Arm Moldavië
Pauline Michgelsen
'Wat wist je eigenlijk van Moldavië, voor je hierheen kwam?' Die vraag wordt regelmatig aan een westerse bezoeker van Moldavië gesteld. Die denkt aan vrouwenhandel, illegale handel in organen, armoede en Transdnestrië. Ziet dan de verwachtingsvolle blik van zijn gesprekspartner en begint gauw over Moldavische wijn en cognac. Onlangs werden er nieuwe parlementsverkiezingen gehouden.
Er is niet zoveel over Moldavië bekend in het Westen. En dat wat er bekend is, is niet erg positief. Het land staat op de derde plaats van de Top-10 van corrupte landen. Er wordt gesmokkeld in wapens, drugs en mensen. En het is het armste land van Europa.
Moldavië ligt ingeklemd tussen Oekraïne en Roemenië. Het grenst net niet aan zee en de mooiste berggebieden liggen ook precies in de buurlanden. Zo lijkt Moldavië met alles juist achter het net te vissen.
De bezienswaardigheden die de Moldaviërs bezitten, hebben de buren ook, maar dan net iets mooier. De grond is vruchtbaar, maar behalve Rusland hoeft niemand hun groente en fruit. De oppositie is hier verdeelder dan in welk buurland dan ook. Maar één ding is redelijk zeldzaam in deze contreien: in Moldavië zijn sinds 2001 de traditionele communisten weer aan de macht.
Op dit moment is Moldavië 33.371 km² groot, iets groter dan België. Zoals meer landen in Oost-Europa is ook Moldavië in het verleden heen en weer geschoven, verknipt, van naam veranderd en weer aan elkaar geplakt. Het was onder meer en in wisselende samenstelling onderdeel van het Ottomaanse rijk, tsaristisch Rusland, Roemenië en de Sovjet-Unie.
De Sovjet-Unie stichtte in 1924 de Moldavische Autonome Sovjet Republiek, die ongeveer samenviel met het huidige Transdnestrië (de streek op de linkeroevers van de Dnestr) en voegde daar tijdens de Tweede Wereldoorlog het op dat moment Roemeense Bessarabië op de rechteroever van de Dnestr aan toe. In 1947 werden deze twee streken samen de Moldavische Socialistische Sovjet Republiek.
De jonge republiek werd op allerlei manieren gerussificeerd: vadersnamen werden ingevoerd, straatnamen gewijzigd en tienduizenden Russen en Oekraïners vestigden zich in de industriegebieden. Tegelijkertijd werden er onder Stalin tienduizenden Moldaviërs naar Siberië en Kazachstan verbannen.
De Roemeense taal werd niet meer volgens het Latijnse alfabet, maar in cyrillische letters geschreven en men sprak nu van de Moldavische taal. De sovjetmacht wilde de indruk wekken dat er sprake was van twee verschillende talen, als om te benadrukken dat men hier te maken had met twee aparte landen en twee aparte culturen, die niks met elkaar van doen hebben. Er werd zelfs een apart woordenboek Roemeens-Moldavisch op de markt gebracht, hoewel 90 procent van de woorden in beide talen identiek zijn.
Sinds 27 augustus 1991 is de Republika Moldova onafhankelijk. Deze dag is sindsdien een officiële feestdag. Ook 31 augustus is een feestdag: de Dag van onze Taal. Het Roemeens (of Moldavisch) werd vanaf dat moment weer in Latijnse letters geschreven en werd de officiële staatstaal.
Om verwarring te voorkomen - moet ik het nu Roemeens of Moldavisch noemen? - spreken veel mensen van de staatstaal: limba de stat. Als vlag koos men voor de Roemeense driekleur blauw-geel-rood met in het midden het wapen van Moldavië.
Alleen Transdnestrië hield vast aan de rode vlag. In deze regio had men grote moeite met de toenadering tussen Moldavië en Roemenië. Men vreesde een hereniging en wilde daarom in de eigen regio aanvankelijk autonomie en vervolgens zelfs onafhankelijkheid. Na een bloedige strijd in de eerste helft van 1992, waarbij enkele honderden doden vielen, volgde een wapenstilstand.
Transdnestrië bestaat sindsdien uit bijna de hele strook op linkeroever van de Dnestr en de stad Bender (Tighina in het Roemeens) op de rechteroever; in totaal ongeveer 12 procent van Moldavië. Het wordt door geen enkel land erkend en is een waar smokkelparadijs, waar zich bovendien nog enkele tonnen wapens en munitie bevinden. Talloze bemiddelingspogingen door met name de EU en de OVSE hebben daar niets aan kunnen veranderen.
Dat het misschien ook anders had gekund blijkt in Gagaoezië, de derde landsstreek naast Bessarabië en Transdnestrië in het zuidoosten van Moldavië. De Gagaoezen zijn een Turkssprekend, christelijk volk dat zich in de achttiende eeuw in deze regio vestigde.
Onder het Sovjetbewind werd het spreken van de Gagaoezische taal niet bepaald gestimuleerd, waardoor ook nu nog de meeste Gagaoezen als eerste taal Russisch spreken en alleen in gezinsverband Gagaoezisch. Roemeens spreekt men hier nauwelijks en ook hier was men dus huiverig voor een hereniging met Roemenië.
Na de nodige onderhandelingen werd in december 1994 de 'Wet op de speciale status van Gagaoezië' aangenomen en zag het Autonome Gagaoezische Territorium het licht. Gagaoezië heeft een eigen regering en een gouverneur of basjkan, die eens in de vier jaar wordt gekozen. In de hoofdstad Comrat (een stoffig stadje met ruim 20.000 inwoners) staat een echte Gagaoezische Staatsuniversiteit, waar bijna al het onderwijs in het Russisch is.
'Het is een groot voordeel college in het Russisch te kunnen volgen,' zegt Natalja, een 23-jarige studente aan de juridische faculteit, 'want Roemeens spreek ik niet.' Ze zwijgt even en voegt daar dan aan toe: 'Het is tegelijk ook een nadeel. Ik kan nooit werk vinden in Chisinau of in een andere grotere Moldavische stad.'
De autonome status heeft de bewoners van Gagaoezië nauwelijks voordeel gebracht. Net als overal elders in Moldavië is de armoede groot. Het gemiddelde Moldavische maandsalaris ligt rond de 1300 lei (ongeveer 60 euro). Een belangrijk deel van de Moldavische bevolking is weggetrokken naar het buitenland om daar, meestal illegaal, te werken.
Tegenwoordig worden die mensen zowel in het Russisch als in het Roemeens gastarbeiter (meervoud: gastarbeiteri) genoemd. Volgens de officiële cijfers betreft het ongeveer 15 procent van de totale bevolking en 30 procent van de beroepsbevolking. Andere bronnen beweren zelfs dat meer dan 70 procent van de werkende bevolking weg is.
Hun illegale arbeid brengt weliswaar inkomsten naar Moldavië, maar heeft tegelijkertijd pijnlijke sociale gevolgen. Zo groeit een groot deel van de kinderen in Moldavië zonder ouders op. Die komen maar sporadisch naar huis; sommige ouders verdwijnen zelfs helemaal.
Soms omdat ze in de prostitutie beland zijn en niet meer terug durven of kunnen. Soms omdat ze ten gevolge van een bedrijfsongeval overlijden. Aan het repatriëren van stoffelijke overschotten doen de illegale werkgevers niet, en de achtergebleven familie heeft er vaak geen geld voor. Kinderen worden dus veelal opgevoed door grootouders die daar niet altijd (meer) toe in staat zijn.
Het zijn beslist niet alleen de laagopgeleiden die gastarbeiter worden. Maria Cara is sinds de laatste lokale verkiezingen in 2002 hoofd economische zaken van de regering van Gagaoezië. Ze was het ook tussen 1995 en 1999. In de tussenliggende jaren had Gagaoezië een niet-communistische regering en was er (dus) geen plaats voor Cara. In die periode werkte ze daarom in Italië. Als schoonmaakster.
'Iedereen was altijd erg tevreden over me,' vertelt ze nuchter in haar ruime werkkamer in het basjkanat. 'Ik had natuurlijk liever doorgewerkt als econome, maar dat zat er gewoon niet in. Niet in mijn eigen land, en al helemaal niet in Italië. En ik moest toch leven.'
De meeste gastarbeiders konden tijdens de laatste verkiezingen overigens niet stemmen. Op de kiezerlijsten, die in Moldavië nog voor elke verkiezing handmatig opgesteld worden, komen ze niet voor. Als ze illegaal in het buitenland verblijven durven ze daar meestal niet te gaan stemmen. En als ze wel durfden, of er legaal verbleven, was het dichtstbijzijnde stembureau vaak veel te ver weg.
Na tien jaar onafhankelijkheid, stagnerende economie en wisselende regeringen, met partijen die steeds weer van naam en samenstelling veranderden, kozen de Moldavische kiezers in 2001 met 50,2 procent voor de Communistische Partij.
Volgens deze partij, die in 1991 werd opgeheven en in 1993 als de PCRM terugkeerde, was dit de revolutie die het land nodig had. Men beloofde het electoraat dat de voorzieningen uit de sovjettijd, die tegenwoordig in veel voormalige republieken node gemist worden, zouden terugkeren. Volgens de communisten is dit al aardig gelukt en zal men anno 2005 dus tevergeefs wachten op een revolutie à la Oekraïne of Georgië.
Tegenstanders noemen hun regime een 'democratuur', een verborgen dictatuur. Oppositiepartijen klagen over ongelijke kansen in de campagneperiode en gebrek aan toegang tot de media. Ook verwijten ze de Communistische Partij politiek gedraai. Zo waren president Vladimir Voronin en zijn communisten aan het begin van hun regeringsperiode zeer pro-Russisch. Inmiddels zijn ze juist pro-Europa. 'Hij heeft al onze verkiezingsleuzen ingepikt,' zegt een vertegenwoordiger van de grootste oppositiepartij, het Bloc Moldova Democrata (BMD), verongelijkt.
Rusland verplaatste ondertussen zijn aandacht van de communistische partij naar de BMD. Door vlak voor de verkiezingen bovendien te roepen dat het een visumplicht wilde instellen voor Moldaviërs en de import van wijn en andere producten uit Moldavië aan banden wilde leggen, heeft Rusland beslist stemmen van de PCRM afgeknibbeld.
Vooral voor het oudere electoraat was het moeilijk kiezen. 'Nu met die ruzie tussen Voronin en Rusland weet ik het even niet meer,' zegt Maria Dumenica, de zestigjarige voorzitster van de Moldavische Roma-gemeenschap daags voor de verkiezingen. 'Nou ja, ik zal toch weer communisten stemmen. Dat heb ik mijn hele leven gedaan. Iedereen die ik ken trouwens. Maar de mensen zijn er echt van in de war.'
De communistische partij heeft overigens aangekondigd van naam te willen veranderen. Dat is nog eens echt revolutionair.
Pauline Michgelsen verbleef tussen 3 februari en 13 maart 2005 in de autonome regio Gagaoezië in het zuiden van de Republiek Moldavië als lange-termijn-waarnemer voor de OSCE/ODIHR-waarnemersmissie tijdens de parlementsverkiezingen in Moldavië van 6 maart jl.
Nieuwe president
Sinds 2000 is Moldavië een parlementaire republiek: de president wordt gekozen door het parlement. In april 2001 won de communist Vladimir Voronin de presidentsverkiezingen probleemloos, aangezien de Communistische Partij van Moldavië (PCRM) een absolute meerderheid had van 71 zetels. Minimaal 61 stemmen van de 101 afgevaardigden in het parlement zijn nodig om tot president te worden gekozen.
Als het parlement er binnen 45 dagen na verkiezingen niet in slaagt een nieuwe president te kiezen, dan moet het parlement ontbonden worden en dienen er nieuwe verkiezingen plaats te vinden. Ditmaal heeft de PCRM slechts 56 zetels gewonnen. De overige zetels gingen naar twee andere partijen: 34 naar het Bloc Moldova Democrata (BMD) en 11 naar de Christen-Democratische Partij (PPCD).
De PCRM had dus de steun van vijf niet-communistische parlementariërs nodig. De PPCD en de BMD verklaarden na de verkiezingen niet voor Voronin te zullen stemmen. De vraag was of ze dat vol zouden houden. Niet dus. Op 4 april werd Voronin herkozen als president met een comfortabele marge van 14 zetels: 75 parlementariërs stemden voor hem. In ieder geval heeft de gehele PPCD-fractie 'in het landsbelang' voor Voronin gestemd.