Geen verrassingen in Armenië

René Does

Eindelijk waren de internationale verkiezingswaarnemers eens redelijk tevreden over het democratische verloop van verkiezingen in Armenië. Nadat verkiezingen in de voormalige Kaukasische sovjetrepubliek telkenmale als niet vrij en niet eerlijk waren beoordeeld, passeerden de parlementsverkiezingen van 12 mei - ondanks enkele kritische kanttekeningen - wel de democratische meetlat van de OHDIR, de organisatie voor internationale verkiezingswaarnemingen van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa.

De Armeniërs kozen op 12 mei een nieuwe Nationale Vergadering. Deze telt 131 zetels en wordt volgens een gemengd kiesstelsel gekozen: 90 zetels worden gevuld door middel van proportionele partijverkiezingen en 41 door een districtenstelsel met individuele kandidaten.

Aan de partijverkiezingen deden 27 partijen en één partijenblok mee. In de districtsverkiezingen streden 1314 kandidaten om de zetels. Daarnaast moesten deze parlementsverkiezingen worden gezien als electoraal voorafje voor de belangrijke presidentsverkiezingen van februari 2008.

Op 12 mei kwamen 1,37 miljoen Armeniërs - 59,4 procent van de stemgerechtigden - naar de stembus. De regeringspartijen wonnen zoals verwacht een meerderheid van de zetels in het nieuwe parlement. Als er iets opmerkelijks valt te melden, dan is het dat die winst nog groter uitviel dan was voorspeld.

De grote winnaar was de Armeense Republikeinse Partij (HHK) van premier Serzj Sarkisjan. Deze haalde 33,8 procent van de stemmen en met HHK-afgevaardigden in de districtsverkiezingen meegeteld bijna een meerderheid van de zetels, namelijk 64.

Tot voor kort was Sarkizjan minister van Defensie, in Armenië een belangrijke functie vanwege de gespannen relatie met buurland Azerbeidzjan in de kwestie Nagorno-Karabach. Sarkizjan is de gedoodverfde opvolger van zittend president Robert Kotsjarjan, die in februari 2008 de twee toegestane zittingstermijnen zal hebben vol gemaakt.

Twee andere partijen die de kiesdrempel van 5 procent haalden zijn de regeringspartij Dasjnatsoenjoen (Armeense Revolutionaire Federatie) met 13,1 procent en de nieuwe pro-regeringspartij Welvarend Armenië (15,1 procent) van de oligarch en voormalig wereldkampioen handrukken Gagik Tsaroekjan.

De oppositie bleef hopeloos verdeeld. Even werd gevreesd dat zelfs geen enkele van de maar liefst 20 oppositiepartijen de kiesdrempel zou halen. Uiteindelijk kwamen er toch twee oppositiepartijen in het parlement, namelijk Orinats Jerkir (Partij van de Wet) met 7 procent van de stemmen en de nieuwe Erfgoedpartij met 6 procent.

De moderne en dynamische Erfgoedpartij wordt geleid door de in Amerika geboren voormalige minister van Buitenlandse Zaken Raffi Hovannisjan. Er wordt deze partij een goede toekomst voorspeld.

Het is opmerkelijk dat de Armeniërs zo massaal op regeringspartijen blijven stemmen. Ondanks successen als de bestrijding van de misdaad en een jaarlijkse economische groei van ongeveer 10 procent, blijft Armenië kampen met hardnekkige problemen die vooral de gewone bevolking treffen.

De belangrijkste daarvan zijn omvangrijke corruptie en armoede. Een derde deel van de bevolking leeft van minder dan anderhalve dollar per dag. Vele honderdduizenden van de bijna drie miljoen Armeniërs werken als gastarbeiders in het buitenland, met name in Rusland.

Naast de hopeloze verdeeldheid van de oppositie is de belangrijkste verklaring dat de Armeniërs uit apathie de zittende en ervaren machthebbers toch meer vertrouwen dan de oppositiepartijen.

Omhoog
Terug naar archief