De Baltische snelweg richting Westen

door René Does

Het worden twee spannende jaren voor de Baltische republieken Estland, Letland en Litouwen. Verkrijgen zij het fel begeerde lidmaatschap van de Europese Unie en de NAVO? Premier Wim Kok denkt van wel: hij verklaarde eind oktober tijdens zijn bezoek aan Estland dat er praktisch geen beletselen meer zijn.

Sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, tien jaar geleden, beleven de drie Baltische republieken hun tweede onafhankelijkheid (de eerste was in het interbellum). Het hele decennium heeft in het teken gestaan van het wegpoetsen van het sovjetverleden en zo snel mogelijk aansluiting vinden bij het Westen.

Wie de hoofdsteden Tallinn, Riga en Vilnius bezoekt, zal opvallen dat deze plaatsen inmiddels tot het Westen mogen worden gerekend. De Russen, die meestal een verbolgen toon aanslaan als ze het over het Balticum hebben, vinden de radicale koerswending van de regio richting het Westen een idee fixe van de Balten. Hoe gaat het - in grote lijnen - tien jaar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie met het Balticum?

Op de drie republieken is de uitspraak 'eenheid in verscheidenheid' toepasbaar. Ze hebben vaak dezelfde ambities en problemen, staan samen sterker in de behartiging van gemeenschappelijke belangen, maar daarnaast zijn in de postsovjettijd onderlinge verschillen duidelijker voor het voetlicht getreden. Zo verloopt het toetredingsproces van Estland tot de Europese Unie aanzienlijk sneller. Estland herstelde zijn historische culturele band met Finland, terwijl Litouwen weer sterk richting Polen trok. Anders dan Estland en Letland heeft Litouwen nauwelijks problemen met zijn Russische minderheid.

Vergrijzing
Politiek hebben de landen zich ontwikkeld tot parlementaire democratieën waarin conservatieve en centrumpartijen de overhand hebben. In Estland en Letland wordt het staatshoofd, de president, door het parlement gekozen. Een koerswending richting het Westen was de verkiezing van presidenten uit de Baltische diaspora in Noord-Amerika: Lennart Meri in Estland (in september na twee termijnen opgevolgd door de oud-communist Arnold Ruutel), Vaira Vike-Freiberga in Letland en Valdas Adamkus in Litouwen.

De grootste bedreiging voor het democratiseringsproces in de regio gaat uit van een mogelijke opbloei van populistische partijen uit het linkse of rechtse politieke spectrum, die vergiftigd raken met vreemdelingenhaat en antisemitische sentimenten.

Op economisch terrein hebben de drie Baltische republieken het redelijk goed gedaan. Economische hervormingen werden consequent en in snel tempo doorgevoerd. Er kwamen stabiele nationale munten. De nationale economieën kennen de laatste jaren flinke groeicijfers van meer dan 5 procent, hoewel Litouwen wat achter blijft. Het gemiddelde maandsalaris van 600 tot 900 gulden is relatief hoog voor postsovjetrepublieken.

Het economische hervormingsbeleid heeft echter ook negatieve effecten. Zo is er overal een werkloosheid van ongeveer 10 procent van de beroepsbevolking. Er is een scherpere tweedeling tussen arm en rijk ontstaan. De armste huishoudens, zoals die van gepensioneerden en ontslagen arbeiders uit de oude sovjetindustrieën, zijn praktisch niet meer in staat de snel gestegen woonlasten te betalen.

Het grootste probleem waar de Baltische republieken in de toekomst op stuiten, zal de snelle vergrijzing van de bevolking zijn. Vooral Estland heeft tegenwoordig, naast het hoogste zelfmoordcijfer van Europa, een bijzonder laag geboortecijfer van 8,7 geboorten per duizend inwoners. Estse vrouwen krijgen gemiddeld 1,3 kind.

Daling van het geboortecijfer treedt vooral op door snelle achteruitgang van de bevolking én snelle stijging van het welvaartsniveau; in het Balticum doen beide processen zich gelijktijdig voor. In Estland is in de postcommunistische tijd het aantal inwoners met 12 procent gedaald tot 1,42 miljoen en in Letland met 11 procent tot 2,38 miljoen inwoners. In Litouwen was de achteruitgang minder groot: een daling van 'slechts' 5 procent tot 3,49 miljoen inwoners thans.

De Estse econoom Heido Vitsur zegt: 'Als het geboortecijfer zo laag blijft, zal er in de toekomst minder dan één werkende per gepensioneerde overblijven. Dit zal vernietigend zijn voor de Estse economie: we zullen niet kunnen overleven.' Ter verlichting van de demografische problemen pleit Vitsur voor vergaande automatisering van de economische productie, de invoering van hoge kinderbijslag, de aanmoediging van arbeidsimmigratie en een snelle hervorming van het pensioenstelsel, waarbij als uitgangspunt geldt dat jonge Esten vanaf nu hun eigen pensioenen moeten gaan financieren. Het aantrekken en laten inburgeren van immigranten lijkt hét sociale probleem van de toekomst te worden in het Balticum.

Tijger
De laatste jaren spelen er drie, aan elkaar gerelateerde hoofdthema's in de Baltische politiek: de toetreding tot de Europese Unie, het lidmaatschap van de NAVO en de omgang met grote buur Rusland en de omvangrijke Russische minderheden in eigen land.

Estland, Letland en Litouwen streven ernaar om in 2004 het lidmaatschap van de Europese Unie te verwerven. Dan moeten eind 2002 de onderhandelingen met de EU worden afgerond en moet er grotendeels voldaan zijn aan het acquis communautair van de EU.

Momenteel lijkt alleen Estland zeker van het succes van deze missie. Estland staat bekend als de 'Baltische tijger'. Maar in het Europese integratieproces lijken de Estse burgers de autoriteiten niet meer bij te kunnen houden. Volgens recente opiniepeilingen is een kleine meerderheid van de Esten nu tégen toetreding tot de EU.

Steeds meer Esten koppelen toetreding aan negatieve verschijnselen als snel stijgende consumentenprijzen, buitenlandse economische concurrentie, verlies van het belastingvrije winkeltoerisme uit Finland, Brusselse bureaucratie, toename van het aantal aids-gevallen, groeiende criminaliteit (vooral drugshandel), BSE en mond- en klauwzeer en de mogelijke Europese bestraffing van binnenlandse politieke ontwikkelingen. De Europese bestraffing van Oostenrijk vanwege de regeringsdeelname van de FDP van Jörg Haider heeft in Etsland veel commotie veroorzaakt. Al met al verwijt de Estse bevolking de regering verwaarlozing van de binnenlandse problemen door haar fixatie op de EU-toetreding.

Het NAVO-lidmaatschap wordt wel massaal gesteund door de bevolking van de drie republieken. Het bereiken van dit doel wordt gezien als de definitieve afschudding van de Russische invloed. Over het NAVO-lidmaatschap van de Baltische landen zal worden beslist tijdens de NAVO-top in Praag in november 2002.

De Balten pleiten voor de 'Big Bang-variant': alle negen aspirant-leden in Oost-Europa moeten dan gezamenlijk in één keer lid worden. Zelf hebben zij een bijdrage geleverd door hun legers in gemeenschappelijke Baltische militaire structuren te integreren en snel aan de technische en taalkundige eisen van de NAVO te voldoen. De toetreding tot de NAVO zal vooral een politieke beslissing van de Amerikanen zijn.

Rusland is altijd mordicus tegen het Baltische NAVO-lidmaatschap geweest. Het heeft wel altijd het EU-lidmaatschap van de drie Baltische republieken gesteund, want dit versnelt de gewenste integratie van Rusland in de Europese economische ruimte. Rusland pleit voor een neutrale status van de Baltische republieken onder de formule 'NAVO + Rusland': in hun buitenlandse politiek dienen ze naast de NAVO ook met Rusland vriendschappelijke relaties te onderhouden.

Als de Baltische landen lid worden van de NAVO dreigt Rusland de belangrijke transitofunctie tussen Oost en West van de havens van de Baltische staten te ondergraven door dit transport te laten verlopen via de havens van Sint Petersburg en Moermansk. Dit zou inderdaad een grote slag betekenen voor de Baltische economieën.

De laatste maanden lijkt president Poetin een realistischer en gematigder koers te varen. Hij begint te verklaren dat het NAVO-lidmaatschap een zaak is van de NAVO en de Balten zelf is. In dat geval is in de oostwaartse uitbreiding van de NAVO de 'rode lijn' die Rusland rondom de voormalige Sovjet-Unie heeft getrokken, in het geval van de Baltische republieken uitgegumd.

Russische minderheden
De positie van de Russische minderheden is het derde hoofdthema in de hedendaagse politiek van het Balticum. Letland heeft zowel van Rusland als van de OVSE en de EU scherpe kritiek gekregen op zijn burgerschapswetten.

Letland voerde kort gezegd drie categorieën staatsburgerschap in: volwaardig staatsburgerschap voor Letten met Letse voorouders uit de periode vóór de incorporatie in de Sovjet-Unie (1940), een categorie niet-staatsburgers zonder politieke rechten maar met een volwaardige verblijfsvergunning (in casu de Russen in het land) en illegalen. Het verlenen van het Letse staatsburgerschap aan niet-Letten werd gekoppeld aan een laag jaarlijks quotum van 10.000 personen en aan strenge exameneisen betreffende kennis van de Letse taal en cultuur.

De Baltische bezorgdheid en strengheid over het beschermen van de eigen taal en cultuur is begrijpelijk: de republieken zijn decennialang het slachtoffer geweest van russificatie en sovjetisering en bovendien bezitten zij kwantitatief kleine nationale culturen die vooral door henzelf beschermd zullen moeten worden.

Dat het vraagstuk vooral in Letland opspeelde is verklaarbaar, want de Letten vormen maar net de meerderheid van de bevolking in hun land. Litouwen kon het vraagstuk van de etnische minderheden veel relaxter behandelen, omdat de Litouwers 80 procent van de bevolking uitmaken: iedere inwoner van Litouwen heeft het Litouwse staatsburgerschap gekregen. Estland, waar de Esten 65 procent van de bevolking uitmaken, heeft op het punt van het staatsburgerschap een tussenpositie tussen Letland en Litouwen.

Onder druk van Rusland, de OVSE en de EU hebben Letland en Estland hun houding jegens de etnische minderheden versoepeld. Het lijkt erop dat de Balten zich te bezorgd hebben gemaakt over de mate van loyaliteit van hun Russische medelanders. De meeste Russen zeggen zich volledig te kunnen vinden in de westerse oriëntatie van hun nieuwe vaderlanden.

Omhoog
Terug naar archief