Obama moet het weer doen
René Does
Tijdens de grote jaarlijkse Internationale Veiligheidsconferentie in München in februari 2007 haalde Russische president Vladimir Poetin ongemeen hard uit naar het buitenlandse beleid van de regering-Bush. Gedurende de editie van de conferentie in de afgelopen winter kondigde de nieuwe Amerikaanse vice-president Joe Biden aan dat de regering van Barack Obama ook het Rusland-beleid van George W. Bush wilde aanpakken door op de 'resetknop' te drukken. Hiertoe brengt Obama op 6 en 7 juli zijn eerste staatsbezoek aan Rusland.
De relatie tussen Amerika en Rusland is de afgelopen jaren onder de oud-presidenten Bush en Poetin behoorlijk ontspoord. Het is vooral Rusland dat zich benadeeld en onbegrepen voelt. Het grootste misnoegen betrof de plaatsing van het Amerikaanse anti-raketschild in Polen en Tsjechië en de mogelijke oostwaartse uitbreiding van de NAVO naar de voormalige sovjetrepublieken Oekraïne en Georgië.
Dat deze in de ogen van de Russen agressieve expansiepolitiek van de Verenigde Staten met de verkiezing van Barack Obama tot president zal veranderen, willen de Russen eerst duidelijk zien voordat ze het geloven. Daarom werd de inauguratie van Obama door zijn Russische collega Dmitri Medvedev niet begroet met felicitaties, maar met de aankondiging dat Rusland in de exclave Kaliningrad Iskander-raketten wilde gaan plaatsen als antwoord op het raketschild in Polen en Tsjechië.
Om in de relatie met Rusland de kou uit de lucht te halen benadrukken Amerikaanse buitenlanddeskundigen nu de gemeenschappelijke belangen en de internationale beleidsthema's waarop beide landen tot een vergelijk zouden kunnen komen. Dan komt men tot zaken als nieuwe ontwapeningsverdragen (een nieuw START-verdrag voor het bestaande verdrag dat in december afloopt), de non-proliferatie van nucleaire wapens (Noord-Korea, terroristische organisaties), de conflicten in het 'brede Midden-Oosten' (Iran, Afghanistan, de Palestijnse kwestie), energieveiligheid, klimaatbeleid, de opkomst van China als wereldmacht en het behoud van welvaart en veiligheid in Europa.
Er zijn dus genoeg punten waarop Rusland en Amerika tot een hernieuwde ontspanningspolitiek kunnen komen. Maar wie moet en gaat hiertoe de eerste stap zetten? In het algemeen wordt Amerika aangewezen als het land dat als eerste de hand moet reiken, en dan vooral vanwege het algemene ongenoegen over het presidentschap van George W. Bush en de boodschap van hoop en verandering waarmee Obama de verkiezingsstrijd won.
Als eerste concrete stap wordt dikwijls de afschaffing van het Jackson-Vanik-amendement van het Amerikaanse Congres uit 1974 genoemd. Dit maakte normale handelsbetrekkingen met Rusland afhankelijk van de emigratievrijheid voor joden uit de Sovjet-Unie. Inmiddels bestaat deze vrijheid al jarenlang, maar het amendement is nog steeds van kracht en wordt door het Congres regelmatig misbruikt in handelsbesprekingen.
De vraag wie de eerste stap moet zetten hangt ook samen met de vraag wat er is misgegaan in de relatie tussen Amerika en Rusland en welke kant hiervoor de eerste verantwoordelijkheid draagt. De Amerikaanse Ruslanddeskundigen zijn hierover verdeeld.
Stephen Cohen is de duidelijkste verdediger van de mening dat Amerika de hoofdschuldige is. Hij stelt dat de Verenigde Staten zich na de ondergang van het communisme en de Sovjet-Unie hebben laten leiden door 'triomfalisme' en een arrogante winnaarsmentaliteit, met de Russische overreacties van de afgelopen jaren als gevolg.
Amerika had Rusland in de jaren negentig als volwaardige partner moeten behandelen, en niet als machteloze verliezer van de Koude Oorlog, aldus Cohen. De verdergaande uitbreiding van de NAVO naar Ruslands grenzen ziet hij als een grote strategische fout en de kern van de verstoorde relatie met Rusland.
In de televisieshow van Dan Rather van 2 juni zei Cohen: 'Ja, Georgië heeft het recht lid te worden van de NAVO. Maar Rusland heeft, in het licht van de historische context, het recht geen NAVO-bases aan zijn grenzen te krijgen.' En: 'Als we stug doorgaan met het proberen om Oekraïne binnen de NAVO te brengen, zal Oekraïne in twee provincies uiteenvallen.'
Cohen stelt dat er nu een gevaarlijkere Koude Oorlogssituatie is dan tijdens de echte Koude Oorlog: toen vochten Amerika en de Sovjet-Unie hun machtsstrijd militair uit via vazalstaten in Afrika en Azië, nu dreigt dit te gebeuren in de achtertuin van Rusland. En alleen Obama kan volgens hem een breuk met de 'overwinnaararrogantie' van na de Koude Oorlog forceren.
Aan de andere kant staat een deskundige als Ariel Cohen (geen familie), die stelt dat het Rusland niet is gelukt zich los te maken van het negentiende-eeuwse machtsdenken in termen van invloedssferen en imperia. 'Hoe kunnen we vooruit gaan als we, zoals president Poetin deed, de ondergang van de Sovjet-Unie "De grootste geopolitieke tragedie van de twintigste eeuw" noemen. Ik zeg: we hebben een nieuwe eeuw. We moeten vooruit kijken,' aldus Cohen in dezelfde televisieshow van Rather.
Het is bij dit alles natuurlijk ook de vraag of Rusland bereid en in staat is om op zijn 'resetknop' te drukken. Sowieso vinden de Russen dat Obama het initiatief moet nemen, omdat Amerika schuldig zou zijn aan de nieuwe spanningen.
Maar Rusland is niet in staat en misschien zelfs niet bereid een 'resetknop' in te drukken, zo stelde David J. Kramer in een recent nummer van de Policy Brief van The German Marshall Fund of the United States, een organisatie die de transatlantische betrekkingen wil versterken. 'Het is alsof Rusland een land zonder spiegels is, omdat de elite daar anderen voor alle problemen verantwoordelijk houdt, en nooit ook zichzelf.'
Bovendien propageert het bestaande regime in de door de staat gecontroleerde media een sterk anti-Amerikanisme: het heeft zulk vijanddenken nodig om de bevolking voor het regime te blijven houden.
Hoe dan ook, in Amerika bestaat nu grotendeels weer overeenstemming over het belang van goede betrekkingen met Rusland. Hierbij zal volgens de nieuwe opinie moeten worden uitgegaan van het feit dat beide landen nooit op alle punten op één lijn zullen zitten en dat de Verenigde Staten geen grote invloed kunnen uitoefenen op de interne ontwikkelingen binnen Rusland.
De twintig jaar na de ondergang van het communisme hebben duidelijk gemaakt dat het Westen het streven om Rusland naar zijn evenbeeld te hervormen moet laten varen, zonder daarbij natuurlijk de onderdrukking van democratie en mensenrechten in Rusland commentaarloos over zijn kant te laten gaan.
Pragmatisme en zakelijkheid zijn in Amerika de nieuwe kernwoorden voor de relatie met Rusland. Zo moet het zoeken naar gemeenschappelijke belangen het zoeken naar of het opdringen van gemeenschappelijke waarden vervangen.
Maar misschien is zelfs dit voorlopig nog te veel gevraagd. Daarom pleitten Eugene Rumer en Angela Stent in het april-meinummer van het tijdschrift Survival van het International Institute for Strategic Studies ervoor om niet te willen streven naar strategisch partnerschap, maar naar een 'transactionele relatie'. 'Deze optie gaat niet uit van samenwerking met Rusland op basis van gemeenschappelijke belangen, maar probeert eerder een onderhandelingsmechanisme te ontwikkelen waarbij beide partijen hun relatie op basis van wederzijdse diensten kunnen regelen.'
De eerste vraag is echter vooralsnog: zal Barack Obama's persoonlijke magie ook in Rusland werken?