-vallei in het oosten van Oezbekistan. Daarna raakten beide partijen in een vicieuze cirkel van geweld en tegengeweld.

Scenario twee is dat de aanslagen direct tegen het dictatoriale regime van Karimov waren gericht. Deze verklaring is goed mogelijk, want de aanslagen waren speciaal gericht tegen politieagenten, terwijl het moslimterrorisme van de laatste jaren tot doel heeft zoveel mogelijk willekeurige slachtoffers te maken. De corrupte en gewelddadige politie is zeer gehaat onder de Oezbeekse bevolking. De inwoners van de hoofdstad Tasjkent noemen hun woonplaats spottend 'Tasjment'. Ment is het Russische woord voor 'smeris'.

De derde verklaring zegt dat de aanslagen een entsirovka (enscenering) van de Oezbeekse geheime dienst waren. In dat geval kan Karimov met verwijzing naar de terroristische dreiging de westerse kritiek op de mensenrechtenschendingen in Oezbekistan pareren en zijn vervolging van islamitische oppositiegroepen intensiveren.

Karimov heeft zich sinds de terroristische aanslagen van 11 september 2001 als een betrouwbare bondgenoot van de Amerikanen in de War on Terror geprofileerd. Het Amerikaanse leger mocht in Oezbekistan een luchtmachtbasis openen.

Deze Oezbeeks-Amerikaanse samenwerking heeft Karimov nog grotere haat van de kant van moslimfundamentalisten opgeleverd. De Amerikanen werd hypocrisie en kortzichtigheid verweten, omdat zij bestrijding van het terrorisme en de stabiliteit van het zittende regime zouden laten prevaleren boven de democratisering van Oezbekistan.

Oezbekistan heeft zich onder Karimov ontwikkeld tot een dictatoriale politiestaat, waar de meeste burgers in diepe armoede leven. In de Oezbeekse gevangenissen zijn rond de 5000 politieke gevangenen opgesloten.

Er zijn nauwelijks economische hervormingen doorgevoerd, waardoor de Oezbeekse economie steeds sterker geïsoleerd raakte. Het economische en menselijke potentieel van Oezbekistan wordt zwaar onderbenut. Het land is in de post-communistische tijd in een proces van zelfdestructie geraakt.

De Amerikanen roepen de Oezbeekse autoriteiten wel op tot democratisering en andere hervormingen, maar dat is aan dovemansoren gericht. Het Karimov-regime kan deze Amerikaanse en andere westerse kritiek negeren, omdat het de media volledig controleert en ook in Oezbekistan het anti-Amerikanisme steeds meer toeneemt.

Dit laatste blijkt bijvoorbeeld uit een verslag in de Chronicle of Higher Education van de Amerikaanse hoogleraar journalistiek Elinor Burkett, die vorig jaar in het kader van een Amerikaans democratiseringsprogramma de vaardigheden van Centraal-Aziatische studenten journalistiek kwam helpen verbeteren. Burkett kreeg van de studenten voornamelijk anti-Amerikaanse oprispingen te incasseren.

Dikwijls wordt gesteld dat het regime van Karimov - vanwege de onderdrukking van iedere vorm van oppositie en de armoede - de belangrijkste veroorzaker van moslimfundamentalistisch terrorisme in Oezbekistan zou zijn. Dat armoede de belangrijkste voedingsbodem is van moslimterreur lijkt ook in Oezbekistan door de feiten te worden geloochenstraft.

De twee zelfmoordaanslagen werden gepleegd door twee meisjes. Op een grote markt in Tasjkent blies de 19-jarige Dilnoza Chalmoeradova zich op bij een groepje politieagenten. Uit portretten van dit meisje blijkt dat zij uit een naar Oezbeekse begrippen welvarend gezin kwam, aan de Politieacademie studeerde en drie vreemde talen, waaronder Engels, leerde. Volgens haar ouders was zij een modern, levenslustig meisje dat echter plotseling in een strenge moslima veranderde. Ook de Oezbeekse moslimfundamentalisten voeren een politiek-ideologische en geen sociale strijd.

Omhoog
Terug naar archief