Jan Limbeek
In de eerste helft van 2018 bleef de Russische inflatie wonderlijk stabiel en laag. In juni 2018 was de inflatie 0,1 procentpunt hoger dan in januari en 0,1 punt lager dan in mei. Gemiddeld was de inflatie in de eerste helft van 2018 gelijk aan de inflatie van juni 2018: 2,3 procent. Het lijkt echter onontkoombaar dat de inflatie gaat oplopen.
* Wordt berekend door de CBR, zonder de meeste sterk fluctuerende prijzen van voedsel en energie
Bron: Russische Staatsdienst voor de Statistiek, Rosstat.
De Centrale Bank van Rusland (CBR) verwacht al langer dat de inflatie in de nabije toekomst gaat stijgen. Het doel van 4 procent inflatie zou eerst weer in 2018 bereikt worden, toen eind 2018 en daarna in 2019. Iedere keer bleef de reële inflatie achter.
In juni 2018 voorspelde de CBR dat de inflatie sneller zou gaan oplopen dan eerder werd verwacht: 3,5 à 4 procent in 2018 en 4 à 4,5 procent in 2019. Als de inflatieprognose uitkomt, zou de inflatie in 2019 iets boven het doel van 4 procent uitkomen.
Waarom zou de inflatieverwachting nu wel uitkomen? De verwachte inflatiestijging is immers toekomstmuziek. De afgelopen jaren is de inflatie gedaald of gelijk gebleven. In maart 2015 bereikte de inflatie een top van 16,9 procent. Daarna begon de inflatie geleidelijk te dalen. In juli 2017 kwam de inflatie onder de 4 procent te liggen. Daarna daalde de inflatie nog een half jaar verder naar het laagste niveau van 2,2 procent in januari 2018. Sindsdien bleef de inflatie stabiel.
Toch is een flinke inflatiestijging vanaf de tweede helft van 2018 erg waarschijnlijk. De jaarinflatie was weliswaar bescheiden, maar dit komt door het basiseffect: in juni 2017 waren de prijzen betrekkelijk hoog. Op maandbasis was de inflatie in juni 2018 erg hoog: 0,49 procent tegen 0,37 procent in mei 2018.
De inflatie stond sinds juli 2017 beneden het doel van 4 procent. Op zichzelf was het niet zo moeilijk om de prijzen - en dus de inflatie - te laten stijgen: versoepel het monetaire beleid, bijvoorbeeld door het belangrijkste rentetarief extra te verlagen. Voor de duidelijkheid, de rente is sterk verlaagd, maar de reële rente (nominale rente minus inflatie) in het geheel niet.
Het probleem van monetaire versoepeling is dat niemand kan weten waar de inflatiestijging stopt. Voor je het weet moet je de monetaire teugels weer aanhalen.
Het dilemma van Nabioellina
Sinds de laatste renteverlaging in maart 2018 van 7,5 naar 7,25 procent is het rentetarief niet veranderd. Bankpresident Elvira Nabioellina vond dat de externe omstandigheden, met name de extra Amerikaanse sancties en dreiging van verder verscherping, zo ongunstig waren dat verdere renteverlaging niet mogelijk was.
De voorzichtigheid van Nabioellina is begrijpelijk. Sinds maart 2018 is de roebel duidelijk gedevalueerd. De devaluatie van de roebel zou groter geweest zijn als de rente verlaagd was.
Nabioellina wil niet alleen lage en stabiele prijzen, ze wil ook dat de bevolking en het bedrijfsleven ervan overtuigd raken dat de prijsstijgingen ook in de toekomst laag blijven. Dit kan alleen als de prijzen weinig veranderen, dus als de interne waarde van de roebel stabiel blijft.
Daarnaast mag de externe waarde van de roebel niet te sterk verminderen om het vertrouwen van de bevolking in de eigen munt niet te ondermijnen. Het aantal roebels dat men moet betalen om een euro of een dollar te kopen, kan daarom niet veel stijgen.
Ook mag de gemiddelde Rus niet merken dat het opkopen van dollars of euro's meer oplevert dan sparen in roebels en rente trekken. Bovendien zorgt een wezenlijke devaluatie voor een extra verhoging van het binnenlandse prijspeil omdat import duurder wordt.
Ziehier het dilemma van Nabioellina sinds juli 2017: zonder extra monetaire versoepeling bleef de inflatie te laag, maar extra versoepeling kon het vertrouwen van de bevolking in de roebel ondermijnen omdat de devaluatie en daarna mogelijk de inflatie te sterk op kon lopen.
Het dilemma van Nabioellina is niet meer van toepassing omdat de inflatie sowieso gaat oplopen. De Russische regering gaat daarnaast de BTW verhogen van 18 naar 20 procent met ingang van 2019. De CBR verwacht hierdoor een extra inflatie van één procentpunt. De inflatie zal daardoor stijgen naar het gewenste niveau van vier procent zonder dat er een risicovolle monetaire versoepeling voor nodig is.
Tenzij het wederom zo is dat de stijging van de inflatie achterblijft bij de prognose. Op korte termijn lijkt het daar niet op. De eerste 16 dagen van juli 2018 bedroeg de inflatie 0,4 procent, terwijl vorig jaar de inflatie in de hele maand juli 0,1 procent was. De lage inflatie in 2018 komt voornamelijk door de lage voedselprijzen (zie nevenstaande grafiek).
In augustus en september 2017 daalden de prijzen ten opzichte van de voorafgaande maand met respectievelijk 0,5 en 0,1 procent. Daarom waren de prijzen in de eerste tien maanden van 2017 minder gestegen dan in de eerste zeven maanden: 1,9 om 2,4 procent. Ten opzichte van eind 2016 lag het prijspeil in juli dus hoger dan in oktober.
Nabioellina is om ten minste twee redenen in staat om haar lage-inflatiebeleid door te voeren, ondanks grote weerstand van politici. Ten eerste heeft zij een heel goede band met president Poetin, die haar hogelijk waardeert. Ten tweede werpt zij zich voortdurend heel slim op als verdediger van de gewone Rus door te stellen dat inflatie de waarde van zijn inkomen en spaargeld aantast.
Bron: FOM.
Inflatieverwachtingen
Iedere maand vraagt opiniebureau FOM in een enquête[1] met hoeveel procent de bevolking denkt dat de inflatie het afgelopen jaar is gestegen en wat de bevolking denkt dat de inflatie het komende jaar zal zijn. De afgelopen drie jaar zijn de inflatieverwachtingen van de bevolking voortdurend gedaald.
Dit is niets bijzonders omdat de officiële statistische inflatie eveneens steeds daalt. Ook niets bijzonders is dat de bevolking 'voelt' dat de inflatie veel hoger is dan de officiële inflatie, want dat is al jaren het geval.
Wel bijzonder is dat de inflatieverwachtingen in juni 2018 flink zijn gestegen ten opzichte van mei 2018. De respondenten dachten in mei dat de inflatie over een jaar 8,6 procent zal bedragen en in juni voorzagen ze 9,8 procent. Terwijl de inflatie in juni en het hele voorafgaande jaar erg laag was. Desondanks 'voelde' men juist een hogere inflatie.
De twee redenen daarvoor waren de aangekondigde stijging van de BTW en de sterke groei van de prijs van motorbrandstof (+9,3 procent in de eerste helft van 2018 voor benzine en +9,9 procent voor diesel). Daarentegen is men weinig gevoelig voor de lagere prijs van tuinbouwproducten, uit de nieuwe oogst, die in juni in groten getale op de markt kwamen.
Bron: Russische Staatsdienst voor de Statistiek Rosstat (gks.ru).
Ook de beoordeling van de inflatie in de afgelopen 12 maanden week weinig af van hun toekomstvisie. De respondenten vonden de prijsstijgingen veel hoger dan de officiële inflatie en in juni 2017 deden ze er nog een schepje bovenop. De waargenomen inflatie was 10,6 procent in juni en 9,2 procent in mei.
De CBR verwacht de volgende maand een 'normalisatie van de brandstofmarkt'. De regering verlaagt namelijk per juli 2018 de accijns op benzine. Dat heeft een 'stabiliserende invloed' op de inflatieverwachtingen van de bevolking.
[1] Het onderzoek van juni werd gehouden tussen 8 en 18 juni 2018 door middel van een persoonlijk gesprek. 2000 personen van 18 jaar en ouder, afkomstig uit 105 woonpunten van 55 regio's van Rusland werden ondervraagd.