Oekraïne op herhaling

René Does

Op 30 september gaan de Oekraïners vervroegd naar de stembus om een nieuwe Rada, het 450 zetels tellende parlement, te kiezen. Deze verkiezingen moeten een einde maken aan de politieke crisis van afgelopen winter en voorjaar. Of dit gaat lukken, valt sterk te betwijfelen. Het gaat immers weer tussen dezelfde partijen met dezelfde leiders, die ongeveer dezelfde uitslag als de vorige keer (maart 2006) zullen behalen.

Afgelopen maart stuurde de hervormingsgezinde 'oranje' president Viktor Joesjtsjenko het parlement naar huis, omdat zijn cohabitation met de regering van de conservatieve en meer Russisch-gezinde premier Viktor Janoekovitsj was uitgelopen op een persoonlijke machtsstrijd over de controle op het parlement en de regeringsdepartementen, met name de machtsdepartmenten. Voor de Oekraïense burgers had het parlement niet echt weggestuurd hoeven worden omdat het economische beleid van de regering Janoekovitsj redelijk succesvol is. Onder Janoekovitsj groeide de Oekraïense economie met 8 tot 10 procent per jaar.

Zoals gezegd lijken de komende verkiezingen geen nieuwe machtsverhoudingen op te leveren. De Partij van de Regio's van Janoekovitsj (de 'blauwwitten') zal 30 procent of iets meer van de stemmen halen. De twee oranje partijen zullen ook ongeveer dezelfde resultaten boeken als in maart 2006: Ons Oekraïne van Joesjtsjenko, nu samengegaan met Zelfverdediging van Joeri Loetsenko, iets minder dan 15 procent en het Blok Joelija Timosjenko iets meer dan 15 procent.

Voor de Socialistische Partij en de Communistische Partij wordt het opnieuw spannend of zij de kiesdrempel van 3 procent zullen halen. Janoekovitsj zal weer de meeste kiezers trekken in het pro-Russische en conservatieve oosten van het land, Joesjtsjenko in het pro-westerse en nationalistische westen en Timosjenko in het centrum, de strook land langs beide oevers van de Dnepr, met de hoofdstad Kiev.

Verder staan de politieke partijen in Oekraïne nog steeds onder sterke invloed van de oligarchen en grote zakenimperiums. Ze zijn eerder kiesverenigingen en lobbyorganisaties van deze zakenimperiums dan zuivere politieke partijen. Er zijn vijf topoligarchen in Oekraïne. Vooralsnog staan er drie achter Janoekvitsj, namelijk Rinat Achmetov, Viktor Pintsjoek en Dmitri Firtasj, terwijl de andere twee, Vitali Gajdoek en Igor Kolomojski, hun steun verdelen over Joesjtsjenko en Timosjenko.

Toch zouden de nieuwe parlementsverkiezingen verschuivingen in het politieke landschap kunnen opleveren. De belangrijkste vraag is of er een zogenoemde Grote Coalitie komt tussen de partijen van Janoekovitsj en Joesjtsjenko in plaats van de huidige regering van de Partij van de Regio's en socialisten en communisten.

Een Grote Coalitie kan ontstaan omdat zo'n beetje iedereen in de Oekraïense politiek de populistische stokebrand Timosjenko zat is en haar wil isoleren. Dit zou dan het einde betekenen van het verbond van de partijen die de Oranje Revolutie leidden. Een andere - maar minder waarschijnlijke - mogelijkheid is dat Janoekovitsj de absolute meerderheid van de zetels haalt als de communisten en de socialisten de kiesdrempel niet halen.

Het Russische dagblad Kommersant vatte de stand van zaken in de Oekraïense politiek aan de vooravond van de nieuwe parlementsverkiezingen kernachtig samen: 'Drie jaar na de Oranje Revolutie zal de contrarevolutie zegevieren. En begint de voorbereiding op de presidentsverkiezingen van 2009.'

Omhoog
Terug naar archief