Herkansing voor de Oranje revolutie
Jan Limbeek
De Oekraïense president Viktor Joesjtsjenko werd in december 2004 gekozen op de golven van een vreedzaam protest dat de geschiedenis inging als de Oranje-revolutie. De algemene verwachting, ook door hemzelf uitgesproken, was dat hij als pro-westerse hervormer flink de bezem zou halen door het oude regime. Met name de corruptie wilde hij hard aanpakken. Het hoeft niemand te verbazen dat de praktijk weerbarstiger bleek dan de euforische vergezichten van dat moment. Maar dat de resultaten zozeer zouden tegenvallen, had geen enkele onafhankelijke waarnemer verwacht.
Het regime van zijn voorganger Leonid Koetsjma, die tussen 1994 en 2004 president van Oekraïne was, werd steeds corrupter. Het gebruikte afwisselend de wortel en de stok om de macht te behouden. Onderdelen van de Oekraïense economie en economische privileges gingen naar zakenmensen die zich loyaal betoonden. Tegenstanders van het regime werden in toom gehouden met beschuldigingen van corruptie, verduistering en andere kompromat.
Kompromat is compromitterend materiaal dat correct kan zijn maar vaak is aangedikt. Het is bewijs dat in een corrupte omgeving en bij een gebrekkige wetgeving eigenlijk niet gebruikt mag worden.
Het bekendste slachtoffer van kompromat was Joelia Tymosjenko. Hetgeen overigens niet wil zeggen dat ze lelieblank was, zakelijk gezien dan. Vergelijk haar met de loyale Rinat Achmetov, een van de rijkste Oekraïeners. Niemand gelooft dat Achmetov zijn vermogen, zo'n twee à drie miljard dollar, netjes bijeen geharkt heeft.
Tymosjenko heeft in het verleden effectieve hervormingen doorgevoerd. Ze sprak radicale hervormingstaal. Toen zij begin februari 2005 als premier onder president Joesjtsjenko aan het werk ging, leek er geen enkele reden te zijn de euforie te temperen.
Tymosjenko ontpopte zich echter als een links-populistische staatskapitalist. Zij verhoogde de salarissen van ambtenaren met de helft, hanteerde prijsplafonds (die Joesjtsjenko weer ophief) en vergrootte het aandeel van de overheid in de economie sterk.
Het ergste was echter haar visie op de privatiseringen. Veel privatiseringen in de voormalige Sovjet-Unie en dus ook in Oekraïne zijn schimmig verlopen. Het herzien van dergelijke zaken berokkent de economie zoveel schade dat verstandige regeringen er vanaf zien. Zo niet Tymosjenko. Zij wilde de privatisering van tientallen, mogelijk duizenden (!) bedrijven onderzoeken. Tymosjenko vond het goed als de grootste bedrijven in handen van de staat waren. Volgens haar kan de staat bedrijven ook goed leiden en zich de winst toe-eigenen. Dit bleek dodelijk voor het vertrouwen van het bedrijfsleven in de Oekraïense overheid.
De gevolgen van Tymosjenko's beleid bleven niet uit. Van 2001 tot en met 2004 floreerde de economie, maar Tymosjenko slaagde erin de economische groei in elkaar te laten donderen. In de eerste acht maanden van 2004 groeide de economie nog met 13,6 procent ten opzichte van dezelfde periode van het voorgaande jaar. In de eerste acht maanden van 2005 was dat teruggelopen naar 2,8 procent. In augustus 2005 was de economie zelfs met 1,6 procent gekrompen ten opzichte van augustus 2004. Voorwaar een prestatie van formaat.
Hervormingen bleven onder Tymosjenko uit. Met name het zeer kostbare pensioenstelsel is dringend aan herziening toe. Natuurlijk zijn de pensioenen ook na de verdubbeling van 2004 geen vetpot. Oekraïne geeft 15 procent van zijn bbp uit aan pensioenen, twee keer meer dan het gemiddelde in Europa. Elke werknemer onderhoudt bijna één gepensioneerde. Een van de problemen is dat de pensioengerechtigde leeftijd 55 jaar is.
De afgrond naderde met rasse schreden, evenals de parlementsverkiezingen van maart 2006. Op 8 september ontsloeg Joesjtsjenko de regering-Tymosjenko. Op 22 september bevestigde het parlement Joesjtsjenko's nieuwe premier Joeri Jechanoerov met 289 van de 450 stemmen. Twee dagen eerder kwam hij nog drie stemmen tekort. Jechanoerov is gematigd, hervormingsgezind, niet controversieel én pro-Russisch.
Jechanoerov kreeg in de tweede stemming voldoende steun omdat Joesjtsjenko een akkoord bereikte met de parlementaire fractie van Viktor Janoekovitsj, zijn tegenstrever bij de presidentsverkiezingen van 2004. De details van het akkoord behelzen onder meer dat de onrechtmatigheden bij de presidentsverkiezingen van 2004 niet gerechtelijk worden onderzocht en de privatiseringen ongemoeid blijven.
De nieuwe Oekraïense machthebbers lieten iedereen na de Oranje-revolutie versteld staan hoe weinig tijd ze nodig hadden om af te glijden. Het lijkt er sterk op dat de ene corrupte bende de andere heeft vervangen, terwijl de economische voorspoed is verdwenen.
Toch is er ruimte voor optimisme nu Tymosjenko weg is. De irreële verwachtingen van de revolutie zijn verdwenen. De machtigste mensen van Oekraïne, president Joesjtsjenko en premier Jechanoerov, lijken fatsoenlijk en verstandig. De huidige regering heeft meer politiek en maatschappelijk draagvlak dan die van Tymosjenko. Na Joelia's valse start levert de Oranje-revolutie de komende jaren misschien toch nog wat op.
Aan de andere kant kan de economische neergang de huidige machthebbers veel schade berokkenen bij de parlementsverkiezingen van maart 2006. De populistische Tymosjenko kan juist als winnaar uit de bus komen en de post van premier terugeisen. Zij rekent daar in ieder geval zelf wel op.
De Oranje revolutie gerelativeerd
Viktor Joesjtsjenko won in december 2004 de Oekraïense presidentsverkiezingen in de derde ronde met een marge van tien procentpunten. Dit lijkt een overtuigende zege maar is eigenlijk een teleurstellend resultaat. Om de volgende redenen: