Mollywood

René Does

Het is misschien inmiddels een cliché om de Russische filmindustrie 'Mollywood' te noemen. De term is niettemin zeer op zijn plaats, want het filmbedrijf in Rusland maakt de laatste jaren een enorme bloei door en gaat welbewust de concurrentie aan met de producties uit Hollywood.

De afgelopen twee jaar zijn er twee enorm populaire Russische blockbusters uitgekomen: Nachtwacht (2004), een science fictionfilm vol speciale effecten die zich afspeelt in de Moskouse buitenwijken van regisseur Timoer Bekmambetov, en Turks gambiet (2005) van Dzjanik Fajzijev naar de gelijknamige roman van Boris Akoenin, een avonturenfilm die zich afspeelt tijdens de Turks-Russische oorlog van 1877.

In 2004 werd door de bioscopen ruim zeventien miljoen dollar verdiend aan Nachtwacht, waarmee deze film in Rusland de best verkochte film aller tijden werd en het derde deel van The Lord of the Rings (The Return of the King), die ruim veertien miljoen dollar opbracht van de eerste plaats verdreef. Turks gambiet lijkt een nog groter succes te gaan worden. En er staan nieuwe Russische kassakrakers op de rol.

In de sovjettijd was het filmbedrijf een door de staat geplande en betaalde onderneming. Jaarlijks werden er ruim honderd films gemaakt. In de arme jaren negentig stortte het Russische filmbedrijf in elkaar. In 1997 werden er maar twaalf films uitgebracht. De Russische filmliefhebbers gingen nog maar één keer per jaar naar de bioscoop, tegen gemiddeld zestien keer in het begin van de jaren tachtig.

Ook inhoudelijk viel er toen voor de bioscoopbezoeker weinig te lachen. Het was de tijd van gitzwarte en loodzware 'perestrojkafilms' als Zo kunnen we niet langer leven! De televisie vertoonde goedkope buitenlandse series, vooral Zuid-Amerikaanse telenovella's als Ook de rijken huilen. Veel bioscoopgebouwen veranderden in winkels, nachtclubs en restaurants.

Onder Poetin heeft het Russische filmbedrijf echter een snelle opbloei doorgemaakt. Er kwam weer overheidsgeld en een doelgericht filmbeleid. De cinema kreeg de opdracht het Amerikaanse Hollywood met zijn eigen wapens te verslaan. De productie van Russische films werd sterk gesubsidieerd uit de staatskas; in 2004 ging het om 60 rolprenten en een bedrag van tegen de honderd miljoen dollar.

Aangezien het filmbedrijf weer op eigen benen kan staan, zal het subsidiesysteem vanaf 2007 vervangen worden door een kredietsysteem. Bovendien wordt er productioneel nauwer samengewerkt met de televisie en met grote bedrijven die als sponsor willen optreden in ruil voor vermelding van hun producten.

De wederopstanding van het Russische filmbedrijf volgt vijf jaar na die van het televisiedrama. Op de televisie worden al jarenlang steeds meer kwalitatief goede dramaproducties van eigen bodem vertoond, die buitenlandse producties stevige concurrentie aandoen.

De commerciële wederopstanding van het bioscoopbedrijf begon rond 2000 met de distributie van Hollywood-krakers als Titanic. Nog steeds worden er veel meer buitenlandse films dan Russische films in de bioscopen vertoond; in 2003 werden er 121 Amerikaanse films vertoond tegen 58 Russische.

Het percentage van de inkomsten dat de bioscopen uit Russische films haalden, steeg van slechts 3 procent in 2001 tot 16 procent dit jaar en het moet de komende jaren verder stijgen tot een kwart. Volgend jaar zal het Russische bioscoopbedrijf naar verwachting 500 miljoen dollar verdienen, tegen 190 miljoen dollar in 2003. Het marktpotentieel van het Russische bioscoopbedrijf wordt geschat op één miljard dollar.

Inmiddels zijn er in Rusland ruim 400 bioscopen met ruim 800 zalen, maar dit aantal groeit met de dag. Ook 'de regio' buiten Moskou en Sint Petersburg doet weer mee: het bezoekersaandeel in de bioscopen steeg hier van tien procent in 2000 naar 70 procent dit jaar. Alles wordt snel van betere kwaliteit: productiefaciliteiten, distributiekanalen, bioscoopzalen en andere service aan het publiek. Een nieuwe generatie ambitieuze regisseurs is opgestaan.

Hoewel de beleidsmakers en de bioscoopbezoekers apetrots zijn op de recente successen van Mollywood, zijn de Russische filmcritici minder te spreken over de laatste ontwikkelingen in het nationale filmbedrijf. Zij hebben duidelijk nostalgische gevoelens naar de sovjettijd, toen de Russische film - zeker in het buitenland - vooral bekend stond als arthouse-cinema.

Het is inderdaad zo dat de recente wederopleving van het bioscoopbedrijf bijna geheel voor rekening komt van de jonge stedelijke Russen in de leeftijdsgroep van 18 tot 35 jaar, die bioscoopbezoek weer als nummer één op hun lijstje van favoriete vrijtijdsbestedingen hebben staan.

Door het voorbeeld van Hollywood na te volgen is de groei van de laatste jaren volgens veel filmcritici een kunstmatige en door vergroting van het aanbod gestuurde groei: er worden films gemaakt waarop filmliefhebbers eigenlijk niet zitten te wachten, waarom ze niet gevraagd hebben en die beter gemaakt kunnen worden door Amerikaanse filmers.

Zo hekelen de critici de grote hoeveelheid geweld in de producties van de laatste jaren en stellen ze dat het nieuwe jeugdige bioscooppubliek 'naar zichzelf zit te kijken'. 'Strijd' in allerlei vormen lijkt het enige overgebleven filmthema te zijn, aldus de critici.

Het prestige van de Russische film, en zeker het internationale aanzien, wordt volgens hen niet vergroot door met enorme inspanning eigen varianten van Hollywood-krakers te maken, maar door aansluiting te vinden op de kunstzinnige filmtraditie uit de sovjettijd, waarbij vooral De terugkeer (2004) van Andrej Zvjagintsev en De Russische ark (2004) van Aleksandr Sokoerov als de navolgenswaardige voorbeelden worden genoemd.

Omhoog
Terug naar archief