Jan Limbeek
Voor de vierde achtereenvolgende keer besloot de directieraad van de Centrale Bank van Rusland (CBR) het belangrijkste rentetarief te verlagen met een betrekkelijk grote stap van 0,5 procentpunt tot 6,5 procent, met ingang van 28 oktober 2019. De vorige drie keer verminderde de CBR de rente met 0,25 procentpunt.
Zo'n grote en snelle renteverlaging druist eigenlijk in tegen het conservatieve en voorzichtige karakter van bankpresident Elvira Nabioellina. De CBR is dus behoorlijk zeker van dit besluit. Maar vrijdag 25 oktober, toen het rentebesluit viel, was ook te horen van verschillende financiële experts dat Nabioellina gezwicht was voor de druk vanuit de regering om de rente extra te verlagen. Daar tegenover staat dat vroeger dergelijke druk nooit succes had, dus waarom nu wel. Hoe dan ook worden dergelijke overwegingen nooit genoemd door de CBR.
In maart was Nabioellina nog niet overtuigd van een blijvend lagere inflatie. Foto: CBR.
Waarschijnlijk is dat het rentebesluit van Nabioellina zelf komt. De rente kan fors omlaag omdat er ruimte voor is, zoals zij recentelijk meermaals verklaarde, onder andere bij het vorige rentebesluit. Zij roept al jaren dat de economische groei niet veel gestimuleerd kan worden met een lagere rente. Een lagere rente baat de economie in haar visie niet als er nadelen tegenover staan, zoals extra inflatie of minder vertrouwen in de munt. Zonder nadelen is een lagere rente wel goed voor de economie.
De officiële redenen dat de CBR de rente verlaagt, zijn dezelfde als voorheen: de inflatie daalt sneller dan voorspeld: 4,3 procent in augustus, 4,0 procent in september en volgens een recente schatting (21 oktober) 3,8 procent in oktober. Voorts dalen de inflatieverwachtingen van de bevolking, valt de economische groei tegen en blijft de kans groot dat de mondiale economische ontwikkeling lager uitvalt. Niet genoemd, maar wel een belangrijke prijsdrukkende factor, is de goede oogst van 2019.
Zelfs na het voor Russische begrippen radicale rentebesluit, voorspelt de CBR een 0,8 procentpunt lager inflatiepeil. Ging men vóór 25 oktober nog uit van een inflatie eind 2019 van 4,5 à 4,0 procent, nu is dit 3,2 à 3,7 procent geworden. Ook eind 2020 zal het gewenste en voorspelde inflatieniveau van 4,0 procent iets lager uitvallen: 3,5 à 4,0 procent. Pas in de jaren 2021 en 2022 keert de 4,0 procent inflatie van eerdere prognoses terug.
Overigens denkt de regering dat de inflatie lager uitvalt. Het Ministerie van Economie en Handel houdt het op 3,2 procent eind 2019 en het Ministerie van Financiën op - mogelijk - 2,8 procent. De rente kan met lagere inflatieprognoses verder naar beneden, vinden zij.
Toekomst
In 2019 kwamen de risico's op hogere inflatie nauwelijks uit en werkten vooral inflatieremmende factoren. Maar of dit in 2020 ook zal gelden, staat niet helemaal vast. Inflatieverhogende risico's zijn in 2020 de volgende: veel hogere overheidsuitgaven, geplande hogere lonen en pensioenen, het verdwijnen van de hogere inflatie van de periode december 2018 - augustus 2019 uit de statistieken na een jaar (het basiseffect) en de onzekere staat van de wereldeconomie.
In 2019 komt de Directieraad van de CBR nog een keer bijeen, op 13 december. Het is bepaald niet uitgesloten dat de rente dan wederom naar beneden gaat als negatieve consequenties van de huidige verlaging (bijvoorbeeld een zwakkere roebel) uitblijven en de inflatie blijft dalen. De eerste dagen na deze renteverlaging is de roebel iets in waarde gestegen tegeonoer de euro en de dollar.
In reëel opzicht is de huidige renteverlaging niet fors, maar alle vier recente renteverlagingen bij elkaar blijven nog iets achter bij de daling van de inflatie. In maart 2019 was de inflatie 5,3 procent, in oktober naar verwachting 3,8 procent. Dat scheelt 1,5 procentpunt en de maanden erna zal de inflatie verder verminderen. De nominale rente is 1,25 procentpunt gedaald. Reëel is de rente dus gestegen. Als de rente op 13 december met 0,25 procentpunt daalt, dan blijft de rentedaling nog steeds achter bij de afname van de inflatie.
Ook de internationale situatie voert naar een renteverlaging in Rusland. Geopolitiek is de Russische positie versterkt en elders neemt men radicalere monetaire stappen. Oekraïne verlaagde de rente op 24 oktober met 1 procentpunt, de ECB hanteert een negatieve rente en ook in de VS - net als in andere landen - staat de rente onder druk. Turkije is het radicaalst: sinds president Erdogan in juli 2019 de bankpresident verving door een marionet is de rente daar met 10 procentpunt verlaagd.