Jan Limbeek
De Russische inflatie heeft in juli het recordniveau van 6,5 procent van juni geëvenaard. De hoge inflatie is de belangrijkste reden dat de Centrale Bank van Rusland (CBR) de rente sinds 22 maart vier keer op rij heeft verhoogd. De hoop is dat zo het inflatietij wordt gekeerd.
Het is opmerkelijk hoeveel de Nederlandse en Russische economie macro-economisch op elkaar lijken. Het handelsoverschot is enorm, de overheidsfinanciën zijn robuust, de werkloosheid is laag, de economische groei overtreft naar verwachting de vier procent in 2021. Zelfs de inflatie is op sommige momenten vergelijkbaar. Nu zeker nog niet. Maar misschien dat de stringente maatregelen van de CBR de Russische inflatie terug kunnen dringen.
In november 2020 kwam de inflatie boven het doel van de CBR van vier procent per jaar. Na november steeg de inflatie gewoon door. In april 2021 leek de inflatie van 5,5 procent over de piek van 5,8 procent van maart heen te zijn, maar in mei, juni en juli bleek de inflatie het record verder aangescherpt te hebben: 6,0, 6,5 en 6,5 procent. In juli daalde de jaarinflatie miniem, met 0,04 procentpunt. Afgerond is dit nog steeds 6,5 procent.
Op maandbasis, dus juli ten opzichte van juni, stegen de prijzen wel minder snel: 0,31 procent, terwijl dit in juni en mei respectievelijk 0,69 en 0,74 procent was. Dit is zelfs iets lager dan de maandinflatie van een jaar geleden. In juli 2020 was de maandinflatie 0,35 procent. Gecorrigeerd voor het seizoen was de maandinflatie in juli 2020 en 2021 nagenoeg gelijk: 0,20 en 0,19 procent.
De daling van de maandinflatie in juli was een gemiddelde. Als we kijken naar het verloop van de prijsstijgingen, dan is het verschil groter. Op 5 juli was de dagelijkse inflatie 0,066 procent, maar sinds 12 juli stijgen de prijzen niet meer. Hierdoor kelderde de dagelijkse inflatie naar 0,010 procent. In juni was de dagelijkse inflatie 0,023 procent. De eerste 23 dagen van augustus steeg de dagelijkse inflatie nog een beetje naar 0,003 procent. Vorig jaar in geheel augustus daalden de prijzen, zij het nauwelijks meetbaar (0,04 procent).
De daling van de inflatie in juli komt vooral doordat groente en fruit goedkoper werden. Voedselproducten zonder groente en fruit werden wel duurder. De prijs van non food producten bereikten een record, nog sterker als ze gecorrigeerd werden voor het seizoen.
Aangezien voedsel ongeveer een derde van het prijzenmandje uitmaakt, hebben lagere of minder stijgende voedselprijzen (dankzij exportverboden en de nieuwe oogst van groente en fruit) een grote remmende invloed op het totale inflatiecijfer. Het is echter onzeker of de inflatiedaling doorzet, aangezien de oogst van veel agrarische producten nog lang niet afgerond is en dus onbekend is hoe groot hij zal uitvallen.
Daarnaast zijn er ook tekenen dat de inflatie hoog blijft. De stijging van non food en de kerninflatie (zonder de sterk fluctuerende prijzen van voedsel en energie, en door de overheid gereguleerde prijzen) is hoger dan de totale inflatie. De inflatie wordt voorts kunstmatig beperkt door overheidsmaatregelen, zoals een exportverbod van agrarische basisgoederen en prijsplafonds voor sommige producten.
Bovendien groeit de Russische economie harder dan verwacht (juliprognose voor 2021 van het IMF: 4,4%), hetgeen natuurlijk fijn is, maar ook een hogere inflatie met zich meebrengt. De grote motor van de inflatie is de oplopende vraag en de stijgende kosten, ook mondiaal.
Volgens de prognose van het CBR zal de inflatie aan het eind van 2021 5,7 à 6,2 procent bedragen. Als dit uitkomt zal de inflatie dus iets, maar niet veel dalen. Dit gebeurt wel eind 2022, als de inflatie naar verwachting 4,0 à 4,5 procent bereikt. Dit niveau is nog een beetje hoger dan de doelstelling van het CBR van vier procent inflatie per jaar. Vanaf 2023 denkt de centrale bank op dit doel uit te komen. Pas dan ontstaat ruimte om de rente wezenlijk te verlagen.
Bron: Dinamika notrebitelskich tsen, 13-8-2012, bijlage 2
De inflatie wordt sinds mei 2021 vooral bepaald door twee tegengestelde factoren: de (relatieve) versterking van de roebel en het snellere herstel van de binnenlandse vraag. Een krachtiger roebel zorgt voor goedkopere import en dus lagere inflatie. De toenemende effectieve vraag zorgt daarentegen voor hogere inflatie en overcompenseert het inflatiedrukkende effect van de waardestijging van de roebel.
De CBR is bang dat de groeiende vraag van consumenten en bedrijven naar goederen groter is dan de capaciteit van de Russische economie om daaraan te voldoen. Dit leidt tot hogere prijzen. Bovendien stijgt de vraag naar arbeidskrachten in veel bedrijfstakken en ervaren enkele economische sectoren al een tekort. Dit kan leiden tot hogere lonen en daarmee tot een loon-prijsspiraal.
De CBR stelt vast dat de Russische economie in het tweede kwartaal het niveau van vóór de crisis heeft bereikt, waarna de groei sterk zal voortgaan. Veel sectoren produceren al meer dan eind 2019. Dit wordt ook gestimuleerd door de stijgende mondiale vraag, dankzij het naderende einde van de pandemie.
Gevoelsinflatie
Een belangrijke aanwijzing voor de CBR dat de inflatie voorlopig te hoog blijft, is de gevoelsinflatie van de bevolking. Elke maand vraagt het opiniebureau inFOM in opdracht van de CBR aan een representatieve groep hoe hoog zij denkt dat de inflatie (dus de prijsstijging) zal zijn over een jaar. Als de respondenten denken dat de inflatie hoger uitvalt dan ze een of enkele maanden eerder dacht, dan gaat de CBR ervan uit dat de inflatie daadwerkelijk zal stijgen.
Het gaat hierbij niet zozeer om de verwachte hoogte van de inflatie, want die is altijd veel hoger dan de officiële inflatie. Het gaat om de beweging opwaarts of neerwaarts van de verwachting. In augustus 2021 verwachtten de respondenten een iets lagere inflatie over een jaar dan een maand geleden: 12,5 procent.
Tevens wordt de respondenten gevraagd wat de huidige inflatie is, dus hoezeer men denkt dat de prijzen de afgelopen 12 maanden zijn gestegen: dit is in augustus hetzelfde gebleven als in juli: 16,5 procent. Zowel de waargenomen als de verwachte inflatie zijn veel hoger dan de officiële inflatie. De officiële gemiddelde inflatie was in 2020 3,4 procent en de waargenomen inflatie bijna drie keer zo hoog: 9,6 procent. In 2021 zijn de cijfers hoger geworden.* De officiële jaarinflatie van augustus 2021 was niet opgenomen in de tabel, omdat deze op het moment van publicatie nog niet bekend was. Bron: Infljatsionnye ozjidanija i potrebitelskije nastrojenija [Inflatieverwachtingen en consumentenvertrouwen], 25 juni 2021 en 26 augustus 2021.
Opmerkelijk is dat de iets rijkere Russen (degenen die spaargeld hebben) altijd een lagere inflatie ervaren en verwachten dan de armere Russen. De laatste maanden is het verschil in inflatieverwachtingen tussen arme en wat rijkere Russen verdubbeld. In augustus 2021 is het verschil tussen beide groepen nooit zo groot geweest: Russen zonder spaargeld ervoeren 4,8 procentpunt hogere inflatie en ze verwachten over een jaar 3,4 procentpunt hogere inflatie dan Russen met spaargeld.
Bron: Centrale Bank van Rusland.
De reden hiervoor zou de relatieve koersstijging van de roebel kunnen zijn. Iedere Rus weet dat importgoederen daardoor minder in prijs zullen stijgen. Maar het armere segment van de bevolking profiteert hier veel minder van omdat ze het gros van hun inkomen besteedt aan binnenlands geproduceerd voedsel, dat juist zeer in prijs stijgt.
Rente
De huidige inflatie is de helft hoger dan de inflatiedoelstelling van 4,0 procent per jaar. De CBR schat in dat het zonder extra rentestappen te lang duurt alvorens dit doel gehaald wordt.
De drie renteverhogingen van in totaal 1,25 procentpunt naar 5,5 procent per 14 juni hadden een onvoldoende drukkend effect op de inflatie. Daarom besloot de CBR op 23 juli de rente per 26 juli met een grote stap van 1 procentpunt te verhogen naar 6,5 procent. Dit was geen verrassing. In onder andere een interview met Bloomberg op 28 juni 2021 gaf bankpresident Elvira Nabioellina aan een renteverhoging van maximaal 1 procentpunt te overwegen.
Veel westerse waarnemers kijken met enige verbazing naar de havikachtige rentestappen in Rusland en geheel Oost-Europa. Het lijkt ouderwets dat hoge inflatie bestreden wordt met een hogere rente. Maar Rusland is nu eenmaal geen ontwikkeld Westers land waar de rente niet lijkt te kunnen stijgen, ongeacht de ontwikkeling van de inflatie, de soepelheid van het monetaire beleid en de hoogte van de uitgaven. In de meeste landen ter wereld geldt nog steeds een strikte band tussen rente en inflatie.
Er zijn signalen dat zelfs in het Westen de inflatie aan het eind van de pandemie, al dan niet tijdelijk, oploopt. In de VS was de inflatie in mei 5,0 en in juni en juli 5,4 procent. In januari bedroeg de inflatie nog 1,4 procent. De enorme Amerikaanse stimuleringen in de vorm van 'helicoptergeld' (dat direct belandt in de portemonnee van gewone Amerikanen) en investeringsprogramma's, terwijl de economie al groeit, kunnen leiden tot oververhitting.
De inflatie- en renteprognose van de CBR sinds 23 juli is flink opwaarts bijgesteld. In de tweede helft van 2021 (vanaf 26 juli) bedraagt de rente naar verwachting gemiddeld 6,5-7,1 procent en 6,0-7,0 procent in 2022.
De CBR verwachtte nog in juni bij de toenmalige prognose dat de jaarinflatie in de herfst van 2021 zou gaan dalen en een jaar later - in de tweede helft van 2022 - het doel zou bereiken van vier procent inflatie per jaar. De nieuwe prognose van 23 juli gaat uit van een inflatie eind 2021 van 5,7-6,2 procent en 4,0-4,5 procent eind 2022. Pas in 2023 verwacht de CBR dat de inflatie het doel van gemiddeld 4,0 procent bereikt. Dus zelfs na de veel hogere rente is de inflatieprognose flink opwaarts bijgesteld.
Deze prognose betekent dat de rente naar verwachting van de CBR nog zal stijgen in het restant van 2021 en in 2022 (en 2023) zal dalen. Het betekent ook dat het centrale rentetarief in 2022 veel hoger zal zijn dan de gemiddelde inflatie voor 2022 van 4,1-4,9 procent. Op 10 september 2021 vindt de volgende vergadering plaats van de directieraad van de CBR waar een nieuw rentebesluit genomen wordt.
Volgens de Russische bankpresident Elvira Nabioellina is een positieve reële rente noodzakelijk om de geldhoeveelheid te verkleinen en daarmee de inflatie te beteugelen. Zij constateert dat banken bij de vorige renteverhogingen in maart en april draalden hun tarieven opwaarts bij te stellen, waardoor de kredietverlening op niveau bleef en sparen onvoldoende gestimuleerd werd. Hierdoor werd er te weinig geld geneutraliseerd en kon de geldontwaarding hoog blijven.
Degenen die vinden dat Nabioellina's strikte monetaire opvattingen rechts-conservatief zijn, zijn bij haar aan het verkeerde adres. Zij presenteert haar anti-inflatie politiek steevast als een sociaal beleid, omdat inflatie gezinnen treft, met name de armere. Zij moeten vanwege inflatie steeds meer geld uittrekken voor dezelfde basisgoederen. De invloed van Nabioellina op president Poetin is groot, waardoor haar gedachtegoed doorgaans realiteit wordt.
Bron: Levada Centrum, 24 augustus 2021