Rusland raakt zijn gas moeilijker kwijt

Jan Limbeek

Rusland levert 27 procent van de Europese gasbehoefte. Driekwart hiervan stroomt door pijpleidingen via Oekraïne. Het conflict met Oekraïne van afgelopen januari leidde tot een beperking en zelfs stopzetting van die gasstroom voor de duur van twintig dagen. Grote delen van Zuidoost-Europa waren exclusief afhankelijk van Russisch gas dat via Oekraïne stroomt, terwijl het hartje winter was. Europa wil door dit alles een volgend conflict voorkomen en de afhankelijkheid van Russisch gas verkleinen. In hoeverre kunnen die pogingen succesvol zijn?

Rusland heeft altijd ontkend de leverantie van energie als politiek drukmiddel te gebruiken. Gas kan natuurlijk gebruikt worden om invloed uit te oefenen, maar het is een bot en inefficiënt wapen. Geld is veel effectiever. Rusland probeert dan ook al jaren om van alle afnemers hogere westerse prijzen voor energie te krijgen. Ook de beste vrienden van Rusland in het GOS, Armenië en Wit-Rusland, moeten eraan geloven.

Premier Poetin karakteriseerde het conflict met Oekraïne als een doorvoerprobleem, geen leverantieprobleem. Zou er geen Oekraïne geweest zijn, dan zou de gasstroom nooit in gevaar zijn, zolang de landen Europese prijzen betalen. Cynisch wees Poetin op de ononderbroken leverantie van energie aan Estland, terwijl de onderlinge relaties zo slecht zijn.

Maar Oekraïne bestaat nu eenmaal en de belangrijkste pijpleidingen lopen door dat land. Oekraïne wilde niet de gasprijs betalen die Rusland eiste en evenmin verschoond blijven van gas, waarna Rusland het land beschuldigde illegaal gas af te tappen en de toevoer geheel afsloot.

De beslissing om het gasconflict op de spits te drijven, noemt Rusland zakelijk. Maar juist uit zakelijke overwegingen was het een onverstandig besluit. De directe kosten vanwege de sterk verminderde afzet van gas bedroegen twee miljard dollar. Verdere kosten zijn dat Europa zo min mogelijk Russisch gas wil kopen.

De politieke kosten van het gasconflict met Oekraïne zijn eveneens hoog, omdat de betrouwbaarheid van Ruslands exportmonopolist Gazprom aangetast is. De EU zoekt nu extra hard naar alternatieve leveranciers. Europa heeft grofweg vier mogelijkheden om de afhankelijkheid van Russisch gas te verminderen: energiebesparingen, de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen, de import van vloeibaar gas (LNG) uit het Midden-Oosten en import via alternatieve pijpleidingen naar Italië en via de pijpleiding Nabucco.

Deze mogelijkheden zullen vooral op lange termijn vrucht kunnen afwerpen. Op korte termijn zorgt de economische crisis voor verminderde afhankelijkheid van Rusland. In het eerste kwartaal van 2009 heeft Europa veel minder Russisch gas geïmporteerd vanwege de gascrisis, de economische crisis, de hogere temperaturen na 20 januari en de lagere gasprijs in de nabije toekomst (waardoor men aankopen zoveel mogelijk uitstelt).

Oekraïne heeft bovendien minder gas nodig vanwege de economische crisis. In het eerste kwartaal van dit jaar kromp de Oekraïense industriële productie 31,9 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van 2008. Volgens president Viktor Joesjtsjenko kromp de economie in de periode januari-februari met 25 tot 30 procent.

Oekraïne wil dan ook minder gas kopen. In 2008 importeerde Oekraïne 47,9 miljard m³ gas voor 8,61 miljard dollar. Volgens het contract van 19 januari neemt het dit jaar 40 miljard m³ gas van Rusland af. Oekraïne heeft echter maximaal 33 miljard m³ gas nodig. Het land probeert nu een boete te ontlopen omdat het minder dan de afgesproken hoeveelheid afneemt.

Oekraïne verbruikt naar verhouding twee en een half keer meer energie dan het westerse gemiddelde. Dit komt door de structuur van de industrie (veel metaal en chemie), maar ook door de lage prijzen, die niet aanmoedigen tot zuinigheid. De inefficiëntie van de binnenlandse gaswinning en distributie droeg eveneens bij aan de verspilling.

Oekraïne produceert tegenwoordig 20 miljard m³ gas, dat is een derde van de piek van 1975. De productiedaling komt niet zozeer door uitputting van de bronnen als wel door gebrek aan investeringen en verouderde technologie. Er zijn dan ook dringend buitenlandse investeringen nodig. Buitenlandse bedrijven worden echter pas dit jaar in de gassector toegelaten.

In het algemeen volgt de gasprijs de olieprijs met een vertraging, afhankelijk van het soort contract dat is afgesproken. De olieprijs belandde sinds de top van juli 2008 in een vrije val en verloor meer dan twee derde van zijn waarde. Maar een groot negatief effect op de gasprijs heeft dit niet. Pas in de loop van 2009 zal de gasprijs sterk gaan dalen.

De cijfers zijn rampzalig voor Rusland. In februari ging Gazprom nog uit van een export van 170 miljard m³ voor gemiddeld 280 dollar per 1000 m³. Een maand later werd dat 140 miljard m³ voor 260 dollar. Het kost Gazprom in 2009 29 miljard dollar (45 procent minder inkomsten in vergelijking met 2008). Als de olieprijs zich niet herstelt, zullen in 2010 de inkomsten nog lager uitvallen.

Terwijl Gazprom er in 2008 nog vanuit ging dat zowel de olieprijs als de afzet van gas voortdurend zou blijven stijgen, is de stemming nu radicaal omgeslagen. Volgens een van Gazproms topmensen, Valeri Goloebov, daalt de productie en consumptie van Russisch gas de komende vier tot vijf jaar met 10 procent per jaar, van 550 miljard m³ in 2008 naar 400 tot 360 miljard m³. Rusland beschikt over meer gas omdat de overige producenten naast Gazprom 60 miljard m³ leveren en het land tien procent van de Russische productie uit Centraal-Azië importeert.

De Russische pijpleidingprojecten Noordstroom, waarin Duitse energiebedrijven en de Nederlandse Gasunie participeren, en Zuidstroom kunnen vanaf 2010-2013 operationeel zijn. Zij leveren direct gas aan Europa en omzeilen dus de doorvoerlanden. Dit komt de betrouwbaarheid van de gasleverantie ten goede. Maar natuurlijk niet de afhankelijkheid van Rusland. Ondanks de enorme inkomstenderving van Gazprom bezweert het bedrijf dat deze projecten geen gevaar lopen.

Het West-Europese pijpleidingproject Nabucco, dat gas uit Centraal-Azië buiten Rusland om naar Europa moet brengen, leidde jarenlang een armzalig bestaan. Het project, dat alleen op de tekentafel bestaat en in het gunstigste scenario pas over vijf jaar af zal zijn, is meermaals afgeschreven omdat er te weinig politieke steun en vooral te weinig gas zou zijn om de pijpleiding te vullen. De gascrisis van januari heeft het project een flinke steun in de rug gegeven.

Gebrek aan gas lijkt evenmin een probleem. De belangrijkste kandidaten hiervoor zijn Iran, Irak en Turkmenistan. Irak en vooral Iran hebben enorme voorraden. De politieke obstakels om zaken te doen met Iran zullen niet eeuwig blijven. Turkmenistan is nu al een grote producent van gas en exporteert grote hoeveelheden.

In 2008 produceerde Turkmenistan 70,5 miljard m³ gas, waarvan het 47 miljard exporteerde. In 2009 verwacht het land 75 miljard m³ te produceren, waarvan het 51 miljard m³ moet exporteren. Bijna alle extra productie gaat dus naar de export. Rusland was van plan het grootste deel van dat gas tegen hoge prijzen te kopen, maar moet daar nu al vanaf zien. Tot Turkmeens chagrijn.

Alleen milieuoverwegingen kunnen de komende tijd de Russische afzet in Europa redden. Europa wil minder CO2 produceren en gas is een veel schonere energiebron dan kolen of olie.

Het lijkt er dus op dat er op korte en lange termijn voldoende gas is om elke pijpleiding te vullen. Maar kan al dat gas ook afgezet worden? Er is dus geen aanbodprobleem maar een vraagprobleem. Wie had dat nog niet zo lang geleden kunnen denken!

Export van Russisch aardgas, 2000 - 2008
  Volume (mld. m³) Waarde (mld $) Gemiddelde exportprijs ($ per m³)#
Totaal Naar de GOS-landen*
2000 193,9 59,9 16,6 85,8
2001 180,9 48,9 17,8 98,3
2002 185,5 51,3 15,9 85,7
2003 189,4 47,3 20,0 105,5
2004 200,4 55,1 21,9 109,1
2005 209,2 47,5 31,7 151,4
2006 202,8 41,0 43,8 216,0
2007 191,9 37,5 44,8 233,7
2008 195,4 37,0 69,1 353,7
1ste kwartaal 2008 59,8 11,9 17,9 300,0
2de kwartaal 2008 49,6 8,7 17,2 347,2
3de kwartaal 2008 40,8 7,1 16,2 395,9
4de kwartaal 2008 45,1 9,2 17,8 393,8

#De gemiddelde gasprijs is lager dan de prijs die westerse landen gemiddeld voor hun gas kwijt zijn, omdat een deel van de gasexport naar de GOS-landen gaat, die minder hoeven te betalen. De prijs is afhankelijk van het soort contract dat afgesloten is of van de prijs op de spotmarkt, die sterk kan fluctueren.
*De GOS-landen zijn alle unierepublieken die deel uitmaakten van de Sovjet-Unie, met uitzondering van de drie Baltische landen. Van deze twaalf landen zijn er zeven netto gasimporteur: Kirgizstan, Tadzjikistan, Georgië, Armenië, Wit-Rusland, Oekraïne en Moldavië. Vijf landen zijn netto gasexporteur: Rusland, Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan en Azerbeidzjan.
Bron: Centrale Bank van Rusland (www.cbr.ru), gebaseerd op gegevens van de douane en het Russisch Bureau voor de Statistiek (Rosstat).

Omhoog
Terug naar archief