René Does
Wit-Rusland verkeert in een diepe financiële crisis. De Wit-Russische autoriteiten konden ingrijpende maatregelen, zoals een devaluatie van de Wit-Russische roebel met 56,3 procent in verhouding tot de dollar, niet langer ontlopen. Na het artikel over ontstaan en mogelijke oplossingen van de valutacrisis in Wit-Rusland op deze site, nu een vervolgartikel over de gevolgen van de financiële nood.
Het Wit-Russische financiële stelsel lijdt onder groeiende tekorten aan harde valuta doordat het land met zijn exportinkomsten niet langer de snel stijgende uitgaven aan importen kon bijbenen. Hierdoor kwam het bankenstelsel onder grote druk te staan en stegen de binnenlandse prijzen in steeds hoger tempo.
Uit angst voor de komende devaluatie van de Wit-Russische roebel probeerde de bevolking uit alle macht haar roebeltegoeden om te zetten in harde valuta, luxegoederen en duurzame voedingsmiddelen. Dit leidde tot allerlei paniekacties. Wie met Wit-Russische roebels 200 dollar wilde kopen, moest bij de wisselkantoren op het treinstation van Minsk drie etmalen in de rij staan. Elektronicawinkels werden letterlijk leeg gekocht.
Hetzelfde gold voor de winkelschappen met houdbare voedingsmiddelen als rijst, macaroni, zout, suiker en wodka. In de grenssteden met Polen, zoals Brest, kochten Wit-Russische handelaren praktisch alles op in de winkels om de producten in Polen tegen harde valuta te verkopen. Russen die Wit-Rusland bezoeken weten niet wat hen overkomt: hun Russische roebels worden door de bevolking als keiharde valuta gewaardeerd.
Als eerste tegenmaatregel probeerden de Wit-Russische autoriteiten buitenlandse kredieten te verkrijgen voor het oplossen van de valutanood. Zij konden hiervoor in principe bij twee internationale partijen terecht: het IMF en Rusland. Omdat de Wit-Russische regering niet aan de harde eisen van het IMF wenste te voldoen, werd de hoop gevestigd op Rusland.
President Aleksandr Loekasjenko dacht met kredieten ter waarde van zes miljard dollar de valutamarkt voor het einde van het jaar te kunnen stabiliseren. Naast een commercieel krediet van drie miljard dollar wilde Wit-Rusland van Rusland ook een extra krediet van drie miljard dollar ontvangen, dat met voedselleveranties afbetaald zou worden. Het ging 3.800 ton melk en melkproducten, 220.000 ton vlees en vleeswaren, 220.000 ton suiker, 200.000 ton aardappelen en ruim 200.000 ton groenten.
Ontmoeting van Poetin en Loekasjenko in de presidentiële Wit-Russische residentie (19 mei 2011).
Op 19 mei bezocht de Russische premier Vladimir Poetin de hoofdstad Minsk voor het bijwonen van een top van de regeringsleiders van de lidstaten van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS). Maar Rusland gaf geen gehoor aan het Wit-Russische kredietverzoek. Er werd alleen voor de periode 2011-2013 een krediet van ruim drie miljard dollar toegezegd uit het ant-crisisfonds van de in 2000 door een aantal GOS-lidstaten opgerichte Euraziatische Economische Gemeenschap (Eurasec). Voor 2011 zou het om ruim één miljard dollar gaan, dus veel minder dan de door Loekasjenko gewenste zes miljard dollar.
Hierna nam de Centrale Bank van Wit-Rusland op 23 mei de onvermijdelijk geworden beslissing om de Wit-Russische roebel te devalueren. Dit met 56,3 procent ten opzichte van de dollar, waardoor de officiële koers gelijk werd met de commerciële wisselkoers en de koers op de zwarte markt naderde. Een dollar kostte na de devaluatie 4.930 roebel (was 3.155 roebel), een euro 6.915 roebel (was 4.516 roebel) en een Russische roebel 174 Wit-Russische roebel (was 113 Wit-Russische roebel).
Maar het wordt betwijfeld of zelfs deze grote devaluatie genoeg is om de valutaproblemen op te lossen. Financiële deskundigen stellen dat er dit jaar acht miljard dollar aan kredieten nodig waren om de rust terug te brengen op de Wit-Russische valutamarkt. En naar verluidt is de zwarte wisselkoers van de Wit-Russische roebel alweer opgeschoten naar 8.000 roebel voor een dollar.
Volgens de laatste berichten lijken de Wit-Russische autoriteiten bereid ook een volgende stap te nemen in het oplossen van de financiële crisis: het 'tafelzilver' verkopen. Dat wil zeggen de voor buitenlandse investeerders aantrekkelijke staatsbedrijven geheel of gedeeltelijk privatiseren, zoals het bedrijf Beltransgaz, dat het pijpleidingenstelsel van Wit-Rusland bezit en sterk in de belangstelling staat van met name het Russische staatsgasbedrijf Gazprom.
De Wit-Russische bevolking heeft de laatste weken zware klappen gekregen. Door de devaluatie is het gemiddelde maandloon in een klap gekrompen van 500 dollar naar 300 dollar. Er worden zelfs voorspellingen gedaan dat de levensstandaard in Wit-Rusland kan wegzakken in de richting van het armste land van Europa: Moldova.
Wit-Rusland heeft twee decennia lang wezenlijk economische hervormingen kunnen tegenhouden, maar het lijkt erop dat ook voor de Wit-Russen een periode van 'wild kapitalisme' is aangebroken als overgangsfase naar marktverhoudingen. Verder is de buitenlandse schuld van 10,8 miljard dollar door de devaluatie van de Wit-Russische roebel duurder geworden om af te betalen.
Bovenstaande gebeurtenissen roepen twee grote vragen op: