Op zoek naar de beloega
Margreet Strijbosch
Op een landtong van het Grote Solovetski-eiland in de Witte Zee in het noorden van Rusland staat een houten toren. Die biedt uitzicht op een bijzonder spektakel: de zomerbijeenkomst van een groep van ongeveer tweehonderd beloega's, oftewel witte dolfijnen. De toren is gebouwd door Russische wetenschappers die hier een primitief onderzoekskamp runnen. Soms in gezelschap van een - westerse - ecotoerist.
Storm en regen slaan op de tentjes van de onderzoekers van het Instituut voor Oceanologie. De onderzoekers bestuderen hier in een baai het gedrag van de beloega's.
Elke zomer komen de beloega's naar deze plek om te paren en te baren. Maar vanwege de storm laten de zeezoogdieren zich nu niet zien. De onderzoekers kleumen rond een zwartgeblakerde geïmproviseerde kachel in een houten barak. De wind rukt aan het plastic, dat dienst doet als raam in de barak.
De Nederlandse Bettina van Elk is al voor het zesde jaar in het kamp op de Beloegakaap. Als ecotoerist draait ze twee weken mee met de onderzoekers. Ze gaat met hen mee naar de vier meter hoge uitkijktoren op het punt van de landtong om de beloega's te bestuderen, helpt mee bij het hout hakken of plukt paddestoelen in de prachtige omgeving. Maar de grote attractie zijn de beloega's.
We lopen in de richting van de uitkijktoren, waar de beloega's bij eb komen 'loungen'. Ondanks onze lieslaarzen staat het water te hoog om bij de uitkijktoren te kunnen komen. Het wordt dus wachten op het volgende laag tij. Als dan de wind gaat liggen kunnen we hopelijk een blik werpen op de witte dolfijnen met hun aandoenlijk ronde kop.
We vluchten voor de wind het bos in achter de barak. Daar vertelt Bettina wat er precies te zien valt. 'In juni komen de moeders met hun kinderen naar de baai. Ze bevallen hier van hun baby's en laten die aan de groep zien. In de tweede helft van juni komen de mannetjes langs. Die zwerven in hun eentje rond in de Witte Zee. De vrouwtjes besluiten welke mannetjes worden toegelaten tot de groep, en daarna wordt er gepaard. De adolescenten kijken als het ware het gedrag van de ouderen af. Begin augustus beginnen de pubers dit paargedrag te imiteren. Dan lijkt het hier wel een discotheek.'
Bettina, in het dagelijks leven psychotherapeut, heeft op mooie zomerse dagen wel eens veertig beloega's in de 'discotheek' geteld. 'Je kunt soms prachtig zien hoe de mannetjes de vrouwtjes proberen te paaien en met hun penisje langs de vrouwtjes strijken.' De beloega's blijven tot ongeveer half augustus in de baai. Daarna verdwijnt de hele groep weer in de Witte Zee. De mannetjes trekken weg naar het noorden, naar de Barentszee.'
Bettina geniet zeer van haar verblijf in het kamp. Als het niet stormt, sterft het er van de muggen, maar die kunnen Bettina niet deren. 'Daar wen je aan,' zegt ze nuchter. Bettina houdt wel van het primitieve leven in het kamp.
Ze wijst op de 'douche', een hutje van palen en plastic in het open veld, op de plaats waar een moerasbeekje in zee stroomt. 'Dat water is zwart omdat het uit het veen komt. Maar het zit vol mineralen.' Bettina wast zich met dit water, en poetst er haar tanden mee. Het - gekookte - water uit de beek doet tevens dienst als drinkwater. Helaas smaakt deze dagen de thee nogal zout. Door de storm is zeewater de beek ingestroomd. De bewoners van het kamp zullen op zoek moeten naar een andere waterbron.
Onderzoeker Vladimir Baranov is blij met de komst van ecotoeristen als Bettina. Zij brengen geld in het laatje. Dat kan de verarmde Russische wetenschap goed gebruiken. 'Bovendien kan ik deze toeristen controleren,' zegt Baranov. 'Dat is belangrijk voor de rust van de beloega's.'
Dagjestoeristen vormen daarentegen een groot probleem. De Solovetski-eilanden worden steeds populairder als vakantiebestemming. Jaarlijks komen rond de 30.000 toeristen naar de eilanden, die zelf niet meer dan 800 inwoners tellen. De toeristen maken graag een dagtochtje naar de Beloegakaap. 'Maar de toeristen in hun motorbootjes werken zeer verstorend,' zegt Baranov. 'Het is wel eens gebeurd dat de beloega's voor een paar dagen verdwenen, nadat ze voor het lawaai op de vlucht waren geslagen.'
Volgens Ljoedmila Danilova van de Russische afdeling van het International Fund for Animal Welfare (IFAW) is Baranov wel eens slaags geraakt met toeristen. 'Gelukkig is nu de regel ingevoerd dat boten een afstand van minimaal 500 meter moeten bewaren van de Beloegakaap.' IFAW hoopt dat alle vijf de Solovetski-eilanden, inclusief de Beloegakaap, zullen worden uitgeroepen tot natuurbeschermingsgebied.
Tot die tijd zijn de wetenschappers zelf de bewakers van de beloegabroedplaats. Om de beloega's en hun bewakers te beschermen subsidieert IFAW de zomerkampen van de wetenschappers. Maar daarmee kan IFAW niet voorkomen dat steeds meer zeebiologen de Beloegakaap links laten liggen.
De afgelopen jaren trad een aantal zeebiologen die eerder actief waren bij de Beloegakaap, in dienst van westerse oliemaatschappijen. Die leggen pijpleidingen aan voor de kust van Sachalin. Danilova: 'Om natuurbeschermingsorganisaties tevreden te stellen huurt zo'n oliemaatschappij voor honderd dollar per dag wetenschappers in die het gedrag van de grijze walvis daar bestuderen. Onder het mom dat de walvissen daarmee ook beschermd zijn. Wij als IFAW kunnen dat de wetenschappers niet kwalijk nemen.'
De beloega is walvis noch dolfijn en behoort tot een aparte familie. Toch wordt dit zeezoogdier, dat een lengte van vijf meter kan halen, door de Russische wetenschap ondergebracht bij de dolfijnen. Dit is nadelig voor de beloega's, omdat zij daarmee niet vallen onder het tijdelijke walvissenjachtverbod, dat is ingesteld door de Internationale Walvisvaart Commissie.
Dat zou wellicht ook niet hoeven, omdat er sinds de Tweede Wereldoorlog nauwelijks meer jacht gemaakt wordt op beloega's. Tot Japan in 1999 bij de Russen 2000 ton beloegavlees bestelde, waarvoor ongeveer 2000 beloega's gedood moesten worden. Voor Rusland geen probleem, aangezien beloega's niet alleen in de Witte Zee, maar ook in de Stille Oceaan voorkomen.
Overigens bestaat volgens de wetenschappers van het Russische Instituut voor Oceanologie de gehele beloegapopulatie in de Witte Zee uit niet meer dan 2000 dieren. Natuurbeschermers wisten zes jaar geleden de door Japan ontketende jacht op de beloega's te stoppen. Sindsdien mogen de dieren niet meer gevangen worden voor commerciële doeleinden. Wel krijgen plaatselijke vissers en wetenschappers jaarlijks nog quota toegewezen voor de vangst van enige honderden beloega's.