Jan Limbeek
De Koude Oorlog was niet fijn, maar bleef in elk geval koud. Nu Rusland op 24 februari 2022 Oekraïne is binnengevallen, is er sprake van een grote, hete oorlog. Het is moeilijk om de grootschalige Russische agressie te verklaren en het is nog lastiger te zien hoe de oorlog - zonder (nucleaire) escalatie - ten einde kan komen.
De vorige keer dat Oekraïne onder druk gezet werd met een Russische militaire opbouw was in voorjaar 2021. Het daaropvolgende contact met de Amerikaanse president Joe Biden werd door Rusland positief ervaren. Het Kremlin concludeerde ook dat uiteindelijk het gesprek niets had opgeleverd voor Rusland. Dus werd de druk vanaf november wederom opgevoerd.
Veel experts dachten dat Rusland ook ditmaal Oekraïne niet zou binnenvallen en zeker niet grootschalig. Allereerst geschiedde de troepenopbouw openlijk en werden er heel lang geen aanvalsposities ingenomen. Daarnaast leken de kosten van een invasie groot en de baten gering. Oekraïne heeft weinig waardevolle grondstoffen en een arme, deels vijandige bevolking. De aanvankelijk 100.000 samengetrokken militairen - oplopend tot 190.000 - waren te weinig in aantal voor een grootschalige invasie, te meer daar er ook grote aantallen bezettingstroepen nodig zouden zijn. Een invasie van Oekraïne zou bovendien een langdurig verpeste relatie met het Westen plus zware sancties betekenen.
Toch was een Russische invasie niet uitgesloten. De Russische president Vladimir Poetin heeft een leeftijd bereikt waarop hij gaat nadenken over zijn erfenis. Hij wil het liefst de oude omvang van het Russische rijk enigszins herstellen. Zonder Oekraïne gaat dat niet. Bovendien vindt Poetin Oekraïners geen onafhankelijk volk, maar één volk met Russen en Wit-Russen. Zie bijvoorbeeld zijn artikel (in het Engels): 'Over de historische eenheid van Russen en Oekraïeners' (12-7-2021).
Poetin weet heel goed dat Josef Stalin wordt gewaardeerd door een groot deel van de Russische bevolking omdat onder zijn bewind Rusland promoveerde van een achterlijkje agrarische natie naar een supermacht . Voor een trots volk als het Russische reden om Stalins misdaden, die men zeker erkent, te bagatelliseren. Zo'n plaats in de geschiedenis wil Poetin ook wel.
Poetin schatte mogelijk in dat de tijd om Oekraïne aan te vallen nu het gunstigst is. Europa is nog nooit zo afhankelijk geweest van Russisch gas en andere exportproducten. Rusland is juist behoorlijk onafhankelijk omdat de hoeveelheid schulden van overheid en particulieren klein is en de besparingen groot. Aan de vooravond van de aanval op Oekraïne bedroeg Ruslands goud en valutareserve 643 miljard dollar (stand 18 februari 2022), waarvan ruim een vijfde goud is. Rusland dacht hiermee ongevoelig voor sancties te zijn geworden.
Navo
Het is denkbaar dat Poetin heeft besloten tot een aanval op Oekraïne omdat hij niet geloofde dat eventuele onderhandelingen genoeg konden opleveren voor Rusland. De belangrijkste reden voor de steeds verder oplopende spanningen met Oekraïne was dat Rusland garanties wilde dat de Navo nooit verder uitgebreid zou worden in oostelijke richting. En het Westen wilde die veiligheidsgaranties niet geven.
Poetin verklaart waarom hij heeft besloten tot een 'speciale militaire operatie'. Klik op de foto om de speech te zien.
Het Westen huldigde steeds het standpunt dat onafhankelijke staten zelf mogen bepalen of ze zich willen aansluiten bij de Navo (dit geldt uiteraard niet voor Rusland zelf) en dat Rusland een lidmaatschap niet mag tegenhouden. Op 26 januari 2022 heeft de Navo dit standpunt op Russisch verzoek schriftelijk bevestigd.
Rusland wilde de garanties op papier vastgelegd hebben, want in Poetins hoofd zit dat in 1990 en 1991 Gorbatsjov vele informele verzekeringen kreeg van Westerse leiders dat de Navo nooit oostwaarts zou uitbreiden. Uitspraken als 'not one inch eastward' (de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken James Baker in februari 1990), zijn mooi gedocumenteerd door de Washingtonse non profit organisatie National Security Agency.
In 1999 bleek wat de Westerse beloften waard waren, toen Hongarije, Polen en Tsjechië Navo-lid werden. Vijf jaar later volgde de rest van het Warschaupact, plus de drie Baltische Staten en Slovenië. Een paar jaar eerder waren die landen al uitgenodigd om lid te worden.
Poetin wordt er niet moe van deze gebeurtenissen voortdurend te herhalen als bewijs dat het Westen niet te vertrouwen is. Het Westen op zijn beurt stelt, als een slinkse advocaat, dat al die toezeggingen niet juridisch bindend waren. Een opvatting die formeel juist is, maar nog meer zout in de Russische wonde strooit.
Het probleem van deze geschiedenis is dat het door Rusland gevoelde gebrek aan veiligheid niet informeel opgelost kon worden: Oekraïne wordt geen Navo-lid, maar het westen zou dit niet hardop zeggen. Daarvoor is basaal vertrouwen nodig.
De verwachting van de Oekraïense president Volodimir Zelenski dat een persoonlijk gesprek met Vladimir Poetin in beider moedertaal de problemen met Rusland op zou lossen, werd door Poetin nooit serieus in overweging genomen. Wellicht kon Poetin de persoon Zelenski niet voor vol aanzien, wellicht wilde Poetin méér dan een mogelijke overeenkomst.
Maar wellicht ook dacht Poetin dat Zelenski eventuele toezeggingen politiek niet zou kunnen waarmaken. In februari 2019, vlak voordat de voorganger van Zelenski, Petro Porosjenko, de verkiezingen zwaar verloor, heeft hij het streven van Oekraïne om Navo-lid te worden in de grondwet laten vastleggen. Een erfenis die Zelenki moeilijk kon wijzigen.
Nu Zelenski in de oorlog onaantastbaar is geworden, kan hij concessies politiek wel doorvoeren. Maar kan Poetin nu, gezien de gemaakte kosten, genoegen nemen met slechts een neutrale status van Oekraïne? Het ziet er overigens naar uit dat beide partijen in de onzekere fase van de oorlog willen afwachten hoe de strijd verloopt alvorens bereid te zijn serieus te onderhandelen en pijnlijke concessies te doen.
Oorlogshouding
De Russische bevolking was in november 2021 al in de oorlogsstand gekomen. Volgens een opiniepeiling van het onafhankelijke Levada Centrum, gehouden in de periode van 25 november tot en met 1 december 2021, meende de helft van de ondervraagden dat de Navo achter de toegenomen spanningen in Oost-Oekraïne zat en 16 procent wees naar Oekraïne zelf. Een miniem percentage weet de escalatie aan de zelfverklaarde volksrepublieken van Donetsk (DNR) en Loegansk (LNR) of aan Rusland: respectievelijk 3 en 4 procent. De overige 28 procent kon zich niet vinden in deze antwoordopties.
Bron: Levada Centrum, 24 februari 2022
Aan de vooravond van de oorlog - tussen 17 en 21 februari 2022 - stelde het Levada Centrum de vraag opnieuw en bleek dat de Russische houding tweeënhalve maand later nog anti-Westerser was geworden. Driekwart van de respondenten legde de schuld van de escalatie bij de Navo of Oekraïne.
Op de vraag in december of de respondenten dachten dat de gespannen situatie in Oost-Oekraïne kon uitgroeien tot een oorlog tussen Rusland en Oekraïne, antwoordde 39 procent dat een oorlog met Oekraïne onvermijdelijk of waarschijnlijk was. Nog eens 38 procent achtte zo'n gewapend treffen tamelijk onwaarschijnlijk, maar wel mogelijk. Begin december 2021 vond dus opgeteld ruim drie op de vier respondenten dat de toegenomen spanningen kunnen leiden tot een oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Slechts 15 procent sloot een oorlog uit.
In februari 2022 werd de vraag opnieuw gesteld (zie onderstaande figuur) en bleek wederom dat men pessimistischer was geworden: 81 procent van de respondenten sloot een oorlog niet uit en 45 procent (zes procentpunt méér dan in december 2021) achtte de kans groot dat het tot een oorlog zou komen.
Bron: Levada Centrum, 24 februari 2022
Dezelfde gegevens kunnen ook minder negatief geïnterpreteerd worden als de categorie Russen die de kans op een oorlog 'vrij onwaarschijnlijk' acht naar het vredeskamp overgeheveld wordt. De gegevens kunnen zelfs ronduit positief worden beoordeeld omdat slechts een klein deel van de bevolking de oorlog als 'onvermijdelijk' beschouwde.
Gezien de genoemde standpunten is het enigszins bevreemdend dat een groot deel van de bevolking van Rusland (en Oekraïne) niet kon geloven dat het daadwerkelijk tot een gewapend treffen tussen de Slavische broedervolken zou komen. De Russisch-Oekraïense persoonlijke verhoudingen zijn hier waarschijnlijk debet aan.
Bron: Levada Centrum, 17 december 2021
Russisch-Oekraïense verhoudingen vóór de oorlog
Regelmatig peilt het Levada Centrum bij Russen en het Kievse Internationaal Instituut voor Sociologie (KIIS) bij Oekraïeners naar de opvattingen over elkaar. Zowel Russen als Oekraïeners waren elkaar in grote meerderheid goedgezind. In de laatste peiling voor de oorlog bleek dat verreweg de meeste Russische (83 procent) en Oekraïense respondenten (76 procent) positief dachten over de inwoners van het andere land.
Niet verbazingwekkend gezien de oplopende spanningen was de negatieve opinie over elkaars overheid, met name bij Oekraïeners. Twee op de drie Russen (67 procent) en drie op de vier Oekraïeners (76 procent) stonden negatief tegenover de leiding van elkaars staat. De Oekraïense peiling werd een maand voor de Russische gehouden, in de periode waarin de spanningen met Rusland minder waren dan daarna (22 oktober tot en met 12 november 2021), waardoor de Oekraïense opvattingen waarschijnlijk milder waren.
Hoe zouden de broedervolken nu - na de maandenlange niets ontziende oorlog - naar elkaar kijken? Het lijkt waarschijnlijk dat de oorlog de onderlinge band definitief geruïneerd heeft. De Oekraïense gevoelens voor het Westen zijn juist onnoemelijk versterkt, hetgeen, vanuit Poetins gezichtspunt, één van de talrijke nadelige gevolgen van de oorlog is.
Taal
Interessant is ook dat het gebruik van de Russische taal in Oekraïne vóór de oorlog waarschijnlijk groter was dan gebruik van het Oekraïens. Doorgaans wordt gezegd dat 30 procent van de Oekraïense bevolking het Russisch gebruikt als eerste taal, omdat de Oekraïeners dat zelf aangaven.
Maar volgens onderzoeker Sven Etienne Peterson postte de helft van de Oekraïense instagram-gebruikers berichten in het Russisch. En voor de oudere facebook-gebruikers was dit zelfs 75 procent.
Dit feit hoeft niet gunstig te zijn voor Rusland. Juist niet: blijkbaar waren er in de praktijk meer Oekraïeners die het Russisch als eerste taal gebruikten, maar hier niet voor wilden uitkomen. De status van het Russisch zal door de oorlog niet verbeteren. Ook betekent het gebruik van de Russische taal op zichzelf niet dat Oekraïeners zich nauw verwant voelen aan Rusland. Er zijn op aarde immers meer uniforme taalgebieden waar totaal verschillende landen bestaan.
Bron: Twitter, 14 januari 2022