Rusland moet middenmoot ontstijgen
Jan Limbeek
De vier BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China) zijn een begrip geworden omdat hun economieën al jaren hard groeien en ze veel potentieel hebben voor verdere groei. Verwacht wordt dat ze een steeds grotere rol gaan spelen in de wereld. Hoe doet Rusland het op onderwijsgebied vergeleken met de overige drie groeipartners?
Iedereen erkent dat voor de toekomst van een land kwalitatief goed onderwijs erg belangrijk is. Ook de nieuwe president Dmitri Medvedev spreekt mooie woorden over de noodzaak het onderwijs te moderniseren en te verbeteren. De meningen zijn verdeeld over hoe het onderwijs er nu voorstaat, maar geen enkele expert vindt Rusland boven de middenmoot uitsteken.
De Global Talent Index van headhuntersbureau Heidrick and Struggles, die in samenwerking met de Economist Intelligence Unit wordt gemaakt, geeft van 30 landen aan waar ter wereld talent zit en waar dit over vijf jaar het geval zal zijn. Volgens de Global Talent Index ziet van de BRIC-landen de toekomst er in Rusland en Brazilië somber uit. Beide landen gaan slecht om met hooggekwalificeerd personeel. Ze trekken weinig mensen aan en leiden slecht op.
Uit Rusland is op de langere termijn volgens Heidrick and Struggles nog slechter nieuws te verwachten omdat de kwaliteit van het lager en middelbaar onderwijs zal dalen, waardoor het kennisniveau van de toekomstige generaties afneemt. Hetgeen weer ten koste zal gaan van de economische groei op lange termijn.
Opmerkelijk is dat de negatieve visie van Heidrick and Struggles op het Russische onderwijs niet ondersteund wordt door hun eigen gegevens, zoals terug te vinden in tabel 1.
Opm. De Global Talent Index is het resultaat van uitkomsten op zeven deelgebieden, waarvan twee het onderwijs direct betreffen en ook in de tabel opgenomen zijn. En ter vergelijking: de nummer 1 in 2007 én 2012 is en blijft de Verenigde Staten, terwijl Nederland in deze periode licht zal zakken van plaats 3 naar plaats 4.
Brazilië China India Rusland
Global Talent Index (totaal)
2007 23 8 10 18
2012 25 6 10 18
Kwaliteit leerplichtig onderwijs
2007 23 26 24 20
2012 23 24 25 22
Kwaliteit universiteiten en business schools
2007 25 21 26 13
2012 26 21 25 11
Bron: Global Talent Index 2007
Het onderzoek steekt af tegen de algemene opinie dat de waarde van het menselijk kapitaal in Rusland juist groot is. Om wat te noemen: er is vrijwel geen analfabetisme in Rusland en er zijn meer academisch geschoolden dan gemiddeld in de Europese Unie. De erfenis van de Sovjet-Unie is op dit punt grotendeels positief te noemen.
Het Global Competitiveness Report (GCR) van het World Economic Forum beoordeelt de efficiency waarmee landen hun hulpbronnen gebruiken en bepaalt op basis daarvan de te verwachten welvaartsgroei. Het rapport wordt samengesteld met behulp van gegevens uit openbare bronnen en vooral van de meningen van 11.000 specialisten uit 131 landen.
Het rapport ziet de kwaliteit van het lager en hoger onderwijs juist als een van de concurrentievoordelen van Rusland. Op het gebied van primair en hoger onderwijs scoort Rusland het beste van de BRIC-landen. China, dat het heel goed doet bij de Global Talent Index van Heidrick and Struggles, heeft in het GCR in het geheel geen concurrentievoordelen op het gebied van lager en hoger onderwijs. Alleen in India is de kwaliteit van het hoger onderwijs beter dan in Rusland. De kwaliteit van business-schools en de samenwerking van het bedrijfsleven met de onderwijssector vallen overal tegen, behalve in India.
* De kwaliteit van het hogere onderwijs in India is goed, maar vanwege de beperkte studentenaantallen neemt het land toch slechts plaats 55 in.
Brazilië China India Rusland
Kwaliteit primair onderwijs 123 48 88 46
Hoger onderwijs en trainingen 64 78 55* 43
waarvan
kwaliteit middelbaar en hoger onderwijs 120 73 31 46
kwaliteit wiskunde en natuurwetenschap 117 57 11 38
kwaliteit managementopleidingen 66 90 8 78
Researchsamenwerking industrie-universiteit 46 25 44 61
Bron: The Global Competitiveness Report 2007-2008
Alle BRIC-landen hebben als concurrentienadeel lage uitgaven aan onderwijs, met name Rusland en China. Dit is simpel te verbeteren en in Rusland heeft men ook de intentie hiertoe. Onderwijs is een van de speerpunten van het regeringsbeleid.
Maar het is nog weinig zichtbaar. Het salarisniveau in de onderwijssector is nog steeds een van de laagste in de economie. In de eerste vier maanden van 2008 was het gemiddelde maandloon in het onderwijs 290 euro, 140 euro lager dan het gemiddelde maandsalaris van 430 euro (16.000 roebel).
Deze lage beloning stimuleert de corruptie in het onderwijs en vermindert de aantrekkelijkheid van het lesgeven. Weliswaar is de status van docent in Rusland vrij hoog, maar de lage beloning in omstandigheden van toenemende krapte op de arbeidsmarkt, bevordert de uitstroom. Zonder toereikende maatregelen zal de kwaliteit van het onderwijs inderdaad verslechteren.
Van de vier BRIC-landen springt Rusland er, volgens de deskundigen uit de praktijk die het GCR inhoud gaven, bepaald niet slecht uit. Het algemene niveau van het onderwijs is beter dan in Brazilië, India en China. Wat dat betreft is het niet waarschijnlijk dat, ondanks de bevindingen van de Global Talent Index, de toekomstige economische ontwikkeling van Rusland beperkt zal worden door gebrek aan hoogwaardig menselijk kapitaal.
Op een andere manier kan dat wel: de algehele krapte op de Russische arbeidsmarkt speelt een rol. Het is noodzakelijk dat groeiende arbeidsproductiviteit het tekort aan werknemers compenseert. Dit kan door scholing. Rusland moet dus meer aandacht aan de onderwijssector geven dan landen met een ruimere arbeidsmarkt. De huidige middenmootpositie is niet voldoende in Ruslands demografische omstandigheden.