Verdeeld Armenië

René Does

De presidentsverkiezingen in Armenië van 19 februari hadden in principe net zo moeten verlopen als de afgelopen presidentsverkiezingen in Rusland. Ook in Armenië was er voor de ruim twee miljoen kiesgerechtigden een 'tandem' van twee leiders in de aanbieding, die in hun functies stuivertje moesten wisselen. Premier Serzj Sarkisjan van de regerende Republikeinse Partij moest de opvolger worden van president Robert Kotsjarjan, die er twee termijnen op had zitten en op zijn beurt premier zou kunnen worden.

De uitslag van de presidentsverkiezingen maakte dit scenario na de eerste ronde al mogelijk. Bij een opkomst van 70 procent van de kiesgerechtigden won Sarkisjan 52,8 procent van de stemmen. De belangrijkste oppositieleider, oud-president Levon Ter-Petrosjan, verzamelde 21,5 procent van de stemmen. In totaal waren er negen kandidaten: Sarkisjan en acht oppositieleiders.

Maar na de bekendmaking van de uitslag ging het mis en dreigde zich hét grote angstscenario van de machthebbers in Rusland en de meeste andere GOS-republieken te ontrollen, namelijk een fluwelen revolutie die wordt aangejaagd door massaprotesten tegen (vermeende) fraude bij verkiezingen. Ter-Petrosjan eiste nieuwe verkiezingen. Tienduizenden aanhangers van de oppositie gingen in de hoofdstad Jerevan de straat op. Op het Vrijheidsplein werd een tentenkamp opgezet. Vanuit de provincie trokken zowel aanhangers van Sarkisjan als van Ter-Petrosjan op naar Jerevan. Deze beelden waren bekend van de Rozenrevolutie in Georgië en de Oranje Revolutie in Oekraïne.

Maar op zaterdag 1 maart werden de demonstranten met geweld uiteengejaagd. Hierbij vielen volgens de officiële cijfers onder de opposanten acht doden en honderd gewonden. In de hoofdstad Jerevan werd voor een periode van twintig dagen de noodtoestand uitgeroepen. Ter-Petrosjan kreeg huisarrest opgelegd.

Het was voor Kotsjarjan en Sarkisjan een tegenvaller dat de verdeelde oppositie zich min of meer verenigde rond Ter-Petrosjan, nadat hij zich op 21 september kandidaat had gesteld. Als de eerste president van het onafhankelijke Armenië in de periode 1991-1998 is Ter-Petrosjan een vooraanstaande politicus in het land, hoewel hij de diepe economische crisis van die jaren als last met zich meesleept. Onder zijn opvolger is de economie weer redelijk opgebloeid. Ondanks enkele onregelmatigheden tijdens de afgelopen presidentsverkiezingen, lijkt de overwinning van Sarkisjan vooral om die reden toch de wens van de meeste Armeniërs te weerspiegelen.

De oppositie was er echter bijzonder boos over dat de ruim 400 internationale verkiezingswaarnemers van de OVSE en het Amerikaanse State Department de verkiezingen als 'grotendeels eerlijk' hebben betiteld. Bij vorige verkiezingen in Armenië waren zij aanzienlijk kritischer. Hen werd daarom door de oppositie 'infantiliteit en formalisme' verweten.

Ter-Petrosjan sprak harde woorden tot de Europese Unie. 'De verkiezingen voldeden aan geen enkele internationale standaard, maar de Europese gemeenschap beschouwde ze als normale verkiezingen. Ik vind dit een formalistisch besluit, dat een belediging is voor ons volk en voor de democratie,' klaagde hij op 10 maart in de Russische krant Kommersant. De Russische waarnemers waren overigens ook tevreden over het verloop van de verkiezingen.

In Armenië heeft een enorme polarisering plaatsgevonden. Het is nu een tot op het bot verdeeld land. Een belangrijk geschilpunt tussen de machthebbers en de oppositie is de omgang met het conflict rond de enclave Nagorno-Karabach, in 1994 door Armenië op Azerbeidzjan veroverd.

De oppositie pleit voor meer inschikkelijkheid om tot een regeling te komen, zodat de blokkade door de buurlanden Azerbeidzjan en Turkije wordt opgeheven. Kotsjarjan en Sarkisjan komen allebei uit Nagorno-Karabach, waardoor de aanhangers van de oppositie tegenwoordig zeggen dat de politiek in Armenië wordt 'bezet' door Nagorno-Karabachers.

De belangrijkste verklaring waarom de Armeniërs in het begin van de jaren negentig de strijd tegen Azerbeidzjan hebben gewonnen was dat zij de nationale eenheid konden stellen tegenover de verdeeldheid van de Azeri. Dit voordeel dreigen zij nu te verliezen, waardoor het voor Azerbeidzjan een steeds aantrekkelijker optie wordt om Nagorno-Karabach gewapenderhand te heroveren. Sommige Armeense commentatoren stellen zelfs dat het voortbestaan van de Armeense staat in gevaar komt door de interne verdeeldheid.

Omhoog
Terug naar archief