Jan Limbeek
Op vrijdag 28 juli 2017 besloot de Centrale Bank van Rusland (CBR) het centrale rentetarief niet te verlagen. Mogelijk zijn de centrale bankiers toch bang dat de inflatie weer op gaat lopen, al zegt de CBR dit niet. Er zijn namelijk veel aanwijzingen voor een hogere inflatie in de nabije toekomst. Mocht de inflatie inderdaad hoger uitvallen, dan zal de CBR het rentetarief de volgende keren evenmin beneden de huidige negen procent willen laten dalen.
Het ontbreken van een renteverlaging is op zichzelf natuurlijk geen nieuws. Maar dat de rente de resterende maanden van 2017 mogelijk evenmin gaat dalen, is dit wel. De CBR stelt namelijk, nu en eerder, dat er in de tweede helft van 2017 ruimte is om de rente verder te verlagen, omdat men geen extra inflatie verwacht.
Bron: Russische Staatsdienst voor de Statistiek, Rosstat (gks.ru)
Je hoeft echter geen raketgeleerde te zijn om te zien dat de inflatie echter wél kan gaan oplopen. De koers van de roebel ten opzichte van buitenlandse valuta is in juni, juli en begin augustus zo hard onderuit gegaan, dat opwaartse invloed op het binnenlandse prijspeil bijna onvermijdelijk is.
In het grootste deel van april 2017 kostte een euro gemiddeld 60 roebel. Vanaf 27 april begon de roebel te dalen. Ruim drie maanden later, op 8 augustus, kostte een euro 71 roebel.
De verzwakking van de roebel tegenover de euro komt ook omdat de euro apprecieert. Ten opzichte van de dollar verzwakte de roebel veel minder: een dollar kost sinds 6 juli gemiddeld 60 roebel; dit was in april 56 roebel.
Er waren de afgelopen maanden drie redenen waarom de roebel verzwakt: de staat koopt extra buitenlandse valuta op (alleen al de laatste week van juli 2017 steeg de deviezenreserve met vier miljard naar 419 miljard dollar), het Kremlin heeft uitspraken gedaan waaruit blijkt dat men blij is met de verzwakking van de roebelkoers en de olieprijs daalde.
De hechte band tussen olieprijs en roebelkoers is verdwenen.
Alleen de daling van de olieprijs is voorlopig ten einde gekomen. Maar het koersstimulerende effect van de hogere olieprijs wordt teniet gedaan door de nieuwe Amerikaanse sancties.
Het koersverzwakkende effect van de nieuwe sancties van de VS zou tijdelijk kunnen zijn, omdat de rest van de wereld het Amerikaanse besluit niet lijkt te volgen. De andere redenen kunnen natuurlijk ook tijdelijk zijn. Men kan het extra opkopen van valuta staken, het Kremlin kan aangeven dat het genoeg is geweest met de koersverzwakking en de olieprijs kan weer duidelijk stijgen.
Het is dus geen absolute zekerheid dat de inflatie in Rusland weer gaat stijgen. Maar het risico op hogere inflatie is in de huidige omstandigheden zeker toegenomen.
Sinds 22 juni is de olieprijs weer gestegen, van het dieptepunt van 44 dollar per vat naar 52 dollar op 7 augustus. Maar de roebelkoers is hierdoor niet gestut. Andersom verzwakte de roebel in maart en april 2017 niet toen de olieprijs zakte. Het verband tussen de hoogte van de olieprijs en de koers van de roebel is losser geworden.
Vele organisaties en bedrijven, zoals Goldman Sachs, verwachten overigens een hernieuwde daling van de olieprijs in de tweede helft van 2017, met name omdat de olieproducerende landen zich steeds minder houden aan de productiebeperkingafspraken en dus meer olie op de markt brengen. Deze verwachting van een lagere olieprijs in de toekomst drukt ook de roebelkoers.
Bron: Russische Staatsdienst voor de Statistiek, Rosstat (www.gks.ru)
Behalve de zwakkere roebel zijn er nog drie andere redenen waardoor de inflatie in de toekomst kan gaan toenemen: het ruime begrotingsbeleid van de overheid, de verwachte lagere oogst en extra economische groei.
De CBR verwacht dat de economische groei in het derde kwartaal van 2017 zal toenemen naar 1,5 à 1,8 procent, dicht tegen het huidige Russische potentieel voor gezonde groei. De arbeidsmarkt is krap en de consumptieve vraag van de bevolking stijgt. Dit zijn perfecte omstandigheden voor extra inflatie.
Vooralsnog heeft de inflatie in juli het laagste niveau ooit bereikt: 3,9 procent tegenover 4,4 procent in juni en 4,1 procent in april en mei (op jaarbasis). En in de laatste week van juli daalden de prijzen zelfs met 0,1 procent ten opzichte van een week eerder. Zo bijzonder is dit laatste overigens niet, want een jaar geleden was er ook deflatie om deze tijd.
Dat de inflatie nog niet is gestegen heeft twee redenen. Ten eerste ligt een deel van het inflatiegevaar in de toekomst, met name een tegenvallende oogst en te hoge economische groei.
Ten tweede is er altijd een vertraging in de doorwerking op de prijzen van een grotere geldhoeveelheid en koersverzwakking van de munt. Dit laatste komt doordat de meeste buitenlandse goederen nog tegen lagere prijzen zijn aangeschaft. Straks moet men dezelfde producten kopen voor veel meer roebels. Zij worden dus duurder.
De exporteurs, de importeurs en de winkeliers kunnen een deel van de prijsstijging uit eigen zak betalen, waardoor consumenten niet altijd met hogere prijzen te maken krijgen. Maar de huidige waardedaling van de roebel is daar te groot voor.
Met zo'n grote daling worden de prijsstijgingen doorberekend aan de consument, in ieder geval voor een deel. Dus buitenlandse producten en Russische goederen die (deels) met buitenlandse onderdelen worden gemaakt, stijgen in prijs. Ook al worden echt Russische goederen niet bovenmatig duurder, het algehele prijspeil stijgt toch extra.
We zien nu het omgekeerde van de jarenlange daling van de inflatie tot en met mei 2017. Sinds eind januari 2015 is de roebel steeds duurder geworden ten opzichte van andere valuta. Toen kostte een euro 78 roebel, in de periode februari - april 2017 was dit gedaald naar gemiddeld 61 roebel.
Door de voortdurende appreciatie van de roebel, werden buitenlandse goederen relatief steeds goedkoper, ook al omdat de buitenlandse prijsstijgingen veel lager waren dan de Russische. Onder andere door de appreciatie van de roebel bleef de inflatie dalen. Nu de roebel ernstig verzwakt zal de inflatie, overige omstandigheden gelijk, weer toenemen.
De verwachting is ook dat de oogst dit jaar lager, wellicht veel lager, zal zijn dan de goede oogst van vorig jaar vanwege het koude en regenachtige weer dat Rusland deze zomer treft. Er komen dus minder voedselproducten op de markt. Minder aanbod betekent doorgaans hogere prijzen. Net zoals vorig jaar de koersversterking van de roebel meehielp de inflatie terug te dringen, gold dit ook voor de overvloedige oogst. Nu geldt het omgekeerde.
Voor het eerst sinds februari 2016 is in juli 2017 de verwachting van de bevolking gestegen dat de prijzen in de toekomst gaan stijgen. De CBR denkt dat deze stijging tijdelijk is en samenhangt met de seizoensmatige stijging van sommige voedselproducten en stijging van gereguleerde overheidstarieven, zoals voor gas en verwarming. Als die effecten voorbij zijn zullen de inflatieverwachtingen weer dalen, stelt de Bank optimistisch.
De laatste jaren heeft de CBR voor alles een anti-inflatiebeleid gevoerd. In toenemende mate is hier kritiek opgekomen, ook vanuit de regering. De Bank zou onder meer het economisch herstel smoren. Dus waarschijnlijk ziet de CBR best dat de kans behoorlijk groot is dat de inflatie weer gaat toenemen. Alleen zegt ze het niet, om niet te rigide over te komen.
De CBR moet steeds laveren tussen wat zij verstandig acht (een streng monetair beleid) en de monetaire duiven in de regering, het Kremlin, onder economen en in de media. Dus zegt de CBR dat de rente best omlaag kan. Strakjes. En als de inflatie onverhoopt oploopt, kan de renteverlaging niet doorgaan. Of minimaal zijn. Helaas.