Het meeste puin is opgeruimd, de vluchtelingen opgevangen en de militairen terug op hun basis. Georgië wil de oorlog van vorig jaar met Rusland zo snel mogelijk achter zich laten. Intussen is Zuid-Ossetië een 'onafhankelijk land' dat vol zit met Russische militairen. Gaat het staakt-het-vuren tussen Rusland en Georgië standhouden?
Onverstoorbaar blijft hij voor zich uitkijken, Josef Stalin. Alsof er niets is gebeurd en dit provinciestadje toen al even loom en slaperig was als nu op deze bloedhete julimiddag. Maar dit plein in Stalins geboorteplaats Gori, waar hij een museum heeft en een levensgroot standbeeld, was vorig jaar het toneel van een bloedbad. Op dinsdagmiddag 12 augustus sloeg hier een Russische raket in die zeven Georgische burgers en de Nederlandse cameraman Stan Storimans dodelijk trof. Tientallen mensen raakten gewond.
Een Georgiër laat de plaats van de inslag zien: twee kraters op enkele meters van elkaar. Ze zijn inmiddels weggemoffeld met wat nieuw asfalt, maar de zwerm van putten eromheen verraadt dat het hier niet om gebruikelijke schade aan het wegdek gaat. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken onderzocht het fatale voorval en concludeerde dat het grote aantal doden en gewonden te verklaren was door de gebruikte munitie: een SS-26 raket. Een clusterbom, voor leken.
Ruim een jaar geleden vochten Georgië en Rusland een korte maar hevige oorlog uit in en om Zuid-Ossetië. Georgische troepen rukten op 7 augustus op naar Tschinvali, de hoofdstad van de opstandige regio, volgens de Georgiërs om de geleidelijk oprukkende Russische troepen en Ossetische milities in het gebied een halt toe te roepen. Nadat de Georgiërs grote delen van het - overigens grotendeels verlaten - Tschinvali in puin hadden geschoten, sloegen de Russen in de daaropvolgende dagen hard terug. Het geweld kostte naar schatting aan enkele honderden mensen het leven, onder wie veel burgers.
In Gori is nog maar verrassend weinig te zien van de gevolgen van de vijfdaagse oorlog. De flatblokken die werden gebombardeerd zijn weer hersteld en zien er door de bonte kleuren zelfs opvallend fleurig uit. Tussen de flats glimt het plastic van nieuwe speeltoestellen en blinkt het koper van de Russische granaathulzen die door een kunstenaar bij wijze van monument zijn verwerkt tot een 'boom van leven'.
In de schaduw van een kleine kiosk zitten twee oude vrouwen. Ze begrijpen wel wat een journalist hier komt doen. De oorlog, ja, ze knikken instemmend. Een van de vrouwen verloor haar zus en kleinkind; ze kreeg 10.000 Georgische lari (ruim 4000 euro) schadevergoeding en haar zwaar beschadigde appartement werd opgeknapt. Binnen laat ze foto's en krantenknipsels zien die ze heeft bewaard van de fatale augustusmaand. 'Ik denk nog iedere dag aan de oorlog,' zegt een franke, blonde vrouw die zich in het gezelschap heeft gevoegd. 'Als ik een vliegtuig hoor, denk ik weer aan de bombardementen en voel ik weer die angst.' De materiële schade mag dan zijn weggepoetst, bij de bevolking dreunt de oorlog nog dagelijks na.
Een ander overblijfsel van het conflict zijn de tienduizenden ontheemden, voornamelijk Georgiërs, die Zuid-Ossetië vorig jaar ontvluchtten en nu in kampen en opvangcentra verblijven. In Gori staat in de luwte van een verwoest gebouw een tentenkamp. Een vrouw van in de veertig vertelt dat ze daar al sinds oktober met haar familie verblijft, beloftes van hulporganisaties en overheden voor betere accommodatie ten spijt. Voedsel krijgen ze van het World Food Program.
Marin Din Kajdomcaj, hoofd van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR in Gori, bestrijdt dit verhaal echter met klem. Zijn organisatie biedt aan 2200 vluchtelingen in Gori onderdak. Het tentenkampje staat er volgens hem voor 'hooguit drie maanden', ter vervanging van een opvangcentrum dat in de tussentijd wordt opgeknapt.
Volgens Kajdomcaj is de Georgische regering redelijk voortvarend te werk gegaan bij het opvangen van de vluchtelingen. In totaal sloegen in augustus 2008 ruim 130.000 mensen op de vlucht. Het merendeel heeft kunnen terugkeren naar hun huizen, veelal in het grensgebied met Zuid-Ossetië. Naar schatting 30.000 mensen zijn achtergebleven in Georgië. In het vluchtelingenkamp Tsevoni wonen zo'n 6000 van hen.
Het ziet eruit als een immens bungalowpark: een vlakte van kleine, identieke vierkante huisjes in een uitgestrekte vallei. Het werd in enkele maanden uit de grond gestampt, op zo'n 30 kilometer van de hoofdstad Tbilisi. Nana Chkarekli (32), gevlucht uit het stadje Achalgori, laat haar woning zien. Een woonkamer met keuken, twee slaapkamers, een badkamer, gemeubileerd en zelfs met satelliettelevisie. Je kunt het slechter treffen als oorlogsvluchteling.
'Acceptabel', noemt Chkarekli de omstandigheden. Het grootste probleem is gebrek aan perspectief, zegt zij. 'De meeste mensen hier in het kamp zijn werkloos en hebben ook weinig zicht op werk.' En zicht op een snelle terugkeer naar Zuid-Ossetië is er ook niet. De kampbewoners vertellen dat ze het gebied wel binnenkomen en hun huizen en vrienden mogen bezoeken, maar dat permanent terugkeren niet kan.
Behalve de vroegere bewoners en sporadisch een enkel hulpkonvooi, wordt er praktisch niemand toegelaten in Zuid-Ossetië. Ook de waarnemingsmissie van de Europese Unie (EUMM) komt het gebied niet binnen. De EUMM moet toezien op het staakt-het-vuren dat vorig jaar augustus onder forse druk van EU-voorzitter Frankrijk tot stand kwam. Maar tot hun eigen frustratie kunnen de EU-waarnemers alleen aan de Georgische zijde hun werk doen.
Extra frustrerend voor Europa is dat Rusland er eerder dit jaar met een veto in de Veiligheidsraad voor zorgde dat de Verenigde Naties en de OVSE hun missies in Georgië na respectievelijk zestien en zeventien jaar moesten beëindigen.
Daardoor weet nu bijna niemand wat er precies gaande is in Zuid-Ossetië. Duidelijk is echter wel dat de Russen het gebied stevig onder controle hebben. Ook is bekend dat de hoofdstad Tschinvali zwaar beschadigd is en dat de wederopbouw traag gaat. Verder blijkt uit verschillende bronnen, waaronder het verslag van een BBC-journalist die er vorig najaar binnenkwam, dat in het gebied tussen Tschinvali en Gori een groot aantal Georgische dorpen door Ossetische milities met de grond gelijk is gemaakt.
Maar hoe het precies staat met de militaire aanwezigheid van Rusland in de opstandige provincie - door Rusland inmiddels erkend als onafhankelijk land, maar door Europa nog als onderdeel van Georgië beschouwd - is moeilijker vast te stellen. Uit de verhalen van vluchtelingen komt naar voren dat de Russen bezig zijn in Achalgori, vlakbij de 'grens' met Georgië, een militaire basis te bouwen.
Volgens Lawrence Sheets van de International Crisis Group in Tbilisi hebben de Russen in ieder geval 3800 man permanent in het gebied gelegerd en zijn die onlangs versterkt voor de grensbewaking. 'Afgezet tegen een bevolking van zo'n 35.000 mensen, praat je dus over een van de meest gemilitariseerde landen ter wereld, misschien wel één soldaat op vijf inwoners,' zegt Sheets.
Onlangs hield Rusland een grote militaire oefening in Zuid-Ossetië, volgens de Russen als antwoord op een NAVO-oefening in Georgië. Of al die legereenheden weer zijn teruggekeerd naar Rusland weet Sheets ook niet. Het is in ieder geval wel duidelijk dat de Russen de afspraken uit het staakt-het-vuren van vorig jaar met voeten treden. 'Rusland voldoet niet aan de kernpunten van het akkoord,' stelt Sheets onomwonden.
Ook de EU-missie geeft bij monde van Gilles Janvier, plaatsvervangend hoofd van de missie, toe dat de Russen zich 'niet volledig' aan het verdrag houden, terwijl de Georgiërs dat over het algemeen wel tot tevredenheid doen. Hij wijst echter op de onderhandelingen die nog gaande zijn tussen de EU, Rusland, Georgië en de regio's Zuid-Ossetië en Abchazië, die in september in Genève zullen worden hervat.
Daarin zal de toegang van waarnemers tot de betwiste gebieden een belangrijk onderwerp zijn. Ook zal gesproken worden over de toekomstige status van de regio's en de aanwezigheid van Rusland. De kans dat die gesprekken tot overeenstemming zullen leiden, is echter zeer gering.
De situatie in het grensgebied is volgens de EUMM rustig, er vinden zelden incidenten plaats. Bang voor nieuwe escalatie tussen Georgië en Rusland is Janvier dan ook niet.
Maar Lawrence Sheets is daar niet zo zeker van. 'Niemand wil een nieuwe oorlog. Maar de OVSE is er weg met haar vredesmissie, de VN is weg, er klinkt regelmatig ferme taal van de leiders, er worden aan beide kanten grote militaire oefeningen gehouden, dus je zit met een potentieel explosieve situatie,' aldus het hoofd van de International Crisis Group in Tbilisi. 'Als een van de partijen kwaad wil, dan is er maar een incident nodig of een geveinsd incident om een spiraal van geweld in gang te zetten en dan heb je zo weer een nieuwe militaire confrontatie.'