René Does
In Rusland, Oekraïne, Wit-Rusland en de Baltische landen leven tienduizenden bejaarden die hun hele leven hebben gezwegen over hun afkomst, omdat zij kinderen zijn van Slavische moeders en Duitse bezettingssoldaten uit de Tweede Wereldoorlog. En nog steeds zwijgen zij in alle talen.
Deze ervaring had verslaggever Georgi Zotov van het weekblad Argoementy i Fakty bij het schrijven van een artikel over zulke oorlogskinderen in Rusland. Slechts één bejaarde man wilde met hem spreken, maar ook anoniem. Alle anderen bij wie hij aanbelde voor een persoonlijk verhaal, hielden de deur angstvallig gesloten. Als zij al iets over hun Duitse vader konden vertellen, dan wilden ze het niet.
In de bezette delen van de voormalige Sovjet-Unie vielen 73 miljoen burgers onder de bezetting door vijf miljoen Duitse soldaten. In juni 1942 werd deze soldaten in een verordening afgeraden contacten aan te gaan met het vrouwelijke deel van de bevolking in de bezette gebieden vanwege 'het gevaar van het toebrengen van schade aan de zuiverheid van het Germaanse ras'.
Niettemin besliste de bezettingscommandant van de stad Orjol, Adolf Gaman, al in maart 1943 dat kinderen van een Russische moeder en een Duitse soldaat recht hadden op een kinderbijslag van dertig mark per maand.
Volgens de schatting van de Amerikaans-Duitse historicus Kurt Blaumeister zijn in de bezette sovjetgebieden tussen de vijftig- en honderdduizend kinderen geboren uit een Slavische moeder en een Duitse soldaat. Blaumeister is zelf kind uit een omgekeerde relatie, tussen een Berlijnse moeder en een Russische bezettingssoldaat. Van zijn vader weet hij alleen dat hij 'Volodja' werd genoemd.
Vaak waren het vrouwen die een relatie aangingen met een Duitser om hun hongerige kinderen te kunnen voeden. Maar het kon ook gaan om echte verliefdheid, reguliere prostitutie of verkrachting. Nederland heeft de term 'moffenhoeren' voor vrouwen die vrijwillig een relatie aangingen met een Duitse soldaat, in Rusland worden zulke vrouwen in de volksmond 'Duitse matten' genoemd.
Naar verhouding gaat het in het bezette sovjetgebied om weinig vrouwen en kinderen, als de schatting van Blaumeister tenminste niet te laag is. In Frankrijk werden 200.000 kinderen geboren door zogenoemde 'horizontale samenwerking' van Franse vrouwen met de Duitsers.
In de vijf bezettingsjaren van Noorwegen werden 12.000 kinderen geboren uit een Noorse moeder en een Duitse vader. Een bekend voorbeeld is Anni-Frid Lyngstad, de roodharige zangeres van de popgroep ABBA. Hetgeen aangeeft dat in de West-Europese landen die in de Tweede Wereldoorlog bezet waren het thema minder met taboes is omgeven en meer bespreekbaar is geworden dan in Rusland.
Affiche van Eén oorlog.
Ook opmerkelijk is dat vrouwen met een kind van een Duitse soldaat na de oorlog niet massaal en zwaar vervolgd werden, zeker als je in ogenschouw neemt dat toen het Stalin-regime heerste. Ongeveer tweeduizend vrouwen werden naar de omgeving van de Witte Zee in het noorden verbannen. Verder werden 'enkele duizenden' vrouwen tot tien jaar strafkamp veroordeeld wegens 'samenwerking met de bezetter'. De Duits-Russische kinderen van deze vrouwen werden in kindertehuizen geplaatst.
Maar de overgrote meerderheid kon met haar kind in het gewone leven opgaan. Blijkbaar was zwijgen over deze kinderen ook toen al norm onder de machthebbers en de bevolking. Zij pasten kennelijk niet in de officiële propaganda en geschiedschrijving over de oorlog.
Zotov schrijft dat er nooit gestructureerd onderzoek is gedaan naar deze groep kinderen. Hun bestaan werd en wordt alleen bevestigd door anekdotisch bewijs. Russen wisten na de oorlog natuurlijk wel of er in hun buurt of dorp een 'Duitsertje' woonde, een zoon of een dochter van een 'Fritz'. In 2009 maakte Vera Glagoleva de film Eén oorlog over Russische vrouwen die een kind van een Duitse soldaat hadden. 'Ik verzamelde hun verhalen in kruimeltjes. Niemand kwam naar de première van de film. Ze waren bang.'
Zotov sluit zijn onderzoeksreportage af met de oproep het zwijgen over de Russisch-Duitse kinderen te verbreken: 'De kinderen zelf dragen geen enkele schuld. Zij zijn geen 'Duitsertjes'. Zij horen bij ons.'