Eindexamenwet aangenomen
René Does
Vanaf 2009 leggen alle middelbare scholieren van Rusland hetzelfde eindexamen af. De resultaten hiervan zullen als toelatingsbewijs voor vervolgopleidingen gelden. Midden februari werd deze wijziging van de Onderwijswet door president Poetin ondertekend. De invoering van het 'Ene Staatsexamen' (JeGE volgens de Russische afkorting) wordt gezien als een van de speerpunten in de hervorming van het Russische onderwijs. Het heeft de laatste tijd in de Russische media echter ook geleid tot felle reacties van tegenstanders.
Leerlingen gaan hun eindexamen in drie delen afleggen: A, B en C. Per vak zijn deel A (meerkeuzevragen) en deel B (open vragen) verplicht. De antwoorden worden door leerkrachten van buiten de eigen school nagekeken. Deel C betreft moeilijke vragen (een zogenoemde 'olympiade') die door de uitblinkers beantwoord kunnen worden en hen voorrang kan verlenen bij de toelating tot prestigieuze opleidingen. De leerlingen krijgen hun uitslag op een schaal van 100 punten.
Met deze uitslag kunnen ze twee jaar lang toelating tot een hoger onderwijsopleiding naar hun keuze proberen te verkrijgen. In principe kunnen ze bij álle vervolgopleidingen van het land tegelijkertijd een aanvraag indienen.
De voorstanders willen met de invoering van het algemene staatsexamen drie doelen bereiken. Allereerst het aanpakken van de enorme corruptie in het oude systeem van toelatingsexamens voor hoger onderwijsinstellingen. Ten tweede grotere objectiviteit in het vaststellen van de eindresultaten van middelbare scholieren.
En tot slot het verhogen van de kans dat eindexamenleerlingen uit kleine steden en van het platteland aangenomen worden door de betere hogescholen en universiteiten. Het eindexamenproces moet eerlijker, transparanter en objectiever worden.
Met het nieuwe staatsexamen wordt al sinds 2000 geëxperimenteerd. In 2006 was Russisch een verplicht staatsexamen op alle scholen. Verder hebben middelbare scholen en vervolgopleidingen reeds enkele jaren de mogelijkheid om vrijwillig het staatsexamen af te nemen respectievelijk als toelatingsbewijs te laten gelden. Dit jaar zal 70 procent van de middelbare scholen aan het staatsexamen meedoen.
De staatsexamens van 2006, waaraan 60 procent van de eindexamenleerlingen deelnam, hebben enkele opmerkelijke, om niet te zeggen vreemde resultaten opgeleverd. Zo waren de resultaten op plattelandsscholen beter dan in de steden, hetgeen het weekblad Moskovskije Novosti vol ongeloof deed concluderen dat lagere onderwijsuitgaven blijkbaar betere resultaten opleveren.
De beste resultaten per eindexamenvak werden allemaal in deelrepublieken bereikt. Bij wiskunde waren dat Basjkortostan en Kabardino-Balkarië (gemiddeld 62 punten per eindexamenleerling), bij Russisch Mari-El (56,7), bij natuurkunde Karatsjejevo-Tsjerkessië (63,2), bij scheikunde nogmaals Karatsjejevo-Tsjerkessië (59,5), bij biologie Tsjoevasjië (58,6), bij Russische geschiedenis weer Karatsjajevo-Tsjerkesssië (60,8) en bij aardrijkskunde Mordovië (63,8). In het oude systeem werden de beste eindexamenresultaten traditioneel behaald in de oer-Russische provincies Kaloega en Voronezj.
Wellicht zijn er nieuwe vormen van corruptie ontstaan. Volgens bovengenoemd weekblad kost het 'in verschillende regio's' 500 dollar om 90 of meer punten als eindexamenresultaat te behalen.
Veel Russische onderwijsdeskundigen hebben kritiek geuit op het nieuwe systeem van staatsexamens. Zij vrezen vooral dat de kwaliteit van het onderwijs achteruit zal gaan en dat er 'Amerikaanse toestanden' in het Russische onderwijs gaan optreden. Het onderwijs zal zich gaan concentreren op het najagen van eindexameneisen en niet op een brede opleiding en opvoeding, aldus de critici.
Verder menen zij dat er in het hervormingsprogramma te veel aandacht is geweest voor het relatief kleine eindexamenprobleem, dat immers maar een momentopname in iemands schoolcarrière is. Andere problemen, zoals vernieuwing van de leermiddelen, investeringen in de verouderde infrastructuur en betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, hadden prioriteit moeten krijgen. De critici betwijfelen of de endemische corruptie in het onderwijs zal verdwijnen en of armere kinderen vanaf nu gelijke kansen krijgen als kinderen van rijke ouders.
Al met al menen zij dat de gestelde doelen van de eindexamenhervorming (eerlijker, objectiever en minder corrupt) niet zullen worden bereikt en dat het nieuwe systeem slechter is dan het oude - zeker niet volmaakte - examenstelsel.