Atheïsme in godshuis
Charles Hoedt
Het allereerste religiemuseum ter wereld staat in Sint Petersburg. Het werd tijdens de Sovjet-Unie opgericht als museum voor de promotie van het atheïsme. Nota bene in een kathedraal. 'Wij waren pioniers. Ook op het gebied van godsdienst.'
Vele tranen heeft Ksenija Moezina om het vertrek gelaten. De 79-jarige medewerkster van het Staatsmuseum van Godsdienstgeschiedenis kan zich haar laatste werkdag in de Kazan-kathedraal nog goed herinneren. Alsof ze er gisteren nog de toegangskaartjes controleerde onder de 80 meter hoge Russisch-orthodoxe kerkkoepel.
De verhuizing naar het nieuwe onderkomen aan de Potsjtamtskaja oelitsa (Postkantoorstraat) dateert alweer van zes jaar geleden, maar ook nu komen de emoties weer boven. 'Ik huilde, huilde, huilde…,' vertelt ze op hartverscheurende wijze vanachter haar houten tafeltje bij de expositie-ingang.
De 79-jarige gepensioneerde Moezina is een typisch Russische baboesjka - duifgrijs, bruine soepjurk, kloeke bril van sovjetmakelij - die nog altijd fulltime in het museum werkt om haar karige staatspensioen aan te vullen. Eigenlijk wil ze niet praten. 'Ik weet niets van de exposities. Ik ben geen specialist. Gaat u alstublieft naar een van onze gidsen.'
Pas als de directie goedkeuring geeft, wil Moezina als oudste onder het museumpersoneel haar herinneringen delen. Want de directeur is haar held, die goed voor haar zorgt, zo vertelt ze met dankbaarheid in haar stem. Hij heeft bovendien hart voor het museum waar ze verknocht aan is geraakt. 'Ik doe dit werk nu al achttien jaar. Daarvoor was ik mijn leven lang arbeidster in een aardappelfabriek.'
De opening van het godsdienstmuseum in 1932 schokte de wereld. Het was bedoeld als propagandamiddel voor het atheïsme. Godsdienst was immers opium voor het volk en religie moest zoveel mogelijk worden bestreden.
De communistische autoriteiten kozen de Kazan-kathedraal uit als vestigingsplaats, de beroemde kerk aan de Nevski Prospekt die tussen 1801 en 1811 was gebouwd naar voorbeeld van de Sint Pieter in Rome. Tussen 1954 en 1990 had het museum de toevoeging 'en Atheïsme' in zijn naam, vandaar 'Atheïsmemuseum'.
De Kazan-kathedraal was de doopkerk van de tsarenfamilie Romanov. Ze was daarnaast de thuisbasis van de icoon Heilige Moeder van Kazan. Dankzij de krachten van deze illustere icoon uit 1579 had Rusland in de loop der eeuwen de Polen, de Zweden en de Franse legers van Napoleon weten te verslaan, zo luidt de overlevering.
De icoon, met goud beslagen en omringd door honderden kostbare diamanten, verdween begin twintigste eeuw spoorloos. Volgens de Russisch-orthodoxe kerk was de verdwijning, hoogstwaarschijnlijk een ordinaire diefstal, een teken dat Rusland door rampen zou worden geteisterd. Deze voorspelling kwam uit: geestelijken werden tijdens en na de Russische Revolutie vermoord en hun kerken geplunderd.
Ook de Kazan-kathedraal ontkwam niet aan de religieuze repressie. In 1922 werd de kerk van haar 700 kilo zware zilveren altaar beroofd. Revolutionairen hakten de tafel in stukken en smolten haar om in zilverstaven, die beter verhandelbaar waren.
Om te bewijzen dat wetenschap betrouwbaarder was dan godsdienst, werd in de Kazankerk het experiment van Léon Foucault gedemonstreerd. De Franse natuurkundige had een instrument uitgevonden - de Slinger van Foucault - waarmee hij de draaiing van de aarde kon aantonen. Hiermee bevestigde hij de theorie van de Poolse sterrenkundige Copernicus dat de aarde om de zon draaide in plaats van andersom, zoals de christelijke kerk eeuwenlang had beweerd.
De Kazankerk moest het belangrijkste religie- en atheïsmemuseum van de Sovjet-Unie worden. De eerste jaren lag de nadruk bij de exposities op het ridiculiseren van religies. Er hingen in de kathedraal grote marxistische propagandaposters. Op een affiche waren arbeiders op een tractor te zien die de geestelijkheid en de gelovige Russische boer vermorzelen onder de leuze 'De strijd tegen de religie is een strijd voor het socialisme!!!'
De exposities werden in de loop der jaren serieuzer en meer wetenschappelijk van aard. Het Atheïsmemuseum werd een populair dagje uit. 'Wat werden we druk bezocht, soms wel duizenden mensen per dag,' zo herinnert Moezina zich vol trots. 'Men stond in de rij om binnen te mogen. Ook kregen we veel delegaties uit het buitenland op bezoek. Bijzonder populair was de tentoonstelling over de inquisitie en de martelwerktuigen uit die periode van geloofsvervolgingen.'
Van de flaneerboulevard Nevski Prospekt verhuisde het museum naar een deftig pand tegenover het Hoofdpostkantoor, weliswaar ook in het stadscentrum maar niet op een plek waar dagelijks tienduizenden mensen langslopen. 'Voordeel is dat we hier meer ruimte hebben voor onze exposities,' aldus Moezina. Op de nieuwe locatie schommelt het aantal rond de 20.000 per jaar.
Paradoxaal heeft de vestiging van het Atheïsmemuseum in de Kazan-kathedraal niet alleen het kerkgebouw, maar ook een groot deel van Ruslands religieuze kunstschatten behoed voor de ondergang. Het godsdienstmuseum verzamelde tijdens het communisme meer dan 180.000 voorwerpen. De bibliotheek bezit 190.000 religieboeken, waaronder een aantal eeuwenoude handgeschreven bijbels. Ze werden vanuit het hele sovjetimperium naar Sint Petersburg gebracht.
'Een groot deel van de religieuze kunstvoorwerpen kon dankzij ons werk worden bewaard', vertelt wetenschappelijk medewerkster Natalja Revoenenko. 'Hoewel bedoeld als atheïstisch propagandamiddel was het museum het eerste echte religiemuseum ter wereld. Wij waren pioniers. Ook op het gebied van de godsdienst.' Een uitgebreide staf van 130 medewerkers, onder wie 30 wetenschappers, zorgt al decennia lang voor onderhoud en restauratie van de collecties.
Van baboesjka Moezina's houten lessenaar is het slechts een paar stappen naar de acht zalen waar een selectie van de duizenden religieuze kunststukken te bewonderen is. Er zijn acht permanente tentoonstellingen. Van de eerste godsdienstrituelen in de oudheid tot en met de ontwikkeling van het moderne christendom.
We zien een tweehonderd jaar oude tamboerijn waarmee de sjamaan, een Siberische medicijnman, de strijd aanging met boze geesten. De zalen met voorwerpen uit het oude Egypte, Griekenland en Israël zijn minder interessant. De vitrines liggen vol met kopieën van cultusobjecten. Al is het hoopje stenen volgens een gids echt 2000 jaar oud en afkomstig van de Klaagmuur in Jeruzalem.
De zalen over het christendom springen er uit. Hier is het al goud wat er blinkt. Maar we zien ook veel mooie en bijzondere eeuwenoude iconen, schilderijen en bijbels.
De expositie over de Russische orthodoxie is het meest uitgebreid en geeft een goed overzicht van de geschiedenis van de Russisch-orthodoxe kerk. Op een prachtig levensgroot schilderij is te zien hoe de Kievse vorst Vladimir in 988 het Byzantijnse christendom uitkoos als staatsreligie boven de islam of het jodendom. Ook de icoon met 156 verschillende afbeeldingen van Maria is een juweel.
Aan uitbreiding van het museum wordt druk gewerkt. Zo wil het museum in de toekomst ook een zaal aan de islam wijden. Van de atheïstische propaganda van weleer is helaas niets terug te vinden. Wel is het mogelijk om over dit onderwerp een lezing aan te vragen.
Met weemoed denkt Moezina terug aan de Kazankerk, die ze nog regelmatig bezoekt. Nooit zal ze iets negatiefs over haar religiemuseum zeggen. Ja, het was soms koud om in een grote kerk als de Kazan te werken, de arbeidsomstandigheden waren niet altijd goed en ze werd ziek van de lange werkdagen die ze tussen het marmer moest doorbrengen. 'Maar op zo'n plek heb je het er allemaal voor over.'