Illarionov geeft het op

Jan Limbeek

In april 2000 verraste president Poetin iedereen met de benoeming van de ultraliberale Andrej Illarionov tot zijn economisch adviseur. Illarionov had onmiskenbaar positieve invloed op het economisch beleid en hij verhoogde de internationale status van Rusland sterk. Maar op het einde van het afgelopen jaar, 27 december, diende Illarionov (44) al dan niet onder druk van het Kremlin, zijn ontslag in.

Wie houdt van een vrij debat op hoog niveau kon eind 2004 verheugd zijn toen het Poetin behaagde Illarionov te ontheffen van zijn verplichtingen als Ruslands vertegenwoordiger bij de G-8. De degradatie beroofde Illarionov van zijn enige officiële baan. Hij bleef Poetins adviseur, maar verloor invloed. Dit compenseerde hij door publiekelijk nog harder van leer te trekken tegen het regeringsbeleid. Hij verwerd tot de liberale excuus-Truus van het Kremlin.

Illarionov stond er op zo snel mogelijk de gehele Russische buitenlandse schuld te betalen, liefst voortijdig. Uit de koker van Illarionov kwam eveneens het sparen van de overvloedige olie-inkomsten en het aandringen op sterkere economische groei. Verdubbeling van de economie in tien jaar ten opzichte van 2002 achtte hij goed mogelijk. President Poetin en premier Michaïl Fradkov hebben die doelstelling overgenomen.

Zo'n verdubbeling van de economie vindt natuurlijk niet zomaar plaats. In de opvatting van Illarionov moet de staat kleiner worden, meer economische vrijheid bieden, de extra toestroom van petrodollars niet binnen Rusland uitgeven, de stijging van de tarieven van aardgasmonopolist Gazprom en elektriciteitsmonopolist EES Rossii beperken, de inflatie én de koersstijging van de roebel in de hand houden en de hervormingen effectiever doorvoeren. Als het tegenovergestelde gebeurt, verdubbelt de economie niet in tien jaar. Illarionov is er de man niet naar die consequentie te verzwijgen, ook al beweert Poetin dat het wel kan.

Met zijn welsprekendheid en kennis van zaken boorde Illarionov met grote regelmaat zijn tegenstanders de grond in. Iedereen kreeg er van langs, de regering bepaald niet uitgezonderd. Alleen president Poetin behandelde hij met alle egards. Zonder de steun van Poetin zou Illarionovs economisch gedachtegoed te weinig navolging vinden in het regeringsbeleid. Toch leek het er vanaf 2004 in toenemende mate op dat zijn ideeën genegeerd werden.

Het verdrag van Kyoto, waar Illarionov enorm tegen te keer ging ('het Auschwitz van de Russische economie'), kreeg uiteindelijk toch de steun van Poetin. Illarionov noemde de verkoop van een groot deel van Joekos, Joeganskneftegaz, waarop duidelijk Poetins stempel stond, de 'zwendel van het jaar'. Het staatsoliebedrijf Rosneft kocht Joeganskneftegaz voor een te lage prijs. Illarionov vond het feitelijk een nationalisatie zonder compensatie. De verkoop ontlokte hem de uitspraak 'De bolsjewieken zijn terug'. Verder feliciteerde hij de Oekraïense bevolking met de verkiezing van Viktor Joesjtsjenko tot president.

In 2005 gooide Illarionov alle remmen los. De Russische economische ontwikkeling zou gaan stokken omdat Rusland lijdt aan een ernstige vorm van 'Hollandse ziekte': Rusland begon naar Illarionovs smaak veel te veel petrodollars uit te geven, hetgeen leidt tot extra inflatie en stagnatie.

Daarnaast kampt Rusland met wat Illarionov noemt een 'Venezuelisatie' van de economie. In de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw was Venezuela een betrekkelijk rijk land met een bloeiende economie. In 1958 begon de staat de olie-industrie en andere industrieën te nationaliseren en toenemende invloed op de economie uit te oefenen. Het gevolg was een decennialange periode van stagnatie. Hetzelfde verschijnsel is ook te zien in andere - met name olierijke - landen.

In Rusland is dit proces van nationalisatie en toenemende staatsinvloed op de economie al een paar jaar aan de gang. Er is volgens Illarionov geen reden om te veronderstellen dat Rusland in deze omstandigheden als enige land ter wereld verschoond zal blijven van stagnatie.

Volgens Illarionov had Rusland in 2005 bij een perfect economisch beleid 16 procent economische groei (!) kunnen boeken. In feite kreeg het 6,4 procent (volgens de voorlopige cijfers), omdat al die petrodollars de waarde van het bruto binnenlands product opstuwden. Zonder de toestroom van energiegeld zou de economie met enkele procenten gekrompen zijn.

Illarionov is altijd overtuigd van zijn gelijk. Zijn dikwijls amusante – arrogantie blijkt uit zijn uitspraak over beleidsmakers. Deze zijn onder te verdelen in twee groepen: de ene groep volgt zijn advies meteen op, de andere doet het later. Als dit waar is, wordt Rusland in de toekomst een ultraliberaal paradijs. Maar wanneer?

Omhoog
Terug naar archief