Joekos ontmanteld

Jan Limbeek

In korte tijd heeft de Russische overheid een van de efficiëntste bedrijven van het land, Joekos, de vernieling in geholpen door het een belastingaanslag van 27,5 miljard dollar (22 miljard euro) op te leggen. Om een deel van de belastingschuld te vereffenen verkocht de staat in december het grootste productiebedrijf van Joekos, Joeganskneftegaz, aan staatsoliebedrijf Rosneft.

Van die 27,5 miljard belastingschuld heeft Joekos al vier miljard betaald. De verkoop van Joegansk leverde 9,4 miljard op en de 5,1 miljard belastingschuld van Joegansk vervalt eveneens. De resterende belastingschuld is lager dan de bezittingen van Joekos nu nog waard zijn en wordt waarschijnlijk voldaan met de verkoop van de productiebedrijven Samaraneftegaz en Tomskneft. In theorie moet er nog een miljardenbedrijf overblijven als de gehele belastingschuld is voldaan.

Het verhaal van de achterstallige belastingen begon in december 2003, toen de belastingdienst Joekos aansloeg voor 3,4 miljard dollar over het jaar 2000. Aanslagen over latere jaren deden de belastingaanslag oplopen tot een onvoorstelbare 27,5 miljard dollar.

Dit bedrag is zo bespottelijk hoog omdat de Russische belastingdienst altijd enorme boetes oplegt voor achterstallige betalingen. Joekos kreeg zelfs dubbele boetes opgelegd omdat het bedrijf zich bij herhaling schuldig zou hebben gemaakt aan belastingontduiking, volgens de belastingautoriteiten. Het bedrijf is evenwel nooit veroordeeld, dus recidivisme is in dit opzicht niet mogelijk, aldus bedrijfsleider en voormalig president van de Centrale Bank Viktor Gerasjtsjenko begin november 2004. Gerasjtsjenko zei toen ook dat Joekos de gehele schuld vóór juli 2006 zou betalen. Dat was niet de bedoeling, dus verhoogde de belastingdienst de schuld met nog eens tien miljard, waarmee ze werkelijk onbetaalbaar werd.

Normaal gesproken verdwijnen de boetes in onderhandelingen met schuldenaren geheel. Ook de belastingschuld van Joekos leende zich heel goed voor onderhandelingen. Tot half april verwachtte iedereen een dergelijk compromis, maar de overheid besloot om grootaandeelhouder Michaïl Chodorkovski en zijn zakenpartners te ruïneren.

De tienduizenden minderheidsaandeelhouders zijn daarmee ook slachtoffer geworden. Buitenlanders bezitten twaalf procent van Joekos en alle 35.000 werknemers hebben samen een belang van tien procent. De waarde van een aandeel Joekos is 25 keer gedaald tot 60 dollarcent eind januari 2005. Vroeger waren het de oligarchen zelf, onder wie Chodorkovski, die de belangen van de minderheidsaandeelhouders negeerden. Nu doet de staat dat.

Chodorkovski kocht rechters en politici teneinde het overheidsbeleid in zijn richting om te buigen. Als de andere rijke zakenmensen hadden gemerkt dat hij daarmee wegkwam, zouden ze vervolgens hetzelfde gaan doen. In de jaren '90 had dat tot chaos geleid, hetgeen elke Rus zich maar al te goed herinnert. De oligarchen moesten er na het aantreden van Poetin aan wennen dat zij niet meer alles konden maken.

Poetin moest het eigenzinnige gedrag van Chodorkovski wel afstraffen. Aangezien Chodorkovski een groot deel van Joekos bezat, was het logisch dat Poetin Joekos aanpakte. Maar waarom ging Poetin zo ver? Kon hij de voortdenderende trein van onderzoekingen niet meer stoppen? Dacht hij dat alleen een failliet Joekos Chodorkovski uit zou schakelen? Wilde hij Joekos hard aanpakken om duidelijk te maken dat staatsonvriendelijk gedrag zeer kostbaar is? We weten het niet.

Feit is dat, op complottheoretici na, vrijwel niemand heeft voorzien wat op Joekos af zou komen. In april 2004 evenaarde de koers van het aandeel Joekos bijna het topniveau van oktober 2003, toen Chodorkovski gearresteerd werd. In de zomer en het najaar heeft Poetin herhaaldelijk verklaard dat een bankroet van Joekos niet in het belang van de staat zou zijn. Als Poetin wist wat er te gebeuren stond, heeft hij iedereen wat op de mouw gespeld. Zijn geloofwaardigheid heeft hierdoor een ernstige deuk gekregen.

Toch vallen de gevolgen voor de economie mee, ondanks de rampverhalen die zwartkijkers opdissen in verband met de affaire-Joekos. De onderdelen van het bedrijf verdwijnen immers niet in een zwart gat, maar functioneren gewoon verder, wellicht onder een andere naam. Ook de afname van het vertrouwen valt mee. In 2004 stegen de investeringen met elf procent. De meeste investeerders zijn van mening dat Joekos een speciaal geval is en dat hun investeringen veilig zijn.

Alle grote buitenlandse oliemaatschappijen hebben recentelijk miljarden geïnvesteerd. Buitenlandse bedrijven buiten de energiesector investeren eveneens op grote schaal. Alleen Russische investeerders doen het kalmer aan. De kapitaalvlucht is toegenomen, maar ten opzichte van het kapitaal dat Rusland binnenkomt, stelt ze weinig voor. Bovendien is de toegenomen kapitaalvlucht waarschijnlijk eerder een gevolg van de (kleine) bankencrisis in het voorjaar.

Omhoog
Terug naar archief