Henri Troyat (1911-2007)
Pauline Michgelsen
Hij werd geboren als Lev Tarassov op 1 november 1911 in Moskou. Op 4 maart overleed hij in Parijs als Henri Troyat, 95 jaar oud en met meer dan honderd boeken op zijn naam.
Zijn eerste levensjaren waren rijk, met een Frans-Zwitserse gouvernante voor de Franstalige opvoeding, en een njanja voor de Russische basis. Na de revolutie van 1917 ontvluchtte de familie Moskou en belandde na de nodige omzwervingen in Parijs. 'Het was zo'n buitengwoon vreemde periode,' zo beschreef Troyat later hun vlucht in een interview met de Franse krant Le Monde, 'dat ik veel ervan niet in mijn romans kon gebruiken. Het was te onwaarschijnlijk voor fictie.'
Tarassov studeerde rechten en vond een baan bij de prefectuur van Parijs. Ondertussen schreef hij. In 1935 debuteerde hij onder de naam Henri Troyat. Voor zijn vijfde roman, L'Araigne, ontving Troyat in 1938 de Prix Goncourt.
Aanvankelijk durfde hij na deze eer niet meer te schrijven. Hij zette zich daarom aan iets anders: een biografie van Fjodor Dostojevski. Sindsdien wisselde Troyat met de precisie van een Zwitsers horloge romans en biografieën af. Peter en Catherina de Grote, Ivan de Verschrikkelijke, Lev Tolstoj, Nikolaj Gogol, Marina Tsvetajeva, Anton Tsjechov, maar ook over Franse grootheden als Gustave Flaubert, Guy de Maupassant, Paul Verlaine en Alexandre Dumas.
In 1940 gaf Troyat zijn baan op en werd hij voltijd schrijver. Zowel zijn biografieën als zijn romans werden steeds dikker, verschillende romans verschenen als meerdelige saga's.
Troyat zou zijn hele leven blijven schrijven - nog in 2006 verscheen van zijn hand zowel de roman La Traque als een biografie van Boris Pasternak - al schreef hij de laatste jaren niet meer staand achter zijn hoge lessenaar, zoals hij altijd had gedaan.
In 1959 werd Troyat voorgedragen als lid van de prestigieuze Académie Française en, met slechts twee stemmen tegen, geaccepteerd. Hij was een geliefd en populair schrijver. Té populair volgens sommigen, te veel een schrijver voor het grote publiek. Critici vonden zijn boeken te weinig origineel en diepgaand, en de schrijver onzorgvuldig. Een keer is Troyat beschuldigd van plagiaat.
Er zijn miljoenen exemplaren van zijn boeken verkocht, en met name zijn biografieën werden in veel talen vertaald. Misschien zijn ze niet altijd even diepgaand, maar ze lezen als een trein.
Over zijn privé-leven was de schrijver uiterst discreet. Alleen uit de rouwadvertenties viel op te maken dat Troyat kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen had. Allemaal Troyat geheten, en niet Tarassov.
Troyats meest autobiografische boek is Aliocha, dat gezien het aantal samenvattingen op internet nog steeds wordt gelezen door leerlingen Frans in Nederland. Het verhaalt van een 13-jarige jongen die zich moet verzoenen met zijn status als emigrant, terwijl zijn vader en moeder slechts dromen van een terugkeer naar Rusland.
Net als zijn ouders keerde Troyat nooit terug naar zijn geboorteland. In plaats daarvan creëerde hij een 'inwendig Rusland', gebaseerd op zijn eigen jeugdherinneringen en de verhalen van zijn ouders. Alleen zo kon hij zijn herinneringen mooi en in tact houden. 'De sneeuw is schoner in mijn dromen,' vond hij.