Jan Limbeek
Sinds de OPEC op 28 september 2016 tijdens een informele bijeenkomst afsprak de productie te gaan beperken tot 32,5 à 33 miljoen vaten per dag, is de olieprijs naar recordhoogte gestegen. De productie-vermindering behelst zo'n 700 duizend vaten per dag (twee procent van de OPEC-productie), dus de aangekondigde reductie lijkt haalbaar te zijn. Bovendien doet niet-OPEC lid Rusland mee. En wellicht nog andere landen. Toch is het de vraag of een reductie gaat lukken en of Rusland wel belang heeft bij medewerking.
Op het moment van schrijven, dinsdag 11 oktober, heeft de olieprijs het niveau bereikt van eind juli 2015 (zie onderstaande grafiek). De huidige prijs van 53 dollar per vat Brent-olie is hoger dan op verschillende meetmomenten het afgelopen jaar. De olieprijs was hoger dan een week geleden (+5 procent), een maand (+11), drie maanden (+15), een halfjaar (+24) en een jaar (+1). De Brent standaard is enkele dollars duurder dan Oeral, de Russische exportvariant.
Opm. Op het hoogtepunt in juni 2014 was de olieprijs (Brent) 114 dollar per vat. Klik op de grafiek van Euroinvestor om een actuele stand van de olieprijs te zien.
Op 5 september werd bekend dat 's werelds grootste olieproducenten, Saudi-Arabië en Rusland, besloten hadden de productie te bevriezen. Nadat die overeenkomst bekend werd steeg de olieprijs kortstondig. De huidige prijsstijging kan ook kortstondig zijn. De olieprijs is onmogelijk te voorspellen. Maar de kans is nu aanmerkelijk groter dat de prijs hoger blijft dan zonder het OPEC-akkoord het geval zou zijn geweest.
Het informele besluit van de OPEC van 28 september moet op 30 november bekrachtigd worden tijdens de officiële OPEC-vergadering, waar de reductie over de leden wordt verdeeld. Het is niet uitgesloten dat dit niet lukt want de OPEC heeft zich vele jaren onmachtig getoond om zelfs maar formele afspraken te maken. Eind november 2015 mislukte productiebeperkingen van de OPEC, waarna de olieprijs een vrije val van bijna twee maanden maakte.
In april 2016 werd ook een overeenkomst verwacht tussen de OPEC en Rusland om de productie te beperken, maar op het laatste moment konden Iran en Saudi-Arabië hun geschillen niet bijleggen. Invloed op de stijgende olieprijs had dit overigens niet, althans niet langer dan een dag. Aan de stijging van de olieprijs, die eind januari 2016 was begonnen, kwam pas een einde door de Brexit van 23 juni 2016. Daarna schommelde de prijs voor Brent-olie tussen de 45 en 50 dollar.
Voor het eerst in vele jaren lukte het op 28 september de OPEC dus wel de eerste stap naar een productievermindering te zetten. Daarna steeg de prijs in nog geen twee weken naar 53 dollar. De laatste prijsstimulans was de aankondiging van president Poetin op 10 oktober in een toespraak tot het Wereld Energie Congres in Istanboel dat Rusland de productievermindering van de OPEC zou steunen: 'Rusland is bereid zich aan te sluiten bij gezamenlijke maatregelen ter beperking van de winning er roept andere olie-exporteurs op hetzelfde te doen'.
Eigenlijk was Poetins aankondiging een bekrachtiging van het besluit van 5 september van Rusland en Saoedi-Arabië om de productie te bevriezen. Hij ging nog een stapje verder door te spreken van beperking van de oliewinning in plaats van bevriezing.
Voor 29 oktober staat er een bijeenkomst op de rol van de OPEC met (een onbekend aantal) niet-OPEC landen, waaronder Rusland. De laatsten moeten daar praktische beloften doen om niet te profiteren van de productiebeperking van de OPEC. Rusland heeft dit dus al gedaan. En achter de schermen overlegt Rusland hier voortdurend over, zoals, samen met Mexico, op 12 oktober. Als andere niet-OPEC landen volgen, dan zit er een verdere prijsstijging aan te komen.
Poetin in Istanboel, geflankeerd door Erdogan en de president van Azerbeidzjan Alijev. Foto: kremlin.ru.
De markt verwacht door de aankondigingen van 5 en 28 september en van 10 oktober, dat het aanbod gaat teruglopen. Als blijkt dat de verwachting niet uitkomt omdat men toch veel meer olie op de markt brengt dan afgesproken, zal de prijs weer dalen.
Overigens bracht de OPEC in september een recordhoeveelheid olie op de markt van 33,39 miljoen vaten per dag, 220 duizend vaten per dag meer dan in augustus 2016, onder andere om straks minder te hoeven reduceren. Een reductie vanaf een topniveau is immers minder ingrijpend. Dit extra aanbod had een drukkend effect op de olieprijs.
Interessant is dat een van de machtigste mannen van Rusland, Igor Setsjin (Sechin in de Engelse vertaling), baas van staatsolie-maatschappij Rosneft en erkend OPEC-hater, op dezelfde energiebijeenkomst in Istanboel, op 11 oktober zei niet mee te doen met de productiestop.
Met zijn onwil maakte hij Poetin belachelijk. Ook valt slecht in te zien hoe Rusland mee kan doen aan bevriezing of zelfs reductie van de olieproductie als Rosneft, dat met 4,1 miljoen vaten per dag (in 2015) ongeveer 40 procent van de Russische olie produceert, niet mee doet. Ter vergelijking, Rosnefts productie is hoger dan zowel de huidige olieproductie als het toekomstige doel van Iran. Het hoeft dan ook niet te verbazen als Setsjin binnenkort zijn positie verliest.
Als men er inderdaad in slaagt het aanbod van olie substantieel te beperken kan de olieprijs te sterk, zeg tot boven de zeventig dollar per vat, oplopen. Heel veel olie waarvan de winning nu nog te duur is - schalieolie, diepzee olie, Arctische olie, olie uit teerzanden - zal dan weer rendabel worden, waardoor het olie-aanbod weer gaat stijgen. Setsjin denkt dat een olieprijs van 60 dollar voldoende is om de productie van Amerikaans schalie-olie weer flink te laten toenemen.
Door een hoger aanbod van olie ligt een prijsdaling op de loer, want de vraag naar olie blijft de komende jaren naar verwachting achter omdat de wereldeconomie sloom draait. Door de groeiende kloof tussen vraag en aanbod zal de olieprijs dan weer dalen.
Vooralsnog zijn Poetin en de OPEC er goed in geslaagd de olieprijs omhoog te praten, maar de geschiedenis van de OPEC en het conflict tussen Setsjin en Poetin toont aan dat een daadwerkelijke reductie of bevriezing van de oliewinning nog niet eenvoudig is. En als dit wel lukt moet de prijsstijging beperkt blijven tot maximaal zeventig dollar. Ieder olieland wil immers marktaandeel behouden of vergroten, maar ze verliezen dit juist als de olieprijs te hoog wordt.