Isa Baij
Hoewel Rusland zich al in 1993 aanmeldde bij de Algemene Overeenkomst over Tarieven en Handel (GATT), waaruit later in 1995 de Wereldhandelsorganisatie (WTO) ontstond, heeft het nog tot 2011 geduurd voordat het lidmaatschap van deze grote economie werd goedgekeurd. Rusland heeft veel obstakels moeten overwinnen.
Wereldwijd zijn 149 landen lid van de WTO. Rusland wordt de 150ste. De organisatie schept gunstige omstandigheden voor de internationale handel en zorgt ervoor dat deze eerlijker en makkelijker verloopt. Voor alle aangesloten landen gelden gunstige handelstarieven, is het verkopen van producten voor dumpprijzen niet toegestaan en wordt het intellectueel eigendomsrecht beschermd. Middels vaststaande handelstarieven zorgt de WTO ook voor meer economische stabiliteit.
Elk land dat een aanvraag doet voor het lidmaatschap krijgt allereerst te maken met een working party. Een working party is een werkgroep waarvoor leden van de WTO zich kunnen opgeven. De working party beoordeelt de aanvraag, stelt vragen en maakt afspraken met de aanvrager over verbeteringen. Na dit multilaterale onderhandelingsproces volgen bilaterale onderhandelingen met de lidstaten. Gemiddeld sluit een land 10 tot 20 verdragen. In het geval van Rusland wilden echter wel 60 lidstaten een verdrag sluiten.
De moeilijkheden voor Rusland om toe te treden zijn eigenlijk al begonnen in de jaren negentig, toen de regering-Jeltsin in zeer korte tijd veel veranderingen doorvoerde, zowel politiek als economisch. De WTO-eisen voor de Russische economie bleken op de korte termijn niet haalbaar. Er ontbrak een vrije markttraditie. Dit was onder meer zichtbaar bij de privatiseringen van staatseigendommen, waaruit de oligarchen ontstonden.
Begin 2000 verving de hardliner Vladimir Poetin de prowesterse president Boris Jeltsin. De parlementsverkiezingen van 2003 zorgden bovendien voor een verschuiving in de binnenlandse politieke machtsverhoudingen. De kleine liberale partijen Jabloko en SPS verloren het grootste deel van hun zetels in het parlement. De lobby voor de WTO nam hierdoor sterk af.
Uit de groep oligarchen die onder Jeltsin rijk en machtig geworden waren, was er één die een significante rol speelde in de vertraging van Ruslands toetreding tot de WTO. Het ging om de oligarch Michail Chodorkovski, die op 25 oktober 2003 gearresteerd werd. Zijn proces was waarschijnlijk bedoeld om andere zakenmensen te waarschuwen zich niet met politiek in te laten. President Vladimir Poetin sorteerde effect, want de oligarchen hielden vanaf dat moment inderdaad meer afstand tot het Kremlin. Maar een grote groep machtige zakenlieden, die mogelijk konden en wilden lobbyen voor de WTO, onder wie Chodorkovski zelf, viel hierdoor ook in een keer weg.
Daarnaast was Amerika bepaald niet gecharmeerd van de gang van de zaken rondom de vonnissen tegen Chodorkovski in 2005 en 2010 en het overlijden in 2009, onder uiterst verdachte omstandigheden, van de jonge bedrijfsjurist Sergej Magnitski in een Moskouse politiecel. Volgens vicepresident Joe Biden zouden deze schendingen van mensenrechten niet bijdragen tot een snelle toelating. Heel serieus kon zijn uitspraak overigens niet genomen worden. Er waren tenslotte meer landen lid die niet bekend stonden om hun goede mensenrechtensituatie, zoals China.
In 2008 kwam de toetreding in gevaar door de vijfdaagse oorlog met Georgië. Eerder was dit al het geval toen Rusland een importverbod instelde op wijn en mineraalwater vanuit Georgië. De oorlog en de onafhankelijkheidsverklaringen van Abchazië en Zuid-Ossetië zorgden ervoor dat Georgië jarenlang zijn vetorecht gebruikte om de toetreding van Rusland tegen te houden. Tot 2011 hebben de twee landen met elkaar moeten onderhandelen. Samen met de toezegging om de Russische Graancompagnie vóór 2017 volledig te privatiseren, was dit het laatste obstakel. Vrijwel direct nadat Georgië zijn veto introk, kreeg Rusland het groene licht in de vorm van een officiële uitnodiging op 15 december 2011.
Van een geheel andere orde waren de problemen die Rusland en de Europese Unie onderling ondervonden. Beide zijn op energiegebied sterk van elkaar afhankelijk. De in de ogen van de Europese Unie lage Russische binnenlandse energieprijzen waren lange tijd het belangrijkste breekpunt. Dit werd opgelost doordat de Europese Unie de lage energieprijzen ging gebruiken voor politieke doeleinden: als Rusland het Kyoto-verdrag zou ondertekenen, zou de EU akkoord gaan met de prijsdiscriminatie. Ook over de Russische landbouwsubsidies en het intellectueel eigendomsrecht moest onderhandeld worden.
Rusland lijkt door het WTO-lidmaatschap op economisch gebied een flinke stap voorwaarts te hebben gemaakt. Toch doet het land weinig aan economische hervormingen. De grote vraag is dus of de toetreding niet slechts symboolpolitiek is. Misschien ging het de Russische regering alleen om de status die van het lidmaatschap uitgaat. Rusland kan zich nu immers meten met andere grote vrije markt-economieën.
Door de toetreding is de noodzaak van hervormingen van de Russische economie echter wel toegenomen. Dit hangt vooral samen met Ruslands concurrentiepositie ten opzichte van Amerika, Azië en de Europese Unie. In Rusland bestaat de angst dat het land deze concurrentie op de korte termijn niet aan kan.
Ook moet het afwachten hoe de WTO zal reageren op nieuwe conflicten tussen Rusland en de voormalige sovjetrepublieken en op een eventuele nieuwe Russische graan-voor-eigen-volk-eerst-maatregel, zoals die in 2010 tijdens de volksopstand in Egypte genomen werd. Egypte werd toen het belangrijkste slachtoffer van een Russisch exportverbod op graan, ingesteld na een misoogst vanwege een uitzonderlijk droge zomer. Door de toetreding van Rusland neemt de internationale controle toe en de WTO heeft genoeg middelen om te sanctioneren.