Jan Limbeek
In 2014 en 2015 ging de koers van de roebel sterk onderuit toen de olieprijs kelderde. De Centrale Bank van Rusland (CBR) verhoogde toen de rente van 5,5 naar 17 procent. Door de coronacrisis is de olieprijs nu nog verder gedaald, maar de roebel is veel minder waarde kwijtgeraakt, terwijl de rente zelfs iets is gedaald. Hoe kan men dit verschil verklaren?
Bron: Centrale Bank van Rusland (cbr.ru)
Vroeger waren de koers van de roebel en de hoogte van de olieprijs nauw verbonden. Sinds de introductie van het 'begrotingsreglement' is het verband tussen de twee losser geworden, omdat de begroting minder afhankelijk van de olieprijs is geworden. Het begrotingsreglement houdt in dat de begroting zich moet redden met een vastgestelde prijs van Uralolie.
Nu is de prijs 42 dollar per vat. Alle inkomsten die naar de begroting vloeien als de olie meer dan 42 dollar kost, worden automatisch naar het spaarpotje van het Ministerie van Financiën overgemaakt: het Nationaal Welzijnsfonds (Russische afkorting: FNB). Het FNB bevatte op 1 mei 2020 12,4 biljoen roebel (168 miljard dollar of 11 procent van het BBP). De totale goud- en valutareserve van Rusland omvat het equivalent van 662 miljard dollar (stand 8 mei 2020).
Door de ineenstorting van de olieprijs in maart 2020 is de olieprijs veel lager dan 42 dollar geworden. Volgens het Ministerie van Financiën bedroeg de gemiddelde prijs van Uralolie in de periode 15 april tot en met 14 mei 19,9 dollar per vat. In april bedroeg de gemiddelde prijs van Uralolie 18,2 dollar per vat, terwijl de olieprijs in dezelfde periode van 2019 3,5 keer hoger was. In de eerste vier maanden van 2020 was de gemiddelde olieprijs 41 dollar en in de eerste vier maanden van 2019 65,2 dollar per vat.
De financiële gevolgen van de ingestorte olieprijs voor de begroting moeten wel gerelativeerd worden. De olieprijs zat op 11 mei twee maanden flink onder het niveau van 42 dollar per vat en 40 maanden ruim daarboven.
Het begrotingsreglement had drie gevolgen: het leidde tot een groei van de financiële reserves, het zorgde voor een lagere inflatie en het maakte de band tussen de roebelkoers en de olieprijs veel losser. De toestroom van petrodollars wordt immers niet (helemaal) besteed, hoe hoog de olieprijs ook is.
Maar als de olieprijs (veel) lager is dan 42 dollar, dan zijn deze positieve gevolgen van het begrotingsreglement afwezig. Toch is de waarde van de roebel veel minder gedaald dan de olieprijs. Sinds eind maart stijgt de roebel weer in waarde. Dat heeft ten minste drie redenen.
Bron: Rosstat (gks.ru)