Vaste plek voor kunst uit Rusland

Greetje van der Werf

In 2009 zal Nederland beschikken over een nieuw groot kunstmuseum waar uitsluitend kunst uit Rusland tentoongesteld wordt. Midden in het centrum van Amsterdam, tussen Carré en het Muziektheater, wordt op dit moment hard gewerkt aan de uitbreiding van de Hermitage aan de Amstel, een museum met de ambitie om behalve museum ook een Russisch cultureel centrum te worden. Een verkenning.

Wat geen enkel Nederlands museum tot dan toe gelukt was, kreeg het Groninger Museum in 2001 ineens wel voor elkaar: een overzichtstentoonstelling van de vermaarde Russische schilder Ilja Repin. De tentoonstelling kwam tot stand dankzij de bemiddeling en sponsoring door de Nederlandse Gasunie in Groningen.

Tot grote verbazing van de Nederlandse liefhebbers van Russische kunst en cultuur volgden hierna vrij snel achter elkaar nog drie grote tentoonstellingen uit Rusland. Achtereenvolgens waren dit Het Russische landschap, een tentoonstelling over Sergej Djagilev en Russische Sprookjes. Onze verwachtingen waren gewekt. Wat kon het volgende zijn waarmee 'Groningen' ons zou gaan verrassen?

'Niets, er komt voorlopig helemaal niets uit Rusland deze kant op, althans niet via ons,' pareert Ben Warner, woordvoerder van Gasterra, mijn vraag per telefoon. 'Een tentoonstelling van Repin was jarenlang ondenkbaar. De Russische musea zouden de meesterwerken van hun grote schilder van het realisme nooit laten reizen. Totdat het ineens dankzij de Gasunie toch lukte. Hierna ging het vanzelf en was de Gasunie niet meer nodig om de volgende drie tentoonstellingen naar Nederland te krijgen.

Het is dus eerder andersom gegaan: eerst was er jarenlang niets uit Rusland en toen ineens veel tegelijk. Maar er is nooit iets structureel vastgelegd. Er is geen contract getekend waarin vastligt dat er op regelmatige basis Russische kunst naar het Groninger Museum zal gaan.'

Niettemin mogen we in 2009 een grote Russische tentoonstelling verwachten. Deze is op dit moment in voorbereiding bij de Hermitage aan de Amstel, de Amsterdamse satelliet van de Hermitage in Sint Petersburg. De tentoonstelling draagt de titel Aan het Russische hof en zal de openingstentoonstelling worden van de nieuwe behuizing van de Hermitage Amsterdam, die in 2004 van start ging in zes kleine zaaltjes van gebouw Neerlandia van verpleeghuis de Amstelhof.

Op dit moment is de verbouwing van het uit 1683 stammende verpleeghuis volop gaande. Met bouwhelmen op ons hoofd en laarzen aan onze voeten lopen we er dwars doorheen. De aanblik is spectaculair: enorme ruimtes met overal steigers, planken, zakken cement, gereedschap. Bouwvakkers lopen af en aan met gipsplaten. Er is niets dat aan de toekomstige museale bestemming van het gebouw doet denken, laat staan aan Rusland.

Terwijl we een betonnen trap aflopen, waarschuwt directeur Ernst Veen met een breed gebaar om zich heen wijzend: 'Niets is hier vanzelfsprekend.' De exacte openingsdag wil hij dan ook niet noemen. 'Half juni 2009, daar kunt u wel van op aan.'

Op de computeranimatie ziet het er prachtig uit: behalve de zalen voor tijdelijke tentoonstellingen van kunst uit Rusland, zal de Hermitage Amsterdam een permanente tentoonstelling hebben over de geschiedenis van de Petersburgse Hermitage. Er komen twee museumwinkels, een studiecentrum met dertig werkplekken, een restaurant met tweehonderd plaatsen, een film- en congreszaal voor vierhonderd personen en een kindermuseum met ateliers.

'Het zal een levendig cultuurcentrum worden,' voorspelt Ernst Veen. 'Met een prachtige binnentuin, waar de stilte wordt gekoesterd.'

Voor de openingstentoonstelling Aan het Russische hof zullen 1800 objecten uit de Hermitage van Sint Petersburg naar Nederland reizen. Het wordt de grootste tijdelijke expositie in Nederland ooit en dit zal ook de enige keer zijn dat het gebouw van de Hermitage Amsterdam in zijn geheel door een tentoonstelling in beslag genomen wordt. Hierna zal telkens in de ene helft van het gebouw een tentoonstelling lopen, terwijl in de andere helft de volgende wordt opgebouwd.

'Voor de opening hebben we dus wel een echt Russische tentoonstelling, maar,' zegt hoofd Tentoonstellingen Marlies Kleiterp, 'hierna zullen weer twee niet-Russische tentoonstellingen volgen. Na het Russische hofleven komt een tentoonstelling van West-Europese moderne kunst (vooral Matisse), gevolgd door Alexander de Grote. Alles afkomstig uit de Hermitage van Sint Petersburg.'

De tentoonstelling Aan het Russische hof zal het negentiende-eeuwse leven aan het hof van de tsaar laten zien. Dit gebeurt aan de hand van onder meer kledingstukken, serviesgoed, meubels, statieportretten en schilderijen uit die tijd.

'Alles wel met een knipoog, hoor. Als je het toenmalige hofleven heel precies gaat nabouwen, werkt het niet. Je moet zo'n tentoonstelling naar een iets hoger abstractieniveau tillen.'

De voorbereiding begon tweeënhalf jaar geleden met een bezoek aan het kostuumdepot van de Hermitage in Sint Petersburg, waar letterlijk alles uit de kast getrokken werd. Er werd op schoonheid gekozen.

Half april zullen de eerste van de in totaal tweehonderd kledingstukken in Amsterdam aankomen en kan het op maat maken van de paspoppen beginnen. 'Nee, de huidige paspoppen zijn onbruikbaar. De lichamen waren toen heel anders. Maria Fjodorovna, de moeder van de laatste tsaar, was bijvoorbeeld heel klein en tenger.'

Voor Marlies Kleiterp is de 'uitdaging van het samenwerken' met de Russische collega's in het moedermuseum het leukste van haar werk. Uitdaging? Is dit niet een eufemisme voor 'het moeizaam verlopen van'?

'Ja,' bekent Kleiterp, 'maar sinds wij onze eigen officemanager ter plekke hebben, gaat het organisatorisch stukken beter. En vergeet niet dat wij hun expertise echt nodig hebben. De grote Hermitage is intussen ook míjn museum geworden. Na tien tentoonstellingen hebben we zoveel ervaring opgedaan. En het leuke van de grote openingstentoonstelling is dat verschillende afdelingen in de Hermitage nu "afdelingsoverschrijdend" moeten werken. Dat zijn ze niet gewend.'

Bij enkele van de tien tentoonstellingen die tot nu toe in gebouw Neerlandia georganiseerd zijn, kreeg de bezoeker wel eens het gevoel dat de tentoonstelling gemakkelijk te maken was. Kleiterp: 'Vergeet niet dat wij geen permanente collectie hebben en dus continu aan het werk zijn om iets te kunnen laten zien.

Soms hebben we hier inderdaad een tentoonstelling die al eerder gereisd heeft, of die in de grote Hermitage al min of meer klaar was. Soms gaan we uit van wat er al is, maar vaak ook hebben wij zelf een idee voor een tentoonstelling, zoals in het geval van de moderne West-Europese kunst. Dat was een idee van ons, maar in Petersburg komen ze ook met goede ideeën, vooral de jongere garde.

We werken met projectteams die regelmatig naar de grote Hermitage gaan en veel overleg hebben met het Russische team dat op de betreffende tentoonstelling is gezet. Ons projectteam maakt de selectie, maar de vakkennis is daar. Zij schrijven ook de teksten voor de tentoonstelling en de catalogus.

Maar inderdaad, er zit een limiet aan wat we kunnen laten zien, want onze keuze wordt beperkt door wat er in de grote Hermitage voorhanden is. Dat is veel. Daarom gaan we voorlopig ook niet naar andere musea in Rusland. Het mag wel. Maar al zouden we in de toekomst gaan samenwerken met andere Russische musea, we blijven altijd onder de vleugels van ons moedermuseum.'

Omhoog
Terug naar archief